U kunt fouten opsporen in toepassingen op een server om fouten in die toepassing te herkennen en een diagnose van te maken. In de TCP/IP-monitorview kunt u de gegevens bekijken die worden verzonden en ontvangen via de poorten van de server. Daarnaast kunt u met de foutopsporingstools van de workbench controleren hoe de toepassing wordt uitgevoerd op de server, door onderbrekingspunten in te stellen, threads te onderbreken, de code stapsgewijs uit te voeren en de inhoud van variabelen te controleren. U kunt fouten opsporen voor de volgende artefacten op de server zonder dat de status van de toepassing verloren gaat: