Werken met DTD-sjablonen

Sjablonen zijn stukjes vooraf gedefinieerde code die u bij het maken van een DTD-bestand kunt invoegen. Een sjabloon kan van pas komen als u een bepaald codefragment vaker wilt gebruiken en niet steeds opnieuw wilt typen.

Voer de volgende stappen uit om een nieuw DTD-sjabloon te maken:

  1. Klik op Venster > Voorkeuren > Web en XML > DTD-bestanden > Sjablonen .
  2. Kies Nieuw in het voorkeurenvenster voor sjablonen.
  3. Vul de velden Naam en Beschrijving van de nieuwe sjabloon in.
  4. Geef de Context voor het sjabloon op. Dit is de context waarin de sjabloon beschikbaar wordt gesteld in de lijst van contenthulp.
  5. Geef het patroon voor uw sjabloon op met de juiste tags, kenmerken of kenmerkwaarden die door contenthulp moeten worden ingevoegd.
  6. Optioneel: U kunt een variabele invoegen door op de knop Variabele invoegen te klikken en een variabele te selecteren. Met de variabele date wordt bijvoorbeeld de actuele datum ingevoegd.
  7. Klik op Toepassen en daarna op OK om de wijzigingen op te slaan.
Een sjabloon kan via dezelfde voorkeurenpagina worden bewerkt, verwijderd, geïmporteerd en geëxporteerd.

Als u een sjabloon niet wilt verwijderen maar niet langer wilt laten afbeelden in de lijst met DTD-sjablonen als u een bestand maakt, heft u de selectie van het vakje op in de tabel met sjablonen.

Verwante taken
DTD-bestanden maken