Wikisource nlwikisource https://nl.wikisource.org/wiki/Hoofdpagina MediaWiki 1.39.0-wmf.25 first-letter Media Speciaal Overleg Gebruiker Overleg gebruiker Wikisource Overleg Wikisource Bestand Overleg bestand MediaWiki Overleg MediaWiki Sjabloon Overleg sjabloon Help Overleg help Categorie Overleg categorie Hoofdportaal Overleg hoofdportaal Auteur Overleg auteur Pagina Overleg pagina Index Overleg index TimedText TimedText talk Module Overleg module Uitbreiding Overleg uitbreiding Uitbreidingsdefinitie Overleg uitbreidingsdefinitie Help:Auteursrecht 12 1424 127724 114858 2022-08-24T08:39:00Z Vincent Steenberg 280 /* Zie ook */ lf wikitext text/x-wiki {{wikipediapar|Auteursrecht}} '''Auteursrechten''' (ook bekend als '''copyright''') zijn tijdgebonden rechten die een overheid of autoriteit verleent aan de [[auteur]] van een werk van [[literatuur]], [[wetenschap]] of [[kunst]]. Aanvankelijk was dat bedoeld voor boeken, maar tegenwoordig ook voor veel andere zaken, zoals films, opgenomen muziek en beeldende kunstwerken. Op de Nederlandstalige wikisource kan alleen materiaal worden geplaatst dat vrij is van auteursrecht (‘publiek domein’, naamsvermelding is hier geen verplichting) of waarvoor de auteursrecht-hebbenden toestemming hebben verleend (‘Creative Commons licentie CC-BY-SA’, waarbij naamsvermelding wel verplicht is, bijvoorbeeld bij vertalingen naar het Nederlands). Omdat de Wikimedia Foundation een Amerikaanse organisatie is, met een deel van de servers in de Verenigde Staten, moet auteursrecht bekeken worden naar Amerikaans recht. Voor digitaal materiaal gaat het dan vooral om de Digital Millennium Copyright Act (DMCA). Voor boeken en teksten gepubliceerd in het Nederlands taalgebied geldt dat '''geen''' Amerikaans auteursrecht meer bestaat op werken gepubliceerd voor 1923. Voor werken gepubliceerd na die datum verloopt het auteursrecht *Voor werken gepubliceerd voor 1978: 95 jaar na publicatie *Voor werken gepubliceerd na 1978: 70 jaar na de dood van de auteur Dit komt omdat België en Nederland al voor 1923 een auteursrechtverdrag met de VS hadden, waardoor in die landen gepubliceerde werken gelijke rechten hebben als in de VS gepubliceerde werken. Mogelijk geldt dat ook voor in Suriname gepubliceerde werken tot haar onafhankelijkheid. Alle na de onafhankelijkheid van Suriname gepubliceerde werken zijn auteursrechtelijk beschermd. == Nationale wetten en verdragen == Wetten op het auteursrecht variëren van land tot land. In Nederland regelt de [[Auteurswet]] alle aspecten van het auteursrecht. Er bestaan echter ook verschillende internationale overeenkomsten met betrekking tot auteursrecht, waaronder: * De [[Conventie van Bern (1886)|Conventie van Bern]], 1886 * De Universele Conventie voor Auteursrecht (Universal Copyright Convention) 1952 * De [[WIPO]] Copyright Treaty (het WIPO Verdrag mbt. auteursrechten) * De WIPO Performances and Phonograms Treaty (het WIPO uitvoeringen- en Platenverdrag) * De [[TRIPs|Trade Related Aspects of Intellectual Property]] (TRIPS) (regelt de rechten met betrekking tot handel in intellectuele eigendommen) Daarnaast is er ook een groot aantal verdragen die specifieke onderdelen van het auteursrecht regelen. Te denken valt aan: *de Europese Richtlijn op de Auteursrechtelijke Bescherming van Software (die voor landen van de Europese Unie regels stelt voor het auteursrecht op software) en *de Europese Richtlijn op de ''Naburige Rechten'' (rechten die samenhangen met het auteursrecht, maar geen auteursrechten zijn – zoals de intellectuele eigendomsrechten van acteurs en cabaretiers op uitvoeringen die zij gespeeld hebben van teksten die door anderen geschreven zijn). ==Verschil tussen copyright en auteursrechten== Er is een verschil tussen het [[Angelsaksisch]]e ''copyright'' en het meer Europees-continentale <!--van Franse oorsprong?--> ''droits d’auteur'' of auteursrechten. Auteursrechten voorzien tevens in morele rechten. Dat zijn rechten die een auteur bezit naast het eigendomsrecht, zoals het recht op erkenning van het werk in plaats van ervoor te worden gekleineerd. Hoewel eigendomsrechten gewoonlijk worden toegewezen of per licentie gegeven aan de uitgever, behouden auteurs hun morele rechten. Auteursrechten geven ook meer rechten aan werknemers die iets creëren in de tijd van hun werkgever. Veel Europese landen voorzien de artiest of uitvoerend musicus ook van recht op wederverkoop, wat betekent dat de kunstenaar, elke keer als een opname van zijn optreden getoond wordt, recht heeft op een deel van de toegekende waarde van zijn werk. Dit staat bekend als [[Naburige rechten]]. == Zie ook == * [[Wikisource:Publiek domein|Publiek domein]] [[Categorie:Nederlandse wetgeving|Auteursrecht help]] [[Categorie:Wikisource:Help|Auteursrecht]] 91vm4bow90jz88g581mx782i0k9qqsk Wikisource:Publiek domein 4 1641 127723 114881 2022-08-24T08:38:25Z Vincent Steenberg 280 /* Zie ook */ bezem wikitext text/x-wiki {{wikipediapar|Publiek domein}} '''Publiek domein''' of '''public domain''' (beide afgekort tot '''PD''') is een gangbare benaming voor [[programmatuur]], teksten, beelden en geluiden (''werken'') die zich in het ''publieke domein'' bevinden – dat wil zeggen, die geheel vrij zijn van [[help:Auteursrecht|auteursrechten]]. Iedereen kan dus met een werk dat onder publiek domein valt doen wat hij wil, zonder begrenzingen. Een werk komt in het publiek domein terecht nadat de auteursrechten verlopen. Anno 2004 verlopen de auteursrechten 70 jaar na de dood van de maker, of – als de maker niet is aangeduid of slechts een instelling, bedrijf of organisatie als maker is aangeduid – 70 jaar na rechtmatige publicatie van het werk. Voorheen was deze periode veel korter. Ieder werk valt automatisch onder het [[help:Auteursrecht|auteursrecht]], ook al vermeldt de [[auteur]] dit niet. Een auteur kan een werk onder een [[licentie]] publiceren. Zo is de [[GFDL]] de licentie waaronder [[Wikipedia]] wordt uitgegeven. Ook kan een auteur een werk onder een licentie uitgeven die bepaalt dat het werk behandeld mag worden als ware het in het publiek domein. Veel auteurs gaan verder en claimen dat hun werk publiek domein is. Auteurswetten in het Europese rechtssysteem voorzien niet in de mogelijkheid om een werk aan het publiek domein toe te wijzen; het is dus de vraag of een dergelijke kunstmatige publiek-domeinstatus in een [[rechtszaak]] overeind zou blijven. Bij de uitgifte van een werk kan een auteur zogenaamde “vaderschapsrechten” claimen; dit zijn beperkingen aan het gebruik van het werk. == Voorbeelden == * Werken van de Amerikaanse overheid, zoals het [[CIA World Factbook]], bevinden zich zonder nadere aanduiding in het publieke domein. * Op regelingen en beslissingen van de Nederlandse overheid bestaat geen auteursrecht, zoals bepaald in artikel 11 van de [[Auteurswet]]: ''“Er bestaat geen auteursrecht op wetten, besluiten en verordeningen, door de openbare macht uitgevaardigd, noch op rechterlijke uitspraken en administratieve beslissingen.”'' == Zie ook == * [[Help:Auteursrecht|auteursrechten]] ----- ''In een andere betekenis wordt de term '''publiek domein''' gebruikt als aanduiding van de [[openbare ruimte]], dat wil zeggen de ruimte die niet privé/privaat is.'' [[Categorie:Intellectueel eigendomsrecht]] 06lshh7p0f9ex4p4lmtdf3tb5hwiciv Sjabloon:Koptekst 10 3587 127684 111743 2022-08-23T20:02:24Z Vincent Steenberg 280 parameter schrijver optioneel gemaakt wikitext text/x-wiki <includeonly>{| style="width:100%; margin-bottom:5px; border: 1px solid #ADA; background-color: #E4F2E4; text-align:center; font-size:0.9em;" |- | style="width:20%; text-align:left; font-size:0.9em;" | {{#if:{{{Vorige|}}}|← {{{Vorige|}}}}} | style="width:60%;" | '''{{{Titel|''titelloos werk''}}}''' {{#if:{{{Jaar|}}}|({{{Jaar|}}})}} {{#if:{{{Schrijver|}}}|{{{Onbekend|''door {{{Override_schrijver|[[Auteur:{{{Schrijver|}}}|{{{Schrijver|Onbekend}}}]]}}}''}}}}}{{#if:{{{Vertaler|}}}|{{{Onbekend|, ''vertaald door {{{Override_vertaler|[[Auteur:{{{Vertaler|}}}|{{{Vertaler|Onbekend}}}]]}}}''}}}}} {{{Sectie|}}} | style="width:20%; text-align:right;font-size:0.9em;" | {{#if:{{{Volgende|}}}|{{{Volgende|}}} →}} |} {| style="width:100%; border-bottom:1px solid #A88; background:#fAfAff; font-size:0.9em;" |- | {{{Opmerkingen|}}} |} </includeonly><noinclude> {{Sjablooninfo|1= == Gebruik == Dit sjabloon kan gebruikt worden door de volgende code te kopiëren en de parameters in te vullen. <pre> {{Koptekst | Titel = | Schrijver = | Vertaler = | Sectie = | Vorige = | Volgende = | Jaar = | Opmerkingen = }} </pre> Vervang de parameter "Schrijver" door "Onbekend" als de auteur van het werk onbekend is. Plaats "Override" om een automatische link naar de auteurspagina te voorkomen. Dit werkt alleen bij "Schrijver" en "Vertaler". Doe dit alleen als het echt nodig is. <pre> {{Koptekst | Titel = | Schrijver = |Override_schrijver = | Vertaler = |Override_vertaler = | Sectie = | Vorige = | Volgende = | Jaar = | Opmerkingen = }} </pre> }} [[Categorie:Wikisource:Sjablonen opmaak|Koptekst]] </noinclude> mm8g298sztwd22hbyw7mixq3c2x9ry5 127687 127684 2022-08-23T20:06:59Z Vincent Steenberg 280 corr. wikitext text/x-wiki <includeonly>{| style="width:100%; margin-bottom:5px; border: 1px solid #ADA; background-color: #E4F2E4; text-align:center; font-size:0.9em;" |- | style="width:20%; text-align:left; font-size:0.9em;" | {{#if:{{{Vorige|}}}|← {{{Vorige|}}}}} | style="width:60%;" | '''{{{Titel|''titelloos werk''}}}''' {{#if:{{{Jaar|}}}|({{{Jaar|}}})}} {{#if:{{{Schrijver|}}}|''door {{{Override_schrijver|[[Auteur:{{{Schrijver|}}}|{{{Schrijver}}}]]}}}''}}{{#if:{{{Vertaler|}}}|{{{Onbekend|, ''vertaald door {{{Override_vertaler|[[Auteur:{{{Vertaler|}}}|{{{Vertaler|Onbekend}}}]]}}}''}}}}} {{{Sectie|}}} | style="width:20%; text-align:right;font-size:0.9em;" | {{#if:{{{Volgende|}}}|{{{Volgende|}}} →}} |} {| style="width:100%; border-bottom:1px solid #A88; background:#fAfAff; font-size:0.9em;" |- | {{{Opmerkingen|}}} |} </includeonly><noinclude> {{Sjablooninfo|1= == Gebruik == Dit sjabloon kan gebruikt worden door de volgende code te kopiëren en de parameters in te vullen. <pre> {{Koptekst | Titel = | Schrijver = | Vertaler = | Sectie = | Vorige = | Volgende = | Jaar = | Opmerkingen = }} </pre> Vervang de parameter "Schrijver" door "Onbekend" als de auteur van het werk onbekend is. Plaats "Override" om een automatische link naar de auteurspagina te voorkomen. Dit werkt alleen bij "Schrijver" en "Vertaler". Doe dit alleen als het echt nodig is. <pre> {{Koptekst | Titel = | Schrijver = |Override_schrijver = | Vertaler = |Override_vertaler = | Sectie = | Vorige = | Volgende = | Jaar = | Opmerkingen = }} </pre> }} [[Categorie:Wikisource:Sjablonen opmaak|Koptekst]] </noinclude> 58bo41dtyl08omg6c39qyn4xq8v6q4t 127688 127687 2022-08-23T20:20:53Z Vincent Steenberg 280 corr. wikitext text/x-wiki <includeonly>{| style="width:100%; margin-bottom:5px; border: 1px solid #ADA; background-color: #E4F2E4; text-align:center; font-size:0.9em;" |- | style="width:20%; text-align:left; font-size:0.9em;" | {{#if:{{{Vorige|}}}|← {{{Vorige|}}}}} | style="width:60%;" | '''{{{Titel|''titelloos werk''}}}''' {{#if:{{{Jaar|}}}|({{{Jaar|}}})}} {{#if:{{{Schrijver|''door {{{Override_schrijver|[[Auteur:{{{Schrijver|}}}|{{{Schrijver|Onbekend}}}]]}}}''}}}}}{{#if:{{{Vertaler|}}}|{{{Onbekend|, ''vertaald door {{{Override_vertaler|[[Auteur:{{{Vertaler|}}}|{{{Vertaler|Onbekend}}}]]}}}''}}}}} {{{Sectie|}}} | style="width:20%; text-align:right;font-size:0.9em;" | {{#if:{{{Volgende|}}}|{{{Volgende|}}} →}} |} {| style="width:100%; border-bottom:1px solid #A88; background:#fAfAff; font-size:0.9em;" |- | {{{Opmerkingen|}}} |} </includeonly><noinclude> {{Sjablooninfo|1= == Gebruik == Dit sjabloon kan gebruikt worden door de volgende code te kopiëren en de parameters in te vullen. <pre> {{Koptekst | Titel = | Schrijver = | Vertaler = | Sectie = | Vorige = | Volgende = | Jaar = | Opmerkingen = }} </pre> Vervang de parameter "Schrijver" door "Onbekend" als de auteur van het werk onbekend is. Plaats "Override" om een automatische link naar de auteurspagina te voorkomen. Dit werkt alleen bij "Schrijver" en "Vertaler". Doe dit alleen als het echt nodig is. <pre> {{Koptekst | Titel = | Schrijver = |Override_schrijver = | Vertaler = |Override_vertaler = | Sectie = | Vorige = | Volgende = | Jaar = | Opmerkingen = }} </pre> }} [[Categorie:Wikisource:Sjablonen opmaak|Koptekst]] </noinclude> 3s6acgj4v158zkdo5e7xp00rp98ayaw 127689 127688 2022-08-23T20:30:18Z Vincent Steenberg 280 poging 3 wikitext text/x-wiki <includeonly>{| style="width:100%; margin-bottom:5px; border: 1px solid #ADA; background-color: #E4F2E4; text-align:center; font-size:0.9em;" |- | style="width:20%; text-align:left; font-size:0.9em;" | {{#if:{{{Vorige|}}}|← {{{Vorige|}}}}} | style="width:60%;" | '''{{{Titel|''titelloos werk''}}}''' {{#if:{{{Jaar|}}}|({{{Jaar|}}})}} {{#if:{{{Schrijver|}}}|''door {{{Override_schrijver|[[Auteur:{{{Schrijver|}}}|{{{Schrijver}}}]]}}}''}}{{#if:{{{Vertaler|}}}|, ''vertaald door {{{Override_vertaler|[[Auteur:{{{Vertaler|}}}|{{{Vertaler}}}]]}}}''}} {{{Sectie|}}} | style="width:20%; text-align:right;font-size:0.9em;" | {{#if:{{{Volgende|}}}|{{{Volgende|}}} →}} |} {| style="width:100%; border-bottom:1px solid #A88; background:#fAfAff; font-size:0.9em;" |- | {{{Opmerkingen|}}} |} </includeonly><noinclude> {{Sjablooninfo|1= == Gebruik == Dit sjabloon kan gebruikt worden door de volgende code te kopiëren en de parameters in te vullen. <pre> {{Koptekst | Titel = | Schrijver = | Vertaler = | Sectie = | Vorige = | Volgende = | Jaar = | Opmerkingen = }} </pre> Vervang de parameter "Schrijver" door "Onbekend" als de auteur van het werk onbekend is. Plaats "Override" om een automatische link naar de auteurspagina te voorkomen. Dit werkt alleen bij "Schrijver" en "Vertaler". Doe dit alleen als het echt nodig is. <pre> {{Koptekst | Titel = | Schrijver = |Override_schrijver = | Vertaler = |Override_vertaler = | Sectie = | Vorige = | Volgende = | Jaar = | Opmerkingen = }} </pre> }} [[Categorie:Wikisource:Sjablonen opmaak|Koptekst]] </noinclude> bsinlmbq69qou8zqaiauckrfxie2t1q 127690 127689 2022-08-23T20:37:20Z Vincent Steenberg 280 herstel wikitext text/x-wiki <includeonly>{| style="width:100%; margin-bottom:5px; border: 1px solid #ADA; background-color: #E4F2E4; text-align:center; font-size:0.9em;" |- | style="width:20%; text-align:left; font-size:0.9em;" | {{#if:{{{Vorige|}}}|← {{{Vorige|}}}}} | style="width:60%;" | '''{{{Titel|''titelloos werk''}}}''' {{#if:{{{Jaar|}}}|({{{Jaar|}}})}} {{{Onbekend|''door {{{Override_schrijver|[[Auteur:{{{Schrijver|}}}|{{{Schrijver|Onbekend}}}]]}}}''}}}{{#if:{{{Vertaler|}}}|{{{Onbekend|, ''vertaald door {{{Override_vertaler|[[Auteur:{{{Vertaler|}}}|{{{Vertaler|Onbekend}}}]]}}}''}}}}} {{{Sectie|}}} | style="width:20%; text-align:right;font-size:0.9em;" | {{#if:{{{Volgende|}}}|{{{Volgende|}}} →}} |} {| style="width:100%; border-bottom:1px solid #A88; background:#fAfAff; font-size:0.9em;" |- | {{{Opmerkingen|}}} |} </includeonly><noinclude> {{Sjablooninfo|1= == Gebruik == Dit sjabloon kan gebruikt worden door de volgende code te kopiëren en de parameters in te vullen. <pre> {{Koptekst | Titel = | Schrijver = | Vertaler = | Sectie = | Vorige = | Volgende = | Jaar = | Opmerkingen = }} </pre> Vervang de parameter "Schrijver" door "Onbekend" als de auteur van het werk onbekend is. Plaats "Override" om een automatische link naar de auteurspagina te voorkomen. Dit werkt alleen bij "Schrijver" en "Vertaler". Doe dit alleen als het echt nodig is. <pre> {{Koptekst | Titel = | Schrijver = |Override_schrijver = | Vertaler = |Override_vertaler = | Sectie = | Vorige = | Volgende = | Jaar = | Opmerkingen = }} </pre> }} [[Categorie:Wikisource:Sjablonen opmaak|Koptekst]] </noinclude> 7jhxl6tongvpz78w5gxtb13tz0h61dx Pagina:HeimansEli1906WandelenEnWaarnemen.djvu/134 104 38468 127725 125838 2022-08-24T09:52:19Z WeeJeeVee 2844 /* Gevalideerd */ proofread-page text/x-wiki <noinclude><pagequality level="4" user="WeeJeeVee" /></noinclude>{{dhr|3}} {{c|{{larger|XIX.}} {{larger|Paddestoelen.}} '''Boletus of Eekhoorntjesbrood.'''}} {{lijn|5em}} {{dhr|2}} Telkens wanneer ik in October door het herfstbosch wandel en mijn hart ophaal aan de heerlijke tinten, omhoog in de boomen en omlaag in 't mos, komt op 't laatst een echte utiliteitsgedachte de poëzie van geur en kleur verstoren. Tot mijn spijt weet ik nu eenmaal, dat paddestoelen gegeten kunnen worden, en niet alleen dat, maar ook, al is 't van hooren zeggen, dat ze bijzonder voedzaam moeten zijn, eigenlijk zoowat als zachtgekookte eieren of kalfsbiefstuk. De analyse toont het duidelijk aan, maar de proef op de som moet de menschelijke maag leveren; evenwel daar een gewoon mensch niet zoo'n tweede instrument als duplicaat voor 't verliezen heeft, waag je je eenig bezit liever niet aan dergelijke experimenten. Toch vind ik 't altijd doodjammer, dat daar in onze bosschen en velden jaarlijks zoo'n massa menschenvoedsel ongebruikt blijft; terwijl het verbouwen en fokken van ander voedsel zooveel geld en moeite kost, ligt hier een berg eten of geld, waarvoor men het krijgen kan, letterlijk voor 't oprapen. Nu zijn de menschen over 't algemeen nog al vindingrijk als 't er op aan komt een terrein winstgevend te maken; dat de eigenaar van een gunstig gelegen dennebosch geen<noinclude></noinclude> 6y7adke0ulciobrp9mbxuahr215f5ul Pagina:HeimansEli1906WandelenEnWaarnemen.djvu/135 104 38469 127726 125839 2022-08-24T10:12:52Z WeeJeeVee 2844 /* Gevalideerd */ proofread-page text/x-wiki <noinclude><pagequality level="4" user="WeeJeeVee" />{{c|135}}</noinclude>voordeel trekt uit de zwammenrijkdom van zijn bezitting, moet wel een deugdelijke oorzaak hebben. En die is hoofdzakelijk gelegen in het vage weten der menschen, dat paddestoelen vergiftig zijn. Maar nachtschaden zijn ook vergiftig en de aardappel is een nachtschade. 't Is maar de kunst, te weten te komen, in hoeverre dat vergif nadeelig is voor een mensch, hoe 't onschadelijk kan gemaakt worden, en vooral: welke soorten zonder eenigen twijfel bruikbaar moeten geacht worden. Nu is 't met de vergiftigheid van de paddestoelen in werkelijkheid lang zoo erg niet gesteld als de roep gaat; ook het onderscheiden der bruikbare soorten is zoo moeilijk niet, wanneer maar de twijfelachtige soorten tot de vergiftige gerekend worden. In Duitschland, Frankrijk en Engeland zijn er bepaalde streken, waar de bevolking zich sedert jaren op 't verzamelen van eetbare paddestoelen heeft toegelegd; kleine kinderen zelfs zoeken er mee, en een geval van vergiftiging behoort tot de groote zeldzaamheden. Alleen in de Lausitz in Saksen worden tegenwoordig jaarlijks voor 10 à 15,000 gulden paddestoelen aan de markt gebracht (truffels en champignons niet meegerekend) en de opbrengst neemt steeds toe. Voor de bevolking van het land is daar het zwammenzoeken een rijke bron van inkomsten geworden. De menschen, die in Boheme in de bosschen hun werk hebben, zooals houthakkers, kolenbranders, bessenzoekers, bereiden hun middagmaal in 't bosch; ze gebruiken daarbij uitsluitend of hoofdzakelijk paddestoelen, en varen er wel bij. De soort, die zij aan de markt brengen, is er een die heel algemeen is en ook in ons land veelvuldig voorkomt. De<noinclude></noinclude> 90cs9885fwiyhm95i49tn9xv7qwdmsm Pagina:HeimansEli1906WandelenEnWaarnemen.djvu/136 104 38470 127727 125840 2022-08-24T10:14:40Z WeeJeeVee 2844 /* Gevalideerd */ proofread-page text/x-wiki <noinclude><pagequality level="4" user="WeeJeeVee" />{{c|136}}</noinclude>Duitsche naam is Steinpilz, in 't Fransch ''Cèpe;'' bij ons heet hij Eetbare Boletus. (Boletus edulis). Deze nu heb ik meer dan eens geproefd. Het vleesch onder de bruine huid is mooi zuiver wit en stevig, 't smaakt eenigszins naar walnoten en 't riekt vaak ook lekker nootachtig. Het is een van onze grootste paddestoelen, en van den voorzomer tot in den herfst in steeds toenemend aantal te vinden, vooral in eikebosschen, maar ook in ander loofbosch, op weiden en op zandige beschaduwde plekken. Mij dunkt, dat iemand die een proef wilde nemen met het winstgevend maken van zwammen, niet kwaad zou doen, met onzen Boletus te beginnen, vooral omdat deze paddestoel, zoo goed gedroogd of ingemaakt geconserveerd kan worden. 't Is waar, hij heeft in zijn eigen geslacht talrijke giftige soorten, maar dat is juist bij den aardappel immers ook 't geval; denk maar aan zwarte nachtschade, en toch is de aardappel 't volksvoedsel bij uitnemendheid geworden. Hoe is nu zoo'n Boletus edulis van elken anderen paddestoel te onderscheiden. Daartoe moeten we ons eerst in herinnering brengen van den groei en levenswijze van paddestoelen in 't algemeen. We weten allen wel, dat hetgeen wij gewoonlijk paddestoel noemen, een deel is van een zwam, en wel het deel, dat tot verspreiding der sporen dient, dus een voortplantingsorgaan. Het eigenlijke zwamlichaam, zwamvlok genoemd, is in den grond, in een boomstam, een plank of iets dergelijks verborgen. Deze zwamvlok bestaat uit een massa witte of grauwe meestal viltachtig dooreengegroeide draden; deze nemen als voedsel stoffen in zich op, die andere planten of in 't algemeen levende wezens tijdens hun leven hebben bereid. Is er voldoende voedsel in den bodem aanwezig<noinclude></noinclude> nhul2fsdqz1h99jnfxce48owqifsk06 Pagina:HeimansEli1906WandelenEnWaarnemen.djvu/137 104 38471 127728 125842 2022-08-24T10:16:18Z WeeJeeVee 2844 /* Gevalideerd */ proofread-page text/x-wiki <noinclude><pagequality level="4" user="WeeJeeVee" />{{c|137}}</noinclude>en in de zwamvlok opgenomen, dan zendt deze uit zijn „knoppen" een orgaan in 't licht, dat op verschillende wijze gevormd kan zijn. De meest bekende in 't oog vallende vorm van de "zwamvrucht" is een steel met een hoed, of een stoeltje met één poot; van daar misschien de echt Nederlandsche naam: paddestoel. In Amerika evenwel ook ''toadstool.'' {{Img float | style = | above = | file = Heimans1906Wandelen p137c.png | width = 350px | align = right | polygon = | cap = {{smaller block|Eetbare Boletus of Eekhoorntjesbrood.}} | capalign = center | alt = Eetbare Boletus of Eekhoorntjesbrood}} De sporen, die van echte zaden o.a. verschillen doordat ze geen kiem bezitten, groeien in den hoed weer op verschillende wijzen. De bekendste is die, waar onder den hoed kleine blaadjes in 't rond staan, net papierreepjes; soms ook komen de sporen te voorschijn uit fijne buisjes, waarvan de openingen als naaldfijne poriën aan de onderzijde van den hoed te zien; soms weer vertoonen zich fijne zachte stekeltjes, die als naaldjes naar onder zijn gericht. De tweede hier genoemde wijze van sporen dragen is bij onzen Boletus te zien. Boletus is dus een buiszwam; geen bladzam, zooals een champignon. Om nu te weten te komen, of onze hoeddragende zwam—met sporenbuisjes in plaats van plaatjes of lamellen—de<noinclude></noinclude> 2atqfyltpz1qdqkimun8ubh1ocj2cjk Pagina:HeimansEli1906WandelenEnWaarnemen.djvu/138 104 38472 127729 125844 2022-08-24T10:18:05Z WeeJeeVee 2844 /* Gevalideerd */ proofread-page text/x-wiki <noinclude><pagequality level="4" user="WeeJeeVee" />{{c|138}}</noinclude>eetbare Boletus is, moet terdege op 't volgende worden gelet. Niet dat alle andere Boletussen vergiftig zijn, volstrekt niet, maar we moeten nauwkeurig onze soort kunnen onderscheiden, Die is de edelste onder de Boletussen en wordt door sommigen voor beter en lekkerder gehouden dan champignons. De Boletus edulis dan is een eenigszins plompe figuur onder de vaak zoo sierlijke zwammen onzer bosschen. Zijn steel is kort en soms zoo dik als een vuist; zijn hoed vaak zoo groot als een theeschoteltje. De kleur van den hoed is koffiebruin; heel donker op sommige plaatsen; lichter in de schaduw; tot steenrood toe, en bij de allerjongste exemplaren wit bewaasd. Hij voelt bij droog weer van boven aan als zacht zeemleer. De openingen van de sporenbuisjes moeten wit zijn, eerst nog berijpt en gesloten, later geelachtig en geopend, ten slotte geelgroen, ''nooit rood,'' zooals bij zijn dubbelganger: de duivelszwam. De steel is bij niet te oude exemplaren grijs getint met een net van ''lichtere'' aderen. Voor zoover 't uiterlijk. Nu komt onze smaak, reuk en gezicht te gelijk in werking. Het vleesch van den hoed, na aflichting van de dunne bruine bovenlaag, is mooi wit, smakelijk en geurig als de pit van een noot of een tamme kastanje, maar iets zwakker en... hier komt het op aan, het blijft wit als het aan de lucht is blootgesteld, 't wordt niet paars of blauw zooals bij de waarschijnlijk zeer giftige, reeds bovengenoemde Duivelszwam; de ''Satanspilz'' van de Duitschers. U kunt beide vinden tot einde October, bij zacht weer nog in November. Bij 't zoeken treft ge, hoop ik, ook de stinkzwam aan. {{dhr}} {{lijn|5em}} {{dhr|2}}<noinclude></noinclude> pba9q73ym6pup0iy2hvtiqjab40znd0 Pagina:HeimansEli1906WandelenEnWaarnemen.djvu/139 104 38473 127730 125863 2022-08-24T10:19:30Z WeeJeeVee 2844 /* Gevalideerd */ proofread-page text/x-wiki <noinclude><pagequality level="4" user="WeeJeeVee" /></noinclude>{{dhr|3}} {{c|{{larger|XX.}} {{larger|De Stinkzwam.}}}} {{lijn|5em}} {{dhr|2}} Van den zomer werd ik op mijn wandelingen door Oud-Bussum van tijd tot tijd herinnerd aan iets, dat mij anders wellicht niet weer te binnen zou zijn gekomen. Wij kinderen van een jaar of zes, zeven, misschien nog jonger, hadden vroeger in Salland een probaat middel om uit te maken, wie zich in knikker- of uitknipgezelschap ergerlijk misdragen had door een onwelriekende uitlating. Een die zich volkomen rein gevoelde aan 't geval, nam een paar sprieten stroo in de hand, gras was ook goed, zelfs iets denkbeeldigs beloofde het gewenscht effect. Daarmee ging de speurder, een rijmpje zingend of opzeggend, de rij rond, hield daarbij elk op zijn beurt het stroo onder den neus en keek hem scherp aan. De slotwoorden van de machtspreuk willen me op 't oogenblik niet meer te binnen schieten, maar 't begin luidde heel ernstig: „Ussien, bussien stroo, wie muft hier zoo?... Dat dut... (Een welwillend lezer van "de Groene" zond mij later 't slot; ik zal 't er hier maar niet bij zetten.) En de schuldige moest zijn zenuwen al heel sterk in bedwang hebben, om bij 't naderen van 't bosje stroo niet rood tot achter de ooren of wit om de neus te worden. Ja, trouwe lezers, om 't gevaar te keeren, dat u straks dit stukje, om reden van welvoegelijkheid, met een hoorbaar neusgebaar verre van u zou schuiven, heb ik deze min smakelijke<noinclude></noinclude> k6lx58hm7ndpeqhbretnw4qr07iic6o Pagina:Occult woordenboekje (Van Veen 1937).djvu/3 104 39857 127666 127649 2022-08-23T19:17:46Z Vincent Steenberg 280 opmaak proofread-page text/x-wiki <noinclude><pagequality level="3" user="Vincent Steenberg" /></noinclude><center> {| style=height:677px; | align="center" | {{xx-larger|'''OCCULT WOORDENBOEKJE'''}} {{larger|'''VERZAMELD DOOR D. VAN VEEN Jzn.'''}} {{lijn|4em}} {{dhr|22}} '''PRIJS 50 CENT''' '''UITGEGEVEN DOOR DE NED. VER. VAN SPIRITISTEN „HARMONIA”<br>CENTRAAL BUR.: ASSELSCHESTRAAT 152 - APELDOORN - GIRO 225639''' |} </center><noinclude><references/></noinclude> qybznrsaeq88s9hdk7rvbkukv8g9kwc Pagina:Occult woordenboekje (Van Veen 1937).djvu/7 104 39861 127668 127644 2022-08-23T19:21:48Z Vincent Steenberg 280 +wls proofread-page text/x-wiki <noinclude><pagequality level="3" user="Vincent Steenberg" />{{RH|'''Ad-Ak'''||5}} {{lijn}}</noinclude>{{center|{{larger|'''A'''}}}} <section begin="adept"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Adept:''' ingewijde in een geheime wetenschap of kunst.}} <section end="adept"/> <section begin="aesthesiometer"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Aesthesiometer:''' gevoeligheidsmeter; een passervormig instrument om de kleinste afstand te bepalen, waarop men twee gelijktijdige prikindrukken op de lichaamshuid nog apart voelt.}} <section end="aesthesiometer"/> <section begin="aether"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Aether:''' alomtegenwoordige, onzichtbare, onwaarneembare stof in het heelal, die alles doordringt en die voorwaarde is voor de voortplanting en het bestaan van trillingen en dus van het leven. Het bestaan ervan is nooit aangetoond. (Ook: ether).}} <section end="aether"/> <section begin="aetherischlichaam"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Aetherisch lichaam:''' (spir.): het astraal lichaam. Ook: corpus sidereum, perisprit, Geisteshülle of fluidiek lichaam.}} <section end="aetherischlichaam"/> <section begin="afdruk"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Afdruk:''' door een gematerialiseerde hand gegeven afdruk op een beroete of met fijn meel bestrooide plaat of in klei of in was (zie [[Occult woordenboekje/Crandon, Mrs.|Crandon]]). Als de afdruk afwijkt van die der handen van de aanwezigen, is bewezen, dat deze op supernormale wijze is ontstaan. (Zie ook: gietvorm en paraffine).}} <section end="afdruk"/> <section begin="affect"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Affect:''' gemoedsaandoening; hartstocht.}} <section end="affect"/> <section begin="affiniteit"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Affiniteit:''' verwantschap.}} <section end="affiniteit"/> <section begin="afnemen"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Afnemen:''' vrijmaken, demagnetiseren. (Zie [[Occult woordenboekje/Demagnetiseren|aldaar]]).}} <section end="afnemen"/> <section begin="afreageren"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Afreageren:''' het ontladen van innerlijke spanningen door handelingen (zie: [[Occult woordenboekje/Psycho-analyse|psycho-analyse]]).}} <section end="afreageren"/> <section begin="agent"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Agent:''' bij telepathische verschijnselen: de afzender van indrukken. (Zie '''telepathie''' en '''recipient''').}} <section end="agent"/> <section begin="agnosticisme"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Agnosticisme:''' wijsgerig stelsel, dat leert, dat wij omtrent het wezen van God of van de dingen het ware niet te weten kunnen komen.}} <section end="agnosticisme"/> <section begin="agrippavannettesheim"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Agrippa van Nettesheim, Cornelius:''' beroemd Duits occultist (1486—1535), wiens inzichten door het moderne onderzoek vaak bevestigd zijn.}} <section end="agrippavannettesheim"/> <section begin="ahriman"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Ahriman:''' in de Perzische godsdienst: de boze geest; te vergelijken met den duivel.}} <section end="ahriman"/> <section begin="akasa"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Akasa:''' Hindoewoord voor: stof.}} <section end="akasa"/> <section begin="akkeringakromme"/>{{Verkeerd-om inspringen/begin|2em|-2em}}'''Akkeringa-Kromme, Mevr. C.:''' geboren 2 Oct. 1868. De eerste Nederlandse psychometriste, die in het publiek optrad; voor het eerst in de winter van 1918—1919 te Haarlem. <section end="akkeringakromme"/><noinclude>{{Verkeerd-om inspringen/einde}}</noinclude> gomz38stdjpztflwgpj81fqxvjlritj 127671 127668 2022-08-23T19:27:18Z Vincent Steenberg 280 +wls proofread-page text/x-wiki <noinclude><pagequality level="3" user="Vincent Steenberg" />{{RH|'''Ad-Ak'''||5}} {{lijn}}</noinclude>{{center|{{larger|'''A'''}}}} <section begin="adept"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Adept:''' ingewijde in een geheime wetenschap of kunst.}} <section end="adept"/> <section begin="aesthesiometer"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Aesthesiometer:''' gevoeligheidsmeter; een passervormig instrument om de kleinste afstand te bepalen, waarop men twee gelijktijdige prikindrukken op de lichaamshuid nog apart voelt.}} <section end="aesthesiometer"/> <section begin="aether"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Aether:''' alomtegenwoordige, onzichtbare, onwaarneembare stof in het heelal, die alles doordringt en die voorwaarde is voor de voortplanting en het bestaan van trillingen en dus van het leven. Het bestaan ervan is nooit aangetoond. (Ook: ether).}} <section end="aether"/> <section begin="aetherischlichaam"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Aetherisch lichaam:''' (spir.): het astraal lichaam. Ook: corpus sidereum, perisprit, Geisteshülle of fluidiek lichaam.}} <section end="aetherischlichaam"/> <section begin="afdruk"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Afdruk:''' door een gematerialiseerde hand gegeven afdruk op een beroete of met fijn meel bestrooide plaat of in klei of in was (zie [[Occult woordenboekje/Crandon, Mrs.|Crandon]]). Als de afdruk afwijkt van die der handen van de aanwezigen, is bewezen, dat deze op supernormale wijze is ontstaan. (Zie ook: gietvorm en paraffine).}} <section end="afdruk"/> <section begin="affect"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Affect:''' gemoedsaandoening; hartstocht.}} <section end="affect"/> <section begin="affiniteit"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Affiniteit:''' verwantschap.}} <section end="affiniteit"/> <section begin="afnemen"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Afnemen:''' vrijmaken, demagnetiseren. (Zie [[Occult woordenboekje/Demagnetiseren|aldaar]]).}} <section end="afnemen"/> <section begin="afreageren"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Afreageren:''' het ontladen van innerlijke spanningen door handelingen (zie: [[Occult woordenboekje/Psycho-analyse|psycho-analyse]]).}} <section end="afreageren"/> <section begin="agent"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Agent:''' bij telepathische verschijnselen: de afzender van indrukken. (Zie '''[[Occult woordenboekje/Telepathie|telepathie]]''' en '''[[Occult woordenboekje/Recipient|recipient]]''').}} <section end="agent"/> <section begin="agnosticisme"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Agnosticisme:''' wijsgerig stelsel, dat leert, dat wij omtrent het wezen van God of van de dingen het ware niet te weten kunnen komen.}} <section end="agnosticisme"/> <section begin="agrippavannettesheim"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Agrippa van Nettesheim, Cornelius:''' beroemd Duits occultist (1486—1535), wiens inzichten door het moderne onderzoek vaak bevestigd zijn.}} <section end="agrippavannettesheim"/> <section begin="ahriman"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Ahriman:''' in de Perzische godsdienst: de boze geest; te vergelijken met den duivel.}} <section end="ahriman"/> <section begin="akasa"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Akasa:''' Hindoewoord voor: stof.}} <section end="akasa"/> <section begin="akkeringakromme"/>{{Verkeerd-om inspringen/begin|2em|-2em}}'''Akkeringa-Kromme, Mevr. C.:''' geboren 2 Oct. 1868. De eerste Nederlandse psychometriste, die in het publiek optrad; voor het eerst in de winter van 1918—1919 te Haarlem. <section end="akkeringakromme"/><noinclude>{{Verkeerd-om inspringen/einde}}</noinclude> c6ovyycpvecwtgpd0lrx1zen7bnu8z0 Pagina:Occult woordenboekje (Van Veen 1937).djvu/8 104 39862 127676 125307 2022-08-23T19:39:55Z Vincent Steenberg 280 opmaak proofread-page text/x-wiki <noinclude><pagequality level="3" user="Vincent Steenberg" />{{RH|6||'''Ak-An'''}} {{lijn}} {{Verkeerd-om inspringen/begin|2em|0em}}</noinclude><section begin="akkeringakromme"/>Nog steeds een onvermoeide propagandiste van het spiritisme.{{Verkeerd-om inspringen/einde}} <section end="akkeringakromme"/> <section begin="aksakow"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Aksakow, Alexander:''' 1832—1903. Russisch staatsraad; richtte in 1874 „Psychische Studien” op en gaf in 1890 zijn boek uit: „Animismus and Spiritismus”, naar aanleiding van Eduard von Hartmann’s „Der Spiritismus”. Aksakow bewees in zijn boek, dat naast de animistische ook de spiritistische hypothese recht van bestaan heeft.}} <section end="aksakow"/> <section begin="alaesthesie"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Alaesthesie:''' het op een afstand voelen (door magnetisch rapport) van een door een prikkel bij anderen teweeggebrachte indruk.}} <section end="alaesthesie"/> <section begin="albertusmagnus"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Albertus Magnus:''' 1193—1280. (Albert von Böllstädt). Zwabisch dominikaner monnik, alchemist en magier.}} <section end="albertusmagnus"/> <section begin="alchemie"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Alchemie:''' kunst van goudmaken, van het veranderen van het ene metaal in het andere, met behulp van de steen der wijzen. Ook van het maken van levenselixer. (Ook: alchimie).}} <section end="alchemie"/> <section begin="allopsychie"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Allo-psychie:''' het overdragen van gedachten, voorstellingen, gevoelens en gemoedsaandoeningen.}} <section end="allopsychie"/> <section begin="ambivalent"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Ambivalent:''' dubbelwaardig; dubbelgericht zijn. B.v.: iemand tegelijk haten en liefhebben.}} <section end="ambivalent"/> <section begin="amnesie"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Amnesie:''' het ontbreken van het geheugen.}} <section end="amnesie"/> <section begin="amorph"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Amorph:''' vormloos. Van het karakter: niet emotioneel en niet actief met primaire functie. (Zie aldaar).}} <section end="amorph"/> <section begin="anaesthesie"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''An-aesthesie:''' ongevoeligheid voor zintuigelijke indrukken.}} <section end="anaesthesie"/> <section begin="analgesie"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Analgesie:''' ongevoeligheid voor pijn. (Ook: analgie).}} <section end="analgesie"/> <section begin="anaxagoras"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Anaxagoras:''' Grieks wijsgeer (500-428 voor Chr.). Hij nam naast de stof een tweede geestelijk principe aan en was de eerste, die een onstoffelijken Schepper aannam.}} <section end="anaxagoras"/> <section begin="anima"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Anima:''' (eigenlijk: luchtstroom, adem). Verder: lichamelijke levenskracht, levensbeginsel, levend wezen.}} <section end="anima"/> <section begin="animus"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Animus:''' Ziel, geestelijke levenskracht, geest.}} <section end="animus"/> <section begin="animaal"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Animaal:''' dierlijk. (Zie magnetisme).}} <section end="animaal"/> <section begin="animatisme"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Animatisme:''' neiging tot personifiëren van al, wat zich beweegt en zich daardoor als levend wezen voordoet.}} <section end="animatisme"/> <section begin="animisme"/>{{Verkeerd-om inspringen/begin|2em|-2em}}'''Animisme:''' geestverering bij natuurvolken, die geloven, dat ook de levenloze voorwerpen een ziel bezitten; zij zien in alle verschijnselen en werkingen in de natuur uitingen van <section end="animisme"/><noinclude>{{Verkeerd-om inspringen/einde}}</noinclude> aawglpv26dsrwjamfw8dcl3lcvtfmyf 127680 127676 2022-08-23T19:52:22Z Vincent Steenberg 280 opmaak proofread-page text/x-wiki <noinclude><pagequality level="3" user="Vincent Steenberg" />{{RH|6||'''Ak-An'''}} {{lijn}} {{Verkeerd-om inspringen/begin|2em|0em}}</noinclude><section begin="akkeringakromme"/><br>Nog steeds een onvermoeide propagandiste van het spiritisme.{{Verkeerd-om inspringen/einde}} <section end="akkeringakromme"/> <section begin="aksakow"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Aksakow, Alexander:''' 1832—1903. Russisch staatsraad; richtte in 1874 „Psychische Studien” op en gaf in 1890 zijn boek uit: „Animismus and Spiritismus”, naar aanleiding van Eduard von Hartmann’s „Der Spiritismus”. Aksakow bewees in zijn boek, dat naast de animistische ook de spiritistische hypothese recht van bestaan heeft.}} <section end="aksakow"/> <section begin="alaesthesie"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Alaesthesie:''' het op een afstand voelen (door magnetisch rapport) van een door een prikkel bij anderen teweeggebrachte indruk.}} <section end="alaesthesie"/> <section begin="albertusmagnus"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Albertus Magnus:''' 1193—1280. (Albert von Böllstädt). Zwabisch dominikaner monnik, alchemist en magier.}} <section end="albertusmagnus"/> <section begin="alchemie"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Alchemie:''' kunst van goudmaken, van het veranderen van het ene metaal in het andere, met behulp van de steen der wijzen. Ook van het maken van levenselixer. (Ook: alchimie).}} <section end="alchemie"/> <section begin="allopsychie"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Allo-psychie:''' het overdragen van gedachten, voorstellingen, gevoelens en gemoedsaandoeningen.}} <section end="allopsychie"/> <section begin="ambivalent"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Ambivalent:''' dubbelwaardig; dubbelgericht zijn. B.v.: iemand tegelijk haten en liefhebben.}} <section end="ambivalent"/> <section begin="amnesie"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Amnesie:''' het ontbreken van het geheugen.}} <section end="amnesie"/> <section begin="amorph"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Amorph:''' vormloos. Van het karakter: niet emotioneel en niet actief met primaire functie. (Zie aldaar).}} <section end="amorph"/> <section begin="anaesthesie"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''An-aesthesie:''' ongevoeligheid voor zintuigelijke indrukken.}} <section end="anaesthesie"/> <section begin="analgesie"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Analgesie:''' ongevoeligheid voor pijn. (Ook: analgie).}} <section end="analgesie"/> <section begin="anaxagoras"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Anaxagoras:''' Grieks wijsgeer (500-428 voor Chr.). Hij nam naast de stof een tweede geestelijk principe aan en was de eerste, die een onstoffelijken Schepper aannam.}} <section end="anaxagoras"/> <section begin="anima"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Anima:''' (eigenlijk: luchtstroom, adem). Verder: lichamelijke levenskracht, levensbeginsel, levend wezen.}} <section end="anima"/> <section begin="animus"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Animus:''' Ziel, geestelijke levenskracht, geest.}} <section end="animus"/> <section begin="animaal"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Animaal:''' dierlijk. (Zie magnetisme).}} <section end="animaal"/> <section begin="animatisme"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Animatisme:''' neiging tot personifiëren van al, wat zich beweegt en zich daardoor als levend wezen voordoet.}} <section end="animatisme"/> <section begin="animisme"/>{{Verkeerd-om inspringen/begin|2em|-2em}}'''Animisme:''' geestverering bij natuurvolken, die geloven, dat ook de levenloze voorwerpen een ziel bezitten; zij zien in alle verschijnselen en werkingen in de natuur uitingen van <section end="animisme"/><noinclude>{{Verkeerd-om inspringen/einde}}</noinclude> m9x346owan6zscuicfsofrlwnm6z9hb 127718 127680 2022-08-24T08:25:39Z Vincent Steenberg 280 +wl proofread-page text/x-wiki <noinclude><pagequality level="3" user="Vincent Steenberg" />{{RH|6||'''Ak-An'''}} {{lijn}} {{Verkeerd-om inspringen/begin|2em|0em}}</noinclude><section begin="akkeringakromme"/><br>Nog steeds een onvermoeide propagandiste van het spiritisme.{{Verkeerd-om inspringen/einde}} <section end="akkeringakromme"/> <section begin="aksakow"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Aksakow, Alexander:''' 1832—1903. Russisch staatsraad; richtte in 1874 „Psychische Studien” op en gaf in 1890 zijn boek uit: „Animismus and Spiritismus”, naar aanleiding van Eduard von Hartmann’s „Der Spiritismus”. Aksakow bewees in zijn boek, dat naast de animistische ook de spiritistische hypothese recht van bestaan heeft.}} <section end="aksakow"/> <section begin="alaesthesie"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Alaesthesie:''' het op een afstand voelen (door magnetisch rapport) van een door een prikkel bij anderen teweeggebrachte indruk.}} <section end="alaesthesie"/> <section begin="albertusmagnus"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Albertus Magnus:''' 1193—1280. (Albert von Böllstädt). Zwabisch dominikaner monnik, alchemist en magier.}} <section end="albertusmagnus"/> <section begin="alchemie"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Alchemie:''' kunst van goudmaken, van het veranderen van het ene metaal in het andere, met behulp van de steen der wijzen. Ook van het maken van levenselixer. (Ook: alchimie).}} <section end="alchemie"/> <section begin="allopsychie"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Allo-psychie:''' het overdragen van gedachten, voorstellingen, gevoelens en gemoedsaandoeningen.}} <section end="allopsychie"/> <section begin="ambivalent"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Ambivalent:''' dubbelwaardig; dubbelgericht zijn. B.v.: iemand tegelijk haten en liefhebben.}} <section end="ambivalent"/> <section begin="amnesie"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Amnesie:''' het ontbreken van het geheugen.}} <section end="amnesie"/> <section begin="amorph"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Amorph:''' vormloos. Van het karakter: niet emotioneel en niet actief met primaire functie. (Zie [[Occult woordenboekje/Primaire functie|aldaar]]).}} <section end="amorph"/> <section begin="anaesthesie"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''An-aesthesie:''' ongevoeligheid voor zintuigelijke indrukken.}} <section end="anaesthesie"/> <section begin="analgesie"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Analgesie:''' ongevoeligheid voor pijn. (Ook: analgie).}} <section end="analgesie"/> <section begin="anaxagoras"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Anaxagoras:''' Grieks wijsgeer (500-428 voor Chr.). Hij nam naast de stof een tweede geestelijk principe aan en was de eerste, die een onstoffelijken Schepper aannam.}} <section end="anaxagoras"/> <section begin="anima"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Anima:''' (eigenlijk: luchtstroom, adem). Verder: lichamelijke levenskracht, levensbeginsel, levend wezen.}} <section end="anima"/> <section begin="animus"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Animus:''' Ziel, geestelijke levenskracht, geest.}} <section end="animus"/> <section begin="animaal"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Animaal:''' dierlijk. (Zie magnetisme).}} <section end="animaal"/> <section begin="animatisme"/>{{Verkeerd-om inspringen|2em|-2em|'''Animatisme:''' neiging tot personifiëren van al, wat zich beweegt en zich daardoor als levend wezen voordoet.}} <section end="animatisme"/> <section begin="animisme"/>{{Verkeerd-om inspringen/begin|2em|-2em}}'''Animisme:''' geestverering bij natuurvolken, die geloven, dat ook de levenloze voorwerpen een ziel bezitten; zij zien in alle verschijnselen en werkingen in de natuur uitingen van <section end="animisme"/><noinclude>{{Verkeerd-om inspringen/einde}}</noinclude> 45ynh4nnti8ycz4w9ipfesv0062jvrg Sjabloon:Verkeerd-om inspringen/begin 10 39868 127677 125203 2022-08-23T19:43:18Z Vincent Steenberg 280 bezem wikitext text/x-wiki <div style="margin-left:{{{1}}};"> <div class="__ti_special" style="text-indent:{{{2}}}"> rtkw79z0s86am20pl2ls5wymum6852m Sjabloon:Verkeerd-om inspringen/einde 10 39869 127678 125201 2022-08-23T19:44:27Z Vincent Steenberg 280 bezem wikitext text/x-wiki <!-- --> </div> </div> qhckeals9yq5d3tn55gyjargyh2ak99 127679 127678 2022-08-23T19:51:47Z Vincent Steenberg 280 test wikitext text/x-wiki </div> </div> 0ra05ys0mzkh8h5y110bcv01m5qt437 Pagina:Architectura vol 005 no 007.djvu/8 104 40525 127662 127590 2022-08-23T18:30:10Z Vincent Steenberg 280 /* Proefgelezen */ proofread-page text/x-wiki <noinclude><pagequality level="3" user="Vincent Steenberg" />{{RH|46|{{sp|ARCHITECTUR}}A.|13 Februari 1897.}} {{lijn}}</noinclude><section begin="doordefirma"/><br>{{gap}}{{sp|De Nederlandsche Boekdrukker}} zal zooveel mogelijk geregeld den 15den van iedere maand verschijnen en alle boek- en steendrukkers gratis en franco worden toegezonden. <br>{{gap}}In ieder nummer zullen twee of meer bijlagen worden opgenomen, waarvan één achtereenvolgens de portretten zal geven van bekende Nederlandsche boek- of steendrukkers, onder den titel van „Bekende Vakgenooten.” <br>{{gap}}De eerste aflevering bevat een portret van {{sc|s. m. van nooten}}. <br>{{gap}}Het bericht meldt niet of het blad zich ook zal bezig houden met het aankweeken van meer gezonde begrippen omtrent zetten en drukken, dan die welke thans te zien zijn in de wanproducten, welke meestal de drukkerijen verlaten. ’t Is zeer te hopen dat de bedoeling is in deze richting te werken. <section end="doordefirma"/> <section begin="eenwetsontwerpwordt"/>{{gap}}— Hen wetsontwerp wordt aanhangig gemaakt om zoo spoedig mogelijk met den bouw van een nieuw Ethnografisch museum te {{sc|leiden}} te kunnen aanvangen. <section end="eenwetsontwerpwordt"/> <section begin="temidwoldegr"/>{{gap}}— Te {{sc|midwolde}} (Gr.) is ernstig sprake geweest, het beroemde beeldhouwwerk in de kerk aldaar — een meesterwerk van {{sc|rombout verhulst}}, vervaardigd in het jaar 1669 en toebehoorende aan {{sc|jhr. j. æ. a. van panhuis}}, oud-vice-president v. d. Raad v. State, naar het buitengoed Nienoord over te brengen, daar het steenen gewelf dreigde neder te storten. Men is nu van plan dit door een ijzeren gewelf te vervangen, waardoor de kerk in het bezit van het schoone monument zal blijven. <section end="temidwoldegr"/> <section begin="teparijsopende"/>{{gap}}— Te {{sc|parijs}} opende de President {{sc|felix faure}} de nieuwe rue Reaumur. Nog slechts een gedeelte is voltooid, de rest vertoont nog een onbegrijpelijke chaos van gedeeltelijk en geheel gesloopte huizen. Dwars door een oud gedeelte der stad vrijwel in het centrum gelegen is de breede verkeersweg getrokken. <section end="teparijsopende"/> <section begin="onlangsopperdede"/>{{gap}}— Onlangs opperde de heer {{sc|loffelt}} in het N. v. d. D. het plan om verdwenen gebouwen getrouw gereproduceerd voor het een of ander doel wederom op te bouwen. <br>{{gap}}[[De Opmerker|De {{sc|opmerker}}]] is met dit plan niet ingenomen en beweert dat sedert 1880 de Nederlandsche bouwers oorspronkelijk en smaakvol genoeg zijn. <br>{{gap}}Om dit te loochenen beweert de heer {{sc|loffelt}} o.a.: „Onlangs verrees er in {{sc|den haag}} nogwel dicht bij ons smaakvol stadhuis een gebouw dat zeker oorspronkelijk is maar oorspronkelijk alleen om zijn gruwelijke smakeloosheid. Wanneer nu {{sc|amsterdam}} een beurs krijgt van denzelfden bouwmeester en die stijl navolging vindt, als het nieuwe na 1880 dan zal de hoofdstad spoedig een der leelijkste steden van de wereld worden.” <section end="onlangsopperdede"/> <section begin="detelegraafvan"/>{{gap}}— De {{sc|telegraaf}} van 9 dezer meldt dat ter beurze te {{sc|amsterdam}} een adres aan den gemeenteraad heeft gecirculeerd, bedoelende het voorstel van de heeren {{sc|flines}} en {{sc|van glahn}} te steunen om voor de te stichten beurs het terrein tusschen Warmoesstraat en Damrak, dat voor belangrijk lager bedrag is aangeboden, te bestemmen. <section end="detelegraafvan"/> <section begin="indeaprilvergadering"/>{{gap}}— In de April-vergadering der afdeeling {{sc|amsterdam}} van de Mij. tot bev. der Bouwkunst, zal {{sc|mr. verkouteren}} de vraag van het {{sp|Hoofdbestuu}}r: „Het opmaken van staten van meer of minder werk” bespreken. <section end="indeaprilvergadering"/> <section begin="hetgebouwvan"/>{{gap}}— Het gebouw van de Assurantie-Maatschappij „De Nederlanden,” dat aan het verbreede {{sc|kerkplein}} te {{sc|’s gravenhage}} naar de plannen van de architecten {{sc|wesstra}} in {{sc|den haag}} en {{sc|berlage}} te {{sc|amsterdam}}, door de aannemers {{sc|breyer}} en {{sc|sperwer}} in {{sc|den haag}} is gebouwd, is thans in gebruik genomen. Het gebouw is van dezelfde architectuur als het kantoorgebouw van „De Nederlanden” op ’t {{sc|sophiaplein}} te {{sc|amsterdam}}, waarvan de hoofdgedachte is: forsch omlijnde groote vlakken, niet verstoord door versierseltjes. <section end="hetgebouwvan"/> <section begin="devereenigingamsterdam"/>{{gap}}— De Vereeniging {{sc|amsterdam vooruit!}} heeft het voornemen, bij genoegzame deelneming, in de maand {{sc|augustus}} a.s. in het Paleis voor Volksvlijt een {{sp|Internationale tentoonstelling van Reclamemiddelen}} te houden{{grijs|[.]}} <br>{{gap}}Een prijsvraag voor een reclame-biljet voor deze tentoonstelling wordt uitgeschreven, waarvoor de commissie, bestaande uit de heeren {{sc|g. h. breitner, w. kromhout cz.}} en {{sc|a. reyding}}, bezig is het programma te ontwerpen en een jury samen te stellen. <br>{{gap}}Het {{sp|Uitvoerend Comité}} houdt zich reeds geruimen tijd onledig met de voorbereidende maatregelen. <br>{{gap}}Nadere bijzonderheden zullen spoedig kunnen worden medegedeeld. {{Rechts|{{sc|amst. c.}}}} <section end="devereenigingamsterdam"/> <section begin="detentoonstellingtearnhem"/>{{sc|de tentoonstelling te arnhem.}} {{gap}}Voor zoover men thans over het hoofdgebouw der tentoonstelling van Geldersche Nijverheid en Handel, die te {{sc|arnhem}} zal worden gehouden, kan oordeelen, zal dit werkelijk een grootschen indruk maken.&nbsp;<ref>Sic. {{sc|red.}}</ref> <br>{{gap}}De onderbouw is zoo goed als gereed, terwijl alleen de overkapping van den linkervleugel nog in bewerking is. De beide torens, die ter zijde van den hoofdingang worden aangebracht, voldoen uitstekend. <br>{{gap}}Door het hellend terrein is het mogelijk geworden, de ruimte onder de beide zijvleugels in te richten voor de buffetten. {{Rechts|{{sc|tel.}}}} <section end="detentoonstellingtearnhem"/> <section begin="kunstenletternieuws"/>{{Rechts|{{sc|kunst en letternieuws}}.}} {{gap}}Te {{sc|rotterdam}} zijn eenige jonge kunstenaars bezig een vereeniging te stichten, genaamd {{sc|vrije kunst}}, waarvan tot nu toe leden zijn: de heeren {{sc|brondgeest}}, acteur; {{sc|jac. van gils}}, architect; {{sc|de moor, linse, krulder, stutterheim, addix, van dongen}}, schilders; {{sc|speenhoff}} en {{sc|van veen}}, schrijvers; {{sc|bogaard}}, dichter en mej. {{sc|penning}}, pianiste. <br>{{gap}}Deze vereeniging zal eerlang, de volgende circulaire, waarin haar plannen worden uiteengezet, in de wereld zenden: <br>{{gap}}De kunstenaars-vereeniging, die zich onder bovenstaanden naam heeft gevormd, bedoelt voornamelijk te bevorderen de toepassing van kunst in het maatschappelijk leven, en een sterke reactie te verwekken tegen de aanstellerige en waardelooze producten, waardoor de smaak van het publiek misleid wordt. <br>{{gap}}In onderlinge kritiek, in eerlijk streven naar waarheid en oorspronkelijkheid zoekt zij de kracht, die noodig is, om met vrucht werkzaam te zijn en de belangstelling van het publiek in kunstenaars en hun arbeid aan te moedigen. <br>{{gap}}Maar dat alleen is niet voldoende. Ze moet zelf voortdurend met de stukken bewijzen, dat ze haar taak ernstig opneemt, en daarom zullen van tijd tot tijd voordrachtsavonden en exposities georganiseerd worden, hier en elders, waar de donateurs toegang zullen hebben en zich van het streven der vereeniging kunnen overtuigen. <br>{{gap}}Een serie artistiek uitgevoerde boekwerken — publiek verkrijgbaar, maar voor de donateurs belangrijk lager in prijs — zullen op ongeregelde tijden onder den titel {{sc|vrije kunst}} I, II, III enz. in het licht verschijnen en door hun inhoud: proza, poëzie, illustraties, muziek, architectuur en critiek van de leden een blijvende herinnering aan den arbeid der Vereeniging zijn. <br>{{gap}}We rekenen er op, dat velen huu belangstelling in deze zaak door een jaarlijksche geldelijke bijdrage zullen toonen, want hoe rijkelijker de middelen toevloeien, des te krachtiger zal er gewerkt kunnen worden. <br>{{gap}}Daar Rotterdam buitenaf de niet zeer eervolle reputatie heeft, dat iedere kunst er absoluut kwijnen moet, wil deze vereeniging toonen, dat hier toch wel iets goeds tot stand kan komen, maar daartoe behoeft zij uw medewerking. Als die onmisbare factor aanwezig is, neem ze op zich de verwachting, door dit prospectus opgewekt, in alle opzichten te vervullen. {| width="100%" | valign="bottom" | {{sc|tel.}} | align="right" | {{sc|d. h. brondgeest}}, Pres.<br>{{sc|j. h. speenhoff}}, Sec.<br>{{sc|jacs. van gils}}, Penningm. |} <section end="kunstenletternieuws"/> <section begin="het haagschedagbl"/>{{gap}}— Het {{sp|Haagsche Dagb}}l. deelde mede, dat {{sc|dr. a. bredius}} zijn ontslag als directeur van het Mauritshuis heeft genomen wegens de benoeming van den heer {{sc|f. g. waller}} tot onder-directeur van dat museum. <br>{{gap}}Naar aanleiding van dit bericht verzoekt de heer {{sc|bredius}} genoemd blad nog te melden, dat de benoeming van den heer {{sc|waller}} heeft plaats gehad geheel buiten zijne voorkennis en dat terwijl door hem iemand anders was voorgedragen en de Regeering hem uitdrukkelijk had gezegd, dat een door hem voortestellen kandidaat „natuurlijk voorgedragen zou worden.” <br>{{gap}}Voorts wordt aan het {{sp|Haagsche blad}} nog uit goede bron verzekerd, dat de heer {{sc|waller}} zelfs niet gesolliciteerd had. <br>{{gap}}Er worden pogingen aangewend om {{sc|dr. b.}} voor het Mauritshuis te behouden. {{Rechts|{{sc|tel.}}}} <section end="het haagschedagbl"/> <section begin="drabredius"/>{{gap}}— {{sc|dr. a. bredius}}, directeur van het Mauritshuis, heeft, naar het {{sp|Dagblad van Zuid–Holland en}} ’s{{sp| Gravenhage}} meldt, eergisteren aan H. M. de Koningin-Regentes een request om ontslag aangeboden. {{Rechts|{{sc|„arti et amicitiae.”}} <section end="drabredius"/> <section begin="opverzoekvan"/>{{gap}}Op verzoek van de „Société Imperiale d’Encouragement des Arts, sous le haut patronage dc S. A. R. la Princesse Henriette d’Oldenbourg, à St. Petersbourg,” heeft de Mij. {{sc|„arti et amicitiae”}} zich belast met de organisatie eener Hollandsch afdeeling voor de „Exposition Internationale d’Affiches Illustrées” welke door bovengenoemde vereeniging in de maand {{sc|november}} a. s. te {{sc|st. petersburg}} zal worden gehouden. <br>{{gap}}Het programma voor deze afdeeling zal aan de Nederlandsche kunstenaars worden toegezonden en aan het bureau der Maatschappij {{sc|arti et amicitiae}} ter gelegener tijd worden verkrijgbaar gesteld. <br>{{gap}}Bestuurderen der Mij. {{sc|arti et amicitiae}} stellen zich voor om van deze bijeen te brengen collectieve inzending eene vóór-tentoonstelling te houden in de kunstzalen hunner Maatschappij. {{Rechts|{{sc|tel}}.}} <section end="opverzoekvan"/> <section begin="devereenigingkunst"/>{{gap}}— De Vereeniging {{sc|kunst toegepast op boekbanden}}, die het vorige jaar te {{sc|leiden}} en {{sc|utrecht}} haar pogingen tot herleving eener lang verwaarloosde tak van kunstnijverheid met succes bekroond zag, zal van 15—27 {{sc|februari}} a. s. haar 3e expositie in het Stedelijk Museum aan de Van Baerlestraat hier houden. Ditmaal heeft het bestuur voor de eerste maal ook eenige buitenlandsche binders uitgenoodigd in te zenden. Toezegging werd gedaan door de heeren {{sc|t. j. cobden-sanderson}} te {{sc|londen, e. ludwig}} te {{sc|frankfort, a. m. paul adam}} te {{sc|dusseldorf}} en de welbekende {{sc|forening for boghaendwerk}} te {{sc|kopenhagen}}. {{Rechts|{{sc|amst. c.}}}} <section end="devereenigingkunst"/> <section begin="dienstaanbiedingen"/>{{Rechts|{{sc|dienstaanbiedingen en vacantebetrekkingen}}.&nbsp;<ref>Deze rubriek is uitsluitend opengesteld voor leden van A. et A. en voor abonné’s op dit blad.</ref>}} <section end="dienstaanbiedingen"/> <section begin="errata"/> {| width="100%" | valign="top" | ERRATA. | {{sc|ar&shy;chi&shy;tec&shy;tu&shy;ra n<sup>o</sup>. 6, 6 feb. 1897.}} |} {{gap}}Verslag der vergadering R K. Gildebond: {| | Bladz. | 33 | kolom | 1 | regel | 14 v. o. | staat: | „{{sp|schoon}}e” | moet | zijn: | {{sp|lichaa}}m. |- | align="center" | „ | align="center" | „ | align="center" | „ | 1 | align="center" | „ | 16 v. b. | align="center" | „ | „{{sp|wer}}d” | align="center" | „ | align="center" | „ | {{sp|word}}t. |- | align="center" | „ | align="center" | „ | align="center" | „ | 1 | align="center" | „ | 10. v. o. | align="center" | „ | „{{sp|van de red}}e” | moet | zijn: | {{sp|aan de red}}e. |- | align="center" | „ | align="center" | „ | align="center" | „ | 2 | align="center" | „ | 1 v. b. | align="center" | „ | „{{sp|wezenlijkheid doo}}r” | moet | zijn: | {{sp|wezenlijk da}}n. |- | align="center" | „ | align="center" | „ | align="center" | „ | 1 | align="center" | „ | 10 v. b. | align="center" | „ | „{{sp|hoore}}n” | moet | zijn: | {{sp|toone}}n. |} <section end="errata"/><noinclude><references/></noinclude> k3b3cstfznh1wq7fmhfq4b1ztt401as Het paradijs verloren: Boek IV 0 40538 127661 127660 2022-08-23T13:19:51Z J.G.G. 269 red., noten wikitext text/x-wiki '''Navigatie''': [[Het paradijs verloren: Boek I|Boek I]] - [[Het paradijs verloren: Boek II|Boek II]] - [[Het paradijs verloren: Boek III|Boek III]] - [[Het paradijs verloren: Boek IV|Boek IV]] {{Infobox document | naam = Het paradijs verloren: Boek IV | auteur = [[Auteur:John Milton|John Milton]] | genre = Poëzie | taal = Engels | datum = 1674 (tweede editie)</br>Vertaling 2022 | vertaler = [[Gebruiker:J.G.G.|Jules Grandgagnage]] | bron = [https://vertaaldegedichten.jouwweb.be/engelse-gedichten/john-milton/paradise-lost-book-iv Vertaalde gedichten: Paradise Lost Boek IV]] | auteursrecht = CC-BY-SA | artikelwikipedia = Paradise Lost (gedicht) }} [[Bestand:ParadiseLButts1.jpg|miniatuur|left|Illustratie door William Blake, 1808: Satan wekt de opstandige engelen op]] ---- <Center><Big><Big>Het paradijs verloren: Boek IV (1674)</Big></Big> '''Paradise Lost Book IV van John Milton'''<br>naar het Nederlands vertaald door Jules Grandgagnage (2022)</br> </br><U>Tekstverantwoording:</U> voor de Engelse tekst werd gebruikgemaakt van [https://en.wikisource.org/wiki/Paradise_Lost_(1674)/Book_IV de tekst op de Engelse Wikisource]. </Center> ---- {{Gebruiker:J.G.G./licentie}} ---- '''ONDERWERP VIERDE BOEK''' ('The Argument') Satan is nu Eden genaderd, de plaats waar hij zijn stoutmoedige onderneming tegen God en de mens alleen moet zien te volbrengen. Twijfels overvallen hem over zichzelf, zijn hartstochten, angst, afgunst en wanhoop, maar uiteindelijk geeft hij zich over aan het kwaad en reist hij verder naar het paradijs, waarvan de ligging en het uitzicht wordt beschreven. Hij overschrijdt de grens en strijkt in de gedaante van een aalscholver neer in de boom des levens, de hoogste van het lusthof van waaruit hij een goed uitzicht heeft. Daarna wordt de tuin beschreven en ontmoet Satan Adam en Eva, die hij bewondert in hun mooie vorm en volmaakt geluk. Satan, vastbesloten om hun val te bewerkstelligen, luistert hun gesprek af en leert daaruit dat het verboden is van de boom der kennis te eten op straffe des doods. Hij besluit om zijn verleiding erop te baseren dat ze dit gebod overtreden. Hij verlaat hen even om op andere manieren meer over hun toestand te weten te komen. Intussen daalt Uriël neer op een zonnestraal en waarschuwt Gabriël, de poortwachter van het paradijs, dat een kwade geest uit de hel is ontsnapt en 's middags vanuit zijn sfeer in de vorm van een engel is binnengedrongen. Uriël had hem echter op een berg in zijn ware gedaante verrast en herkend aan zijn woeste gebaren. Gabriël belooft om hem tegen morgenochtend te vinden. 's Nachts praten Adam en Eva over hun verdiende rust na hun dagtaak; hun prieel en avondritueel wordt beschreven. Gabriël doet met zijn nachtwacht de ronde van het paradijs en geeft twee sterke engelen de opdracht de slaapplaats te bewaken en Adam en Eva te behoeden voor een aanval van Satan tijdens hun slaap. Daar vinden ze de duivel echter reeds gebogen over Eva, in haar oor fluisterend om haar in een droom te verleiden. Satan wordt tegen zijn zin door de twee engelen naar Gabriël gebracht, door wie hij wordt ondervraagd. Satan beantwoordt alles minachtend en neemt zich voor te strijden, tot een teken uit de hemel hem op andere gedachten brengt. {{Kolommen2 | Kolom1= <big>HET PARADIJS VERLOREN</big> Nederlandse vertaling door Jules Grandgagnage (2022) BOEK IV <poem> O, die vermanende stem die de apostel<ref>vermanende/waarschuwende stem. Milton verwijst naar Johannes' gelijkenis van de nederlaag van Satan in Openbaring 12: 3-12.</ref> voorspeller van de Eindtijd, hemels toeriep,<ref>eindtijd of apocalyps. het einde van de wereld en de dag des oordeels zijn de thema's van het boek Openbaring.</ref> toen de draak zich in een tweede rooftocht woest op mensen stortte, belust op wraak: "Wee de bewoners van de Aarde!" had d' eerste ouders gewaarschuwd voor de komst van hun geheime vijand, zodat ze mogelijk konden ontsnappen aan zijn dodelijke strik; Want nu kwam Satan, ontstoken door woede, op aarde; (voor de mens verleider, dan pas aanklager) om de broze, onschuldige mens te straffen voor zijn eerste verlies en zijn verbanning: Hoewel moedig en onbevreesd, verblijdt zijn snelheid hem niet en voelt hij geen reden tot snoeven als hij zijn aanslag begint en in zijn borst het uit te voeren plan woelt en borrelt  als een duivelse machine die terugslaat op hemzelf; Afschuw en twijfel verstoren Satans onrustige gedachten, en beroeren de bodem van de hel die hij met zich meedraagt en nooit, hoe ver<ref> De hel in hem: deze regels weerspiegelen de beroemde toespraken van Mephistopheles in Marlowes Doctor Faustus (B-Text) 1.3.76: "Why this is hell: nor am I out of it;".</ref> en waar hij ook zou gaan, zou kunnen ontvluchten.  Geweten wekt nu sluimerende wanhoop en de bittere herinnering aan wat hij was, nu is en worden moet: ergere daden brengen ergere kwellingen. Soms werpt hij met spijt een blik op Eden, nu lieflijk voor hem uitgespreid, dan weer op de hemel en de stralende zon nu in haar hoogste toren in het zenit; Dan, in gepeins verzonken, begon hij zuchtend: "U, Zon, gekroond met hoogste pracht, die naar beneden kijkt vanuit uw rijk gelijk de God van deze nieuwe wereld; voor U buigen alle sterren het hoofd, U roep ik aan, en noem uw naam, Zon, niet als vriend, om U te zeggen dat uw hatelijke stralen mij doen denken aan hogere sferen dan d' uwe, waaruit ik viel door trots en ambitie gedreven tot oorlog tegen de weergaloze koning der hemelen; Waarom? Zulke reactie verdiende Hij niet; Hij die mij voor deze hoge rang geschapen had, was mild in zijn verwijt en onder hem te dienen was niet zwaar. Is er een lichter taak dan Hem te prijzen en Hem te belonen met mijn dank? Ik Was het Hem terecht verschuldigd, maar al Zijn goedheid wekte slechts het kwaad in mij; Zo hoog verheven verachtte ik dienstbaarheid: Nog één stap hoger, dacht ik, bracht mij 't Hoogste en kwijtschelding van eeuwige dankbaarheid, een schuld te zwaar om verder te betalen; 'k Vergat wat ik van Hem nog steeds ontving, Ik vatte niet dat een dankbaar hart, schoon schuldig, niet schuldig blijft, maar toch betaalt, van schuld ontlast; Heet dit dan een last? Ach, had het almachtig Lot mij maar bestemd tot engel in lagere rang; Dan zou ik, zonder ambitie en hoop, nog steeds tevreden zijn! Alhoewel... Stel dat een andere macht ambitie kreeg en mij, een lagere geest, meetrok in zijn plan? Maar andere krachten, zo groot als ik, weerstonden alle verleiding en bleven overeind. Had jij dan niet die vrije wil en kracht om te weerstaan? Dat had je! Waarom dan wie of wat beschuldigen tenzij hemelse liefde die ieder krijgt? Vervloekt zij dan die liefde, want liefde of haat brengen mij dezelfde eeuwige pijn. Nee, wees zelf vervloekt, want tegen Zijn Wil koos je vrij wat je terecht betreurt. Wee mij! Want waarheen kan ik oneindige toorn en wanhoop ontvluchten als overal de hel mij volgt: Ikzelf ben de hel! In elk diep dreigt nog een lager diep mij te verzwelgen, dat vergeleken met mijn eigen hel een hemel lijkt! Geef toch eindelijk toe: Is er geen plaats meer over voor vergeving en berouw? Geen voor onderwerping? Minachting weerhoudt me dat woord te gebruiken, beschaamd voor wat de geesten beneden zullen zeggen die ik verleidde met beloften en opschepperij in plaats van onderwerping, snoevend dat ik d' Almachtige kon knechten. Wee mij! Zij weten niet hoe 'k voor die trots moet boeten, onder welke kwellingen ik kreun terwijl zij mij vereren op de helletroon. Met koningskroon en opgeheven scepter val ik steeds dieper, slechts in ellende 't grootst: Ziedaar de vreugde die mijn eerzucht vond. Maar stel dat ik het berouw en Zijn Genade mij in mijn vorige staat herstelt; hoelang zou 't duren voor hoogmoedige gedachten die geveinsde onderwerping afzwoeren? Uit beloften in pijn en met geweld afgedwongen groeit geen echte verzoening als haat zulke diepe wonden sloeg: Dit zou me alleen maar leiden tot ergere breuk en diepere val, en 't kort gewonnen respijt te moeten betalen met dubbele smart. Dat weet Hij, die mij straft; Hij wil mij net zo min vrede schenken als ik erom wil smeken; Voor ons is alle hoop verloren, maar kijk: in plaats van ons, die Hij verbannen heeft, schiep Hij de Mens en deze wereld voor hem: Vaarwel dus, angst, vaarwel berouw; al 't goede is voor mij verloren; Mijn Goed is 't Kwade; Door U deel ik het Rijk met 's hemels Vorst; Door U zal ik de helft of meer van d' aarde regeren, zoals weldra de mens zal weten." Al sprekend verduisterde driemaal zijn gezicht bij elke passie: toorn, afgunst en wanhoop die zijn geleende gelaat misvormden, en 't bedrog verraadde voor ieder die hem zag, want hemelingen zijn vrij van zulke driften. Zich snel hiervan bewust, bedekte Satan elke verstoring met uiterlijke kalmte; De huichelaar verhief bedrog tot kunst en was de eerste die het kwaad een schijn van heiligheid gaf. Maar dat volstond niet voor Uriël die reeds gewaarschuwd was en zag hoe Satan als gedrocht de berg Niphates beklom, mismaakter dan een blije<ref>Niphates: Assyrische berg.</ref> geest kon overkomen: Uriël merkte aan Satans woeste gebaren en drieste gedrag dat hij zich alleen waande, door niemand opgemerkt, door niemand bespioneerd. Satan gaat verder tot aan de grens van Eden, het Paradijs nabij, met groene wal die een landelijke heuvel bekroont boven een steile wildernis waarvan het stekelig kreupelbos de toegang ontzegt; Hoog daarboven ligt het schaduwrijk van ceder, den, spar en de wijd vertakte palm: een weids toneel van wouden, hoger en hoger, laag boven laag, schaduw boven schaduw in een houten theater met majesteitelijke aanblik. Hoger dan die kruinen rees de groene muur van 't paradijs vanwaar de opperheerser alle naburige streken van Eden kon zien. Daarbovenuit verrees een ronde rij met prachtige bomen beladen met rijk fruit en bloesems van een gouden tint, gemengd met bonte kleuren als van email, waarop de zon haar stralen scheen, vrolijker dan in een avondwolk of regenboog nadat God de aarde had gedrenkt. Zo lieflijk leek dat landschap: De zuivere lucht wordt bij zijn nadering nu nog zuiverder en vult zijn hart met lentevreugd, waardoor zijn droefheid verdwijnt, maar zijn wanhoop niet: De zachte bries voert op welriekende vleugels inheemse geuren aan, en fluistert waar haar zoete balsembuit vandaan komt. Zoals zij die zeilen voorbij De Kaap en Mozambique, en de adem der noordoostenwind hen Sheba's geuren aandraagt<ref>Sheba: verwijst naar het Bijbelse Sheba, het hedendaagse Jemen.</ref> der specerijenkust van 't zalig Arabië, verheugd met 't oponthoud, vertragen, en d' Oceaan nog mijlen lang verblijden door die geur: Zo trof ook nu het zoet parfum de Vijand die het zou verdoemen, al rook het beter dan de vislucht die verliefde Asmodeus<ref>Asmodeus: Milton roept het verhaal van Tobit op uit het apocriefe boek Tobit. Tobit, die door Perzië reisde, trouwde met Sara wier zeven voormalige echtgenoten op hun huwelijksnacht werden vermoord door haar demonenminnaar, Asmodeus. Raphael adviseerde Tobit om het hart en de lever van een vis te verbranden om de demon te verdrijven (Tobit 8: 3)..</ref> verdreef van de bruid van Tobits zoon, uit Media naar het verre Egypte, waar hij voorgoed in boeien werd gekluisterd. Traag, verzonken in gedachten was Satan verder gereisd tot aan de steile berg; Daar vond hij zijn weg versperd door kreupelhout en dichte ondergroei van doornige struiken die elk pad van mens en dier die hier passeerden afsloten. Eén poort was er, naar 't oosten gericht, aan d' andere zijde, die d' Aartsvijand zag, maar minachtend verwierp en dan smadelijk in één ononderbroken sprong de steilste berg en hoogste muur overschreed en binnen Eden landde op zijn voeten. Zoals een dolende wolf, belust op prooi, uit honger 's avonds het veld bespiedt waar schapen naar hun veilige kooi worden geleid, met gemak over de omheining  en op de kudde springt; Of als de dief loerend op d' ijzeren kist van rijke burgers die hun bezit met dikke deuren, tralies en grendels beveiligen, geen aanval vrezend, die klimt door 't raam of over 't dak: Zo drong de eerste Grote dief Zijn kudde binnen, zoals sindsdien valse huurlingen doen. Vandaar vloog hij omhoog naar de middelste en hoogste boom, de Levensboom, en zat daar neer gelijk een waterraaf; Het Ware<ref>waterraaf: aalscholver</ref> leven zocht hij niet, maar broedde op de dood en wie er sterven moest; noch dacht hij aan de levenskracht van deze plant die hij slechts als uitkijkpost gebruikte terwijl hij eeuwig leven kon verzekeren. Naast God kan niemand het Goede naar waarde schatten; Zo wordt het beste dat zich aan ons voordoet tot misbruik gekeerd en averechtse dienst. Opnieuw verwonderd ziet hij beneden zich, bestemd om 's mensen zintuigen te prikkelen, hoe de natuur haar hele rijkdom toont op deze kleine plaats: een hemel op aarde; Een lusthof Gods, door Hem geplant in 't oosten van Eden; Eden strekt zich vanaf Hauran<ref>Hauran: een dorp aan wat ooit de oostelijke rand van het oude Israël was.</ref> oostwaarts uit naar de koninklijke torens van Seleucië, gebouwd<ref>Seleucië: een stad aan de Middellandse Zee, nu deel van Turkije.</ref> door Griekse vorsten, waar Edens zonen eertijds vertoefden in Telassar: die blijde bodem<ref>Thelassar is een stad die wordt genoemd in 2 Koningen 19:12 en Jesaja 37:12.</ref> koos God uit voor Zijn nog blijder hof. Daar op die vruchtbare bodem liet hij bomen groeien van de edelste soort in uitzicht, geur en smaak, de Levensboom in het midden, voornaam oprijzend vol ambrozijnzoet fruit  van plantaardig goud; Vlak naast dat leven stond onze dood, de boom der kennis: te dure kennis van 't goed betaald met kennis van 't kwaad. Ten zuiden liep een brede vloed door Eden,<ref>Genesis 2: 10 vermeldt zo'n rivier in Eden, die zich in vier stromen splitst. De fontein is een verzinsel van Milton.</ref> niet afwijkend van zijn loop, ondergronds door de ruige heuvel die God erop geworpen had als tuinaarde, hoog verheven op de snelle stroom die door de poreuze aderen van de aarde een frisse bron voedde en met menige beekjes de tuin besproeide; Daar verenigd stortte het water zich naar beneden op een open plek waar het zich verenigde met de onderstroom; Nu in vier hoofdstromen opgedeeld, verspreidt het zich door veel befaamde rijken en streken, maar laat ons liever vertellen over (kon Kunst het maar verwoorden!) hoe uit die saffieren fontein kabbelende beken ontsprongen die over oosterse parels en gouden zand rolden, kronkelend onder hangend schaduwloof, om nectar aan te voeren voor elke plant, en voeding voor bloemen, waardig voor het paradijs; niet kunstmatig gewrocht in perken, maar weelderig door Natuur uitgestort op heuvel, dal en vlakte; Overal waar d' ochtendzon het land verwarmde of waar het ondoordringbaar loofprieel haar duistert, was dit zo afwisselend oord een pastoraal verblijf: Bossen met bomen die gom en balsem tranen, of fruit dragen, gebrand met gouden schil en heerlijk smakend. Hier, en hier alleen, werd de fabel der Hesperiden waar.<ref>Hesperiden: verwijst naar de verhalen over de tuinen der Hesperiden, een legendarische boomgaard aan de rand van de wereld waar gouden fruit groeide, zoals beschreven in Ovidius' Metamorfosen.</ref> Tussen 't geboomte omgeploegde velden en weiden met kuddes die grazen van 't malse gras, heuvels waar de palmboom groeit, bewaterde valleien met overvloedig bebloemde schoot, veelkleurige bloemen en rozen zonder doorns: Een ander deel biedt met zijn grotten en spelonken een beschaduwde verkoeling onder welige wingerds met paarse druiven; Intussen stromen murmelende beekjes langs heuvelhellingen neer, verspreid, of samen naar een meer, dat aan zijn mirtenrijke oevers zijn kristallen spiegel toont. Het vogelkoor zingt liedjes, gedragen door de lentewind met geur van veld en bos, terwijl de bladeren trillen op hun toon en natuurgeest Pan met horen en gratiën in dans<ref>De gratiën en de horen (uren). De gratiën, in de Griekse religie, waren een groep vruchtbaarheidsgodinnen. De horen (Latijn: Horae, "uren") waren in de Griekse en Romeinse mythologie de godinnen van de seizoenen.</ref> de eeuwige lente inluidt. Niet Enna's mooie veld, waar Proserpina bloemen vergaarde,<ref>Proserpina: Milton verwijst naar de verhalen van Proserpina in Ovidius' Metamorfosen 5 en de homerische 'Hymne aan Demeter'. Proserpina, dochter van Zeus en Ceres, wordt door Dis (Pluto) meegenomen tijdens het verzamelen van bloemen in de Siciliaanse stad Enna. Ceres, de godin van het koren, verhindert de groei van gewassen terwijl ze naar haar dochter zoekt. Ten slotte stemt Dis ermee in om Proserpina voor zes maanden per jaar aan haar moeder terug te geven. Zo groeien de gewassen maar een half jaar.</ref> zelf de mooiste bloem, geplukt door Pluto, wat haar moeder Ceres zo bedroefde dat zij haar overal ging zoeken;  Noch Daphnes lieflijk bosland bij de Orontes,<ref>Daphne: De tuinen van Daphne aan de rivier de Orontes in Syrië stonden bekend om hun prachtige cipressen en laurierbomen, die werden bewaterd door een bron, gewijd aan Apollo en vernoemd naar de Castaliaanse bron op de berg Parnassus.</ref> noch Castaliës bron kon Eden overtreffen; Evenmin het eiland van Nysea<ref>Nysea: eiland waar Ammon, de zoon van Saturnus en koning van Libië, zijn zoon Bacchus liet opvoeden om hem te beschermen tegen zijn stiefmoeder Rhea. Ammon werd geïdentificeerd met Zeus en Noachs zoon Ham.</ref> in de Tritonstroom waar oude Cham (door d' Ouden Ammon genoemd, en Lybische Zeus) Amalthea en Bacchus, haar kloeke zoon,<ref>Amalthea: Amalthea (of 'tedere godin') baarde Bacchus, een zoon van Zeus (bekend als Amon in Egypte en Libië). Rhea, de vrouw van Zeus, wilde hen uit wraak doden.</ref> verborg voor zijn stiefmoeder Rhea. Noch waar Abessijnse koningen hun kroost bewaken op de berg Amhara,<ref>Amhara: In Miltons tijd werd Amhara, een heuvel in het hedendaagse Ethiopië, door sommigen beschouwd als het paradijs dat zich op de evenaar bevond.</ref> voor sommigen het ware paradijs waar de Nijl ontspringt onder de grens van Ethiopië, door glanzende rotsen omgeven; Een dagreis hiervandaan zag Satan vreugdeloos alle vreugde en schoonheid met alle nieuwe vreemde soorten schepsels: Onder hen twee edeler gedaanten, rijzig als goden, het hoofd rechtop gericht, in naakte majesteit, meesters van alles, waardig lijkend in hun goddelijk aanschijn dat hun wonderlijke Maker weerspiegelde; Waarheid, wijsheid, heiligheid streng en puur (streng, maar kinderlijk vrij) waaraan de mens zijn echt gezag ontleent; ze waren ongelijk, want hun geslacht verschilde; Hij was gemaakt voor contemplatie en moed; Zij voor zachte bevalligheid en zoete bekoring; Hij om God te dienen, zij voor God in hem: Zijn brede voorhoofd en nobel oog toonden zijn gezag; Krulhaar als Hyacynthus<ref>Hyacinthus: Het gedicht vergelijkt Adam met Hyacinthus, de geliefde jongen van Apollo in het lied van Orpheus uit Ovidius' Metamorfosen 10.163-219.</ref> viel mannelijk rond zijn voorlok neer, gevlochten, maar niet tot lager dan zijn brede schouders; Zij droeg, als sluier tot haar slanke leest, haar onversierde gouden lokken, warrig maar gevlochten zoals een wijnstok zijn ranken krult: dit wees op onderwerping, met zachte hand verkregen door hem en door haar gegeven met zedige onderdanigheid, bescheiden trots en zoete terughoudendheid. Hun mysterieuze delen waren onbedekt,<ref>mysterieuze delen: hun geslachtsdelen. Milton kiest het woord 'mysterieus' om de lezers eraan te herinneren dat 'huwelijkse riten' (regel 743) echt (hoewel allegorisch) gaan over de relaties tussen Christus en zijn kerk (Efeziërs 5:31-32), 'mysterieus bedoeld', zoals de trappen die naar de hemel leiden (3.516).</ref> want schuldige, oneerlijke schaamte was er niet voor het eerlijke werk van de natuur: eer werd echter onteerd; Zondaars, hoe zwaar woog op de mensheid uw schijn van zuiverheid: met vals vertoon bande u uit 't leven van de mens al zijn geluk, zijn eenvoud samen met zijn smetteloze onschuld! Zo gingen zij in naaktheid voort, noch schuwden zij de blik van God of engel, zich van geen kwaad bewust: Hand in hand gingen zij, het schoonste verliefde paar ooit; Adam, de beste aller mannen die als zijn zoons geboren werden, Zij nog mooier dan haar dochters. In 't lommer van een bos, onder het bladgeruis, zaten zij neer nabij een koele bron; na hun arbeid in de tuin verwelkomden zij Zephiros,<ref>Zephiros: de westenwind.</ref> wiens koelte hun verpozing baatte, zodat ze dorst en honger dankbaarder aanvaarden. Als avondspijs werden nectarvruchten, aangeboden door laag buigende takken waar zij liggend op hun zij naar reikten vanop de zachte bloembedekte oever:  Zij kauwden 't smakelijk fruit, en met de schil lesten zij hun dorst door bruisend water uit de stroom te scheppen. 't Ontbrak aan lieve woordjes niet, noch aan jeugdig flirten zoals het een blij paar gehuwden past als het alleen is. Rondom hen dartelden alle dieren der aarde, toen nog tam, van alle soort in wildernis of hol; Speels klom een leeuw de boom in, een geitje wiegend in zijn klauw; beer en tijger, lynx en luipaard huppelden stoeis voorbij; de logge olifant deed mee zijn best en kronkelde zijn slurf. De sluwe slang kroop dichterbij, en weefde zijn staart in gordiaanse knopen, zo ongemerkt zijn slinkse aard vertonend; Verzadigd zat het vee in 't weiland of keerde herkauwend huiswaarts; De dalende zon was nu met spoed op weg naar de Azoren, en in het rijzend hemelgedeelte verschenen de sterren die de komst van de avond verkondigden. Vanop dezelfde plaats stond Satan nog steeds te staren, zo onder de indruk van wat hij zag, dat hij slechts moeizaam zijn rede kon hervatten: "O, Hel! Wat aanschouwen mijn ogen met smart! In onze plaats van gelukzaligheid schepsels van andere vorm, aardgeboren misschien, geen engelen, maar niet veel minder dan stralende hemelse geesten; Bewonderend kijk ik naar hen, misschien met liefde, zo helder straalt Gods beeld in hen door de hand die hun vorm met schoonheid overgoot. O, lieflijk paar, hoe weinig weten jullie dat jullie omslag nadert! Gauw zal die lust in leed veranderen, en in groter leed naarmate vreugd u beter smaakt; Gelukkig nu, maar niet verzekerd of van lange duur: uw hemel te slecht ommuurd om uw zetel te houden en zulke vijand uit te sluiten die nu binnendrong. Geen vijand ben ik als ik door meelij voor uw verloren staat bewogen word, hoewel niemand om mij geeft; Een hecht verbond wil ik met u, een vriendschap zo dicht dat ik met u en u met mij moet samenwonen.  Mijn woning zal u mogelijk niet even goed bevallen als dit paradijs: Aanvaard haar echter als uw Makers werk dat ik u vrijelijk aanbied. De hel ontvangt u met open poort, begroet door al haar vorsten; Er is ruim plaats (geen grenzen zoals hier) voor uw talrijk kroost. Valt het tegen, bedank dan Hem die mij dwingt tot wraak op uw onschuld, in plaats van op de dader.  En zo ik word bewogen door uw onschuld, wat ook zo is, dan nog dwingt staatsbelang, eer en heerszucht mij, gevoed door wraak, uw wereld te winnen, en te doen wat anders (ofschoon verdoemd) mijn afschuw wekken zou." Zo sprak Satan, zijn duivelse daden uit noodzaak vergoelijkend met het pleit van een tiran. Dan daalt hij neer vanuit zijn hoge stand op de boom naar de speelse kudde van viervoetigen, zichzelf veranderend in telkens een of ander dier dat hem onopgemerkt dichtbij zijn prooi kon brengen en zo de mens te kennen uit woorden en daden. Een leeuw nu, sluipt hij met vurige ogen om hen heen; dan als een tijger die bij toeval twee spelende hertjes in de buurt betrapt, zich uitstrekt op zijn buik, dan weer opstaat en vaak zijn spiedende houding wisselt, zoekend naar de beste plaats om toe te slaan en na een zekere sprong beide met één klauw te grijpen, toen plots zijn oor getroffen werd door 't zoet gesprek tussen Adam, de eerste man, en Eva, de eerste vrouw. "Jij, die als enige deelt in deze vreugden, zelf als vreugd voor mij de allergrootste, Zeker is 't dat wie de wereld schiep oneindig goed moet zijn, en Zijn goedheid mild en eindeloos en vrijelijk schenkt; Hij verhief ons uit het stof naar hier, te midden het geluk, terwijl wij niets verdienden uit die gulle hand, noch kunnen geven wat Hij nodig heeft; Geen andere dienst vraagt Hij van ons dan deze: om onder alle bomen in het paradijs, vol velerlei heerlijk smakende vruchten,  niet van die ene boom der kennis, naast de levensboom geplant, te proeven: Zo dicht<ref>Levensboom: Volgens Genesis 2:9 stond de boom des levens dicht bij de verboden boom van kennis van goed en kwaad.</ref> bij 't leven staat de dood; Wat dood ook is, 't is zeker iets vreselijks, want je weet: God noemde het Dood om van die boom te proeven, Slechts daaruit blijkt onze gehoorzaamheid, naast zovele andere tekens van macht en heerschappij die God ons gaf, als meester over alle schepsels onder ons op aarde, in de lucht of in de zee. Til niet te zwaar dus aan dit licht verbod, wij, die vrijelijk mogen genieten van alles wat dit lusthof aan verrukkingen biedt: Laat ons Hem liever prijzen om Zijn gulheid, en ons wijden aan onze heerlijke taak om deze planten te snoeien en bloemen te kweken;  Al is dit werk vermoeiend, 't is zoet met jou." Eva sprak: "Voor jou en uit jou werd ik gevormd, vlees van mijn vlees: zonder jou had ik geen doel, mijn gids en hoofd! Juist<ref>Milton was niet de enige die geloofde dat het enige doel waarvoor de vrouw is geschapen, is om de eenzaamheid van een man te verhelpen.</ref> en rechtvaardig was wat je zei. Waarlijk zijn wij Hem iedere dag lof en dank verschuldigd, ik vooral prijs me gelukkig dat ik van jou geniet: zo ver boven mij verheven vind jij nergens je gelijke. Vaak denk ik terug<ref>'nergens je gelijke': Adam, zo staat in Boek 8, vroeg God specifiek om hem te voorzien van een gelijkwaardige partner, een zoals hijzelf. Toch impliceert Eva hier dat Adam zozeer haar meerdere is dat hij geen gelijke op aarde heeft en dus geen gelijkaardige partner.</ref> aan die dag toen ik voor 't eerst ontwaakte op een beschaduwd bloemenbed; ik vroeg me af waar 'k was, vanwaar ik kwam en hoe ik hier terecht gekomen was. Niet ver vandaan ontsprong met murmelend geluid water uit een grot dat zich verspreidde in een vloeibare vlakte en daar verstilde, zo helder als de hemel; daarheen ging ik, onervaren in gedachten, en lag neer om vanop de groene oever in 't meer te kijken als in een andere lucht. Toen ik me bukte, verscheen in de spiegeling recht over me een gedaante die zich naar me boog; ik schrok en deinsde terug, zij deinsde terug, verheugd keerde ik weer, haar spiegelbeeld beantwoordde mij nu met sympathie en liefde. Ik zou daar nog hebben gestaan in ijdel verlangen, als niet die stem mij had gewaarschuwd: 'Wat je ziet, mooi schepsel, wat je daar ziet ben je zelf;<ref>'wat je daar ziet ben je zelf': Dit kan worden gelezen als implicerend dat Eva's zelf (gescheiden van Adam zoals ze zichzelf voor het eerst vindt) niet dieper is dan haar uiterlijk. In Boek 8 verwijst Raphael naar Eva's schoonheid als "een buitenkant" (8.568).</ref> Het komt met jou en gaat met jou weer weg. Maar volg me, dan breng ik je waar geen schaduw op jou en jouw omarming wacht: Hij, wiens beeld jij bent, wordt onafscheidelijk je genot; je zal hem menigten baren naar je eigen beeltenis, en Moeder der mensheid worden genoemd.' Wat kon ik anders doen dan mijn onzichtbare gids te volgen? Toen zag ik jou onder een plataan, schoon en groot, maar toch minder schoon, zacht of lief dan dat waterig beeld. Ik keerde me om, mij volgend riep je luid: 'Kom terug, schone Eva. Van wie vlucht je weg? Je bent van hem voor wie je vliedt, zijn vlees, zijn been: om jou het licht te geven onttrok ik aan mijn zij, naast mijn hart, zelfstandig leven zodat ik je voortaan steeds naast me heb als dierbare troost. Ik zoek je als deel van eigen ziel en eis je op als andere helft.' Toen greep je hand teder de mijne en ik gaf toe. Sindsdien weet ik dat mannelijke gratie en wijsheid schoonheid overtreft als 't ware schoon. Zo sprak ons aller moeder, in zachte overgave half omarmend tegen hem aangeleund, met een blik vol echtelijke liefde; Haar naakte gezwollen borst raakte half  de zijne, alleen bedekt door los golvend gouden haar; Verrukt door haar schoonheid en gedweeë bevalligheid, glimlachte hij met verheven liefde zoals Jupiter naar Juno lacht wanneer hij wolken bevrucht<ref>Juno: Jupiters koningin; allegorisc: de lucht.</ref> die meibloemen regenen; Hij overlaadde haar moederlijke lippen met pure kussen. Afgunstig draaide de duivel zich om; hen hatelijk van terzijde bespiedend, klaagde hij: "Verachtelijk, kwellend schouwspel! Hoe die twee  in elkaars armen 't paradijs vinden als blijder Eden en zich verzadigen aan hun heil wijl ik in d' hel geworpen werd, waar vreugde noch liefde woont; maar onvervuld en fel begeren, niet de minste der pijnen die ons eindeloos kwellen. Laat me echter niet vergeten wat ik heb vernomen uit hun mond: Niet alles behoort hun toe, lijkt het: Er staat een dodelijke boom, de boom der kennis, waar ze niet van mogen proeven. Verdacht en onredelijk! Waarom zou Hij het hun onthouden? Is kennis<ref>'Is kennis zonde?': Satan bereidt zijn verleidingsargumenten al voor. De zonde is natuurlijk geen kennis of zelfs verlangen naar kennis, maar ongehoorzaamheid aan God.</ref> zonde? Of dood? Staan zij dan enkel uit onwetendheid? Is dat geluk hun lot? Bewijs van godsvrucht en gehoorzaamheid?  Voorwaar een mooie grondslag om hun verderf op te bouwen! Daarom zal ik in hen een dorst naar kennis wekken, en aansporen tot verwerping van jaloerse bevelen,  bedoeld om hen, die kennis zou verheffen tot goden, klein te houden: wie toch probeert te proeven, sterft. Zo zal het zeker verlopen! Maar eerst wacht mij een ronde door deze tuin, waarvan geen hoekje ondoorzocht mag blijven; Wellicht voert het toeval mij naar waar ik een dwalende hemelgeest ontmoet bij een of andere bron of in het lommer, die mij vertelt wat ik nog meer moet weten. Geniet, gelukkig paar, van 't kort vermaak tot ik terugkeer, want dan volgt lange ellende!" Toen keerde hij minachtend zijn trotse schreden naar elders, met sluwe omzichtigheid, en zwierf door woud en wildernis, door berg en dal. Intussen begon in het uiterste westen, waar de lucht de aarde en de zee ontmoet, de zon langzaam te dalen, haar stralen richtend naar d' oostelijke poort van 't paradijs: een albasten rots tot aan de wolken reikend, van ver te zien, met een trap die vanop de aarde wentelend naar de enige hoge toegang liep; De rest was een steile klip die steeds meer overhing, onmogelijk te beklimmen. Tussen deze stenen pilaren zat Gabriël,<ref>Gabriël: een van de vier aartsengelen van de Hebreeuwse traditie. De anderen waren Michaël, Rafaël en Uriël; elk kreeg een kwart van de wereld toegewezen in elk van de kardinale richtingen. Gabriël dient ook als een hemelse boodschapper.</ref> Heer van de engelwachters, de nacht afwachtend; Rondom hem speelde 't jeugdig engelenschaar een heldenspel, ongewapend, maar binnen handbereik wapens van goud en diamant: schitterende helmen, schilden en speren. Daar daalde Uriël neer, door de avond gleed hij op een zonnestraal, de herfstnacht als een komeet doorborend wanneer vurige dampen de lucht vervullen en de zeeman tonen aan welke kant van zijn kompas de storm hem wacht. Gehaast sprak hij als volgt: "Vorst Gabriël, 't viel u bij lot te beurt dit zalig oord voor onheil te behoeden, en alle kwaad te stuiten dat ons nadert. Vandaag kwam s middags in mijn sfeer een geest, ijverig naar vertoon, om meer te weten over Gods werken, en vooral de mens, Zijn laatste beeld: Ik zag hoe hij zijn weg met grote spoed vervolgde door de lucht; Maar op de berg ten noorden van Eden, de plaats waar hij eerst landde, was ik getuige hoe hij een hemelvreemde vorm aannam bezield door duistere passie. Ten slotte onttrok het lommer hem aan mijn zicht; Ik vrees dat er een banneling uit de diepte kroop, bereid tot nieuwe opstand. Aan u om hem te vinden." Waarop de gevleugelde krijger antwoordde: "Uriël, het is geen wonder dat uw blik zo wijd en ver kan zien te midden van de zonnekring waarin u zit: Geen wezen  raakt voorbij de bewaakte poort, behalve vertrouwde hemelingen; Geen schepsel kwam daar sinds het middaguur vandaan; Als een of andere geest, daartoe geneigd, bewust de aardse grens passeert, weet u hoe moeilijk het is een geestelijk wezen fysiek te weren; Als hij die u vermeldt zich echter verschuilt binnen deze muren, in welke vermomming dan ook, dan zal ik het morgen bij dageraad weten." Dit beloofde hij, en op zijn last vertrok Uriël, gezeten op de punt van de heldere straal die hem neerwaarts  naar de dalende zon bracht achter d' Azoren; Die eerste kring had ongelooflijk snel zijn dagloop volbracht, of de tragere aarde liet door een kortere vlucht naar 't oosten de zon achter, die wolken rond haar westelijke troon met purpergouden gloed verfraait.  Nu kwam de rustige avond die met schemerig grijs alles met zijn kleed bedekte; 't Werd stil alom en alle dieren en vogels lagen in hun grazig leger of nest, behalve de wakkere nachtegaal: die zong de hele nacht zijn liefdeslied. De stilte was weldadig: het firmament gloeide met levende saffieren; Hesperus,<ref>Hesperus: de avondster.</ref> die 't sterrenleger leidde, was het helderst, tot de maan door de wolken brak, als ware vorstin haar weergaloos licht onthulde en over het duister haar zilveren mantel wierp. Toen sprak Adam tot Eva: Mooie metgezel, het nachtelijk uur brengt alles tot rust en maant ons tot verpozen aan: God bepaalde voor de mens dat rust het werk opvolgt zoals de nacht volgt op de dag; Tijdelijk weegt nu op elk ooglid de dauw der slaap: Andere schepsels behoeven minder rust omdat ze doelloos dwalen overdag; Maar Hij wees aan de mens voor lijf en geest zijn dagelijks werk toe, wat hem verheft en Gods oog bevalt, terwijl andere dieren lui zwerven zonder doel zodat God hun daden niet beoordeelt. Morgen, voordat de frisse ochtend het oosten bereikt met 't eerste licht, moeten we opstaan; Ons wacht de heerlijke taak de wingerd te snoeien en 't onderhoud van schaduwrijke dreven die spotten met ons schaars tuinieren, omdat hun weelderige groei meer handen vereist<ref>Milton is van mening dat als het Paradijs echt perfect wil zijn, er werk beschikbaar moet zijn voor Adams kinderen, aangezien werk een van de grootste genoegens van het leven is en een uitgesproken menselijke waardigheid.</ref> om te snoeien dan die van ons beiden alleen. Die bloesems ook, en druppelende gom, daar zo vies en grof neergestrooid en het stappen bemoeilijkt, dient verwijderd; Nu wil Natuur dat Nacht ons rust gebiedt. Met volmaakte schoonheid getooid, zei Eva: "Mijn voogd en Maker, ik volg zonder tegenspraak al uw bevelen, want zo gebiedt het God; God is uw wet, en U de mijne: slechts dit te weten volstaat een vrouw voor 't hoogst geluk. Met u in gesprek, vergeet ik alle tijd, niet geraakt door uren en hun wisseling. Zoet is de ochtendadem, die rijst bij het gezang van vroege vogels; zoet ook de zon als ze haar eerste stralen uit het oosten spreidt over het land op gras, boom, vrucht en bloesem, glinsterend van de dauw; zoet geurend de aarde, bevrucht door zachte regen; zoet de milde schemering en de nacht met zijn trouwe vogel, deze mooie maan en deze parels aan de sterrenhemel; Maar noch de adem van de jonge ochtend, noch het vogelgezang, de rijzende zon over dit heerlijke land, noch bedauwd gras, vrucht, bloesem of natte aardegeur, noch milde schemering of stille nacht met zijn trouwe vogel, noch maanverlichte wandelingen of sterrenglans zijn zoet zonder jou - Maar voor wie is dit hemelgeflonker als 's nachts iedereen slaapt?" Waarop ons aller aartsvader antwoordde: "Volmaakte Eva, Gods kind en het mijne, Die moeten hun baan voltooien rond de aarde: tot morgenavond en in volgorde bereiden zij het licht voor nieuwe landen; Ze gaan op en onder opdat de Duisternis haar oud bezit niet zou herwinnen en zo al 't leven in de natuur en alle dingen tot een einde komt; Niet alleen behoeven zij 't licht van deze zachte vuren, maar ook de behaaglijke gloed van velerlei werking die hen koestert, en tempert, en voedt; De sterren spreiden hun kracht over alle soorten die op aarde groeien, en maakt ze klaar voor d' ontvangst van krachtiger zonnestralen. En zelfs al niemand in 't holst van de nacht hen ziet, schijnen ze niet vergeefs; Denk niet dat zonder de mens de hemel geen toeschouwers heeft en God niet wordt geloofd: miljoenen geestelijke wezens zwerven ongezien op aarde als wij slapen en prijzen dag en nacht Zijn Werk. Hoe vaak niet weerklonken hemelse stemmen in de echo van een berg of uit een bos op 't middernachtelijk uur, als solostem of in samenzang de Schepper lovend? Als deze schutsengelen 's nachts hun ronde doen als onze wachters, verdelen hun liederen in harmonie met hemels instrumentenspel de nacht, en leiden onze gedachten naar de hemel." Zo pratend, gingen zij verder, hand in hand naar hun gezegend prieel, een plaats verkoren door de grote Planter toen Hij alles vormde ten behoeve van de mens; Het lommerrijke dak was geweven uit laurier en mirte; wat hoger groeide vast en geurig blad, aan weerszijden acanthus, en allerlei welriekende heesters omheinden de groene wal; Prachtige bloemen: veelkleurige iris, roos en jasmijn weefden met hun bloeiend hoofd ertussen een bonte mozaïek; Daaronder borduurden krokus, viool en hyacint op de bodem een rijk tapijt, kleuriger dan vloeren met kostbare tegels. Andere schepsels, beest nog vogel, insect noch worm, waagden zich hier niet uit eerbied voor de mens. In zulk beschaduwd prieel, al was het verbeelding, sliep Pan of Silvanus nooit, geen nimf of faun<ref>Pan en Silvanus: Pan, Silvanus en Faunus zijn allemaal saters, wezens met de vorm van een geit vanaf het middel, uit de Griekse en Romeinse mythologie.</ref> verbleef ooit hier. In deze beschutte nis spreidde Eva voor het eerst tussen guirlandes van bloemen en zoet ruikende kruiden haar bruidsbed open, terwijl het hemelkoor het bruiloftsdicht zong over de dag dat de goede engel haar had gebracht naar onze heer: In al haar naakte schoonheid lieflijker dan Pandora, die door de goden<ref>Pandora: volgens de heidense legende de eerste vrouw. Zij werd gemaakt op verzoek van Zeus om zich op Prometheus te wreken, die vuur uit de hemel stal.</ref> was bedeeld met al hun gaven, maar, ach! door Hermes gebracht naar Jafets domste zoon<ref>Jafet: Noa's zoon, hier geïdentificeerd met de legendarische Titan Iapetus, vader van Prometheus en Epimetheus.</ref> de mensheid daar verstrikte met schone blikken als wraak voor 't stelen van Jupiters eigen vuur. Zo kwamen ze aan hun schaduwrijke oord, en bewonderden onder de open hemel de schepping van God: de hemel, de lucht, de aarde, de schitterende maan en de sterrenhemel: "Gij, almachtige bouwer, maakte de nacht en de dag, die we hebben voleindigd met de arbeid die ons werd toegewezen, gezegend door samenwerking en wederkerige liefde als kroon op het gezegend geluk, gelast door U; En dit verrukkelijk oord, te groot voor ons en voor uw overvloed, ontbreekt het aan deelgenoten voor de oogst die anders verloren gaat. Maar Gij beloofde ons beiden een aardevullend nageslacht dat mee Uw oneindige goedheid zal prijzen, wakend, of als we Uw geschenk der slaap opzoeken." Zo spraken zij eensgezind, zonder enige andere ritus dan zuivere aanbidding, wat God het best bevalt; Hand in hand gingen zij tot diep in het prieel, zonder de last van ons vermommend gewaad en lagen zij aan zij, naar ik vermoed niet afgekeerd, noch Adam van haar schoonheid, noch zij die de huwelijksrite omarmde, hoe ook die strenge hypocrieten spreken over zuiverheid, plaats en onschuld en onrein heten wat God rein verklaart, soms gebiedt, maar ieder vrijlaat. God eist aangroei, wie anders dan Zijn vijand en onze vernietiger zou er onthouding vragen? Heil dus, huwelijksliefde, mysteriewet en ware bron van 't nageslacht, enig bezit in 't paradijs waar alles gemeengoed is! Door u werd het overspel verdreven uit de mens om onder het vee te zwerven; door u werd voor het eerst de liefdesband tussen vader, zoon en broer op rede en trouw gevestigd, zuiver en rechtvaardig. Ver zij 't van mij u zonde of schande te noemen, of ongeschikt voor deze heilige plaats, eeuwige bron van huiselijk vermaak, Uw bedstee noemt men kuis en onbevlekt, thans en weleer, als bij heiligen en patriarchen. Hier schiet Amor zijn vergulde pijlen, brandt zijn eeuwige fakkel en wieken zijn purperen vleugels: heerst hij en houdt hij zijn feesten; niet in de koopbare glimlach van hoeren, zonder vreugde of min, vluchtig gevrij, noch in minnarij aan 't hof, gemengde dans, bal, maskerade of serenade door een hongerige vrijer aan zijn schone, best te min geacht. Gewiegd door nachtegalen sliepen zij in elkaars armen, terwijl het dak op hun naakte leden rozen regende en 's ochtends hersteld was. Slaap verder, gezegend paar,  behoud dit geluk en begeer geen gelukkiger staat! De nacht was met zijn schaduwkegel nu halfweg zijn reis over de heuvel onder 't ondermaans gewelf, toen cherubs d' ivoren poort uitstroomden op hun gewone uur, krijgshaftig voor hun nachtwacht paraderend, en Gabriël sprak tot zijn naaste in rang: "Uzziël! Leid ons halve leger zuidwaarts voor grondig onderzoek, de rest noordwaarts; onze ronde sluit in 't westen." Als vlammen splitsen zij, schildwaarts d' een, speerwaarts d' andere. Twee sterke, wijze geesten aan zijn zij gaf hij deze bevelen: "Ithuriël en Zephon, doorzoek vliegensvlug dit hof en laat geen hoekje ondoorzocht, vooral 't verblijf van die twee mooie schepsels nu mogelijk slapend, veilig voor gevaar. 's Avonds bij zonsondergang kwam er één melden dat zich een helse geest hierheen spoedt (wie had dit gedacht?), de tralies der hel doorbroken, gewis vol boze plannen; Vind j' er zo een, grijp hem en breng hem naar mij." Zo sprekend, nam hij de leiding van zijn gelederen, de maan verblindend met hun schittering, om in 't prieel de indringer te zoeken: Daar zat hij, gehurkt als een pad, Eva's oor belagend, met duivelse kunst reikend naar d' organen van haar verbeelding, illusies wekkend, begoocheling en dromen; Of gif inblazend, levensgeesten smetten uit rein bloed als het bezoedelen van dampen uit een zuivere stroom; pogend om tenminste ontevreden, verstoorde gedachten op te roepen, ijdele hoop en overdreven, uit hoogmoed geboren verlangens. Hiermee bezig, raakte Ithuriël hem lichtjes met zijn speer (valsheid weerstaat geen hemels staal) en dwong hem tot zijn eigen gedaante: Hij springt op, ontmaskerd en verrast. Alsof een vlam op buskruit landt, dat klaarligt voor vervoer naar 't wapenarsenaal omdat oorlog dreigt, en 't vuile poeder met plotse klap de lucht in lichterlaaie zet; Zo plotsklaps sprong de duivel op in zijn eigen vreselijke gedaante. Het tweetal schone engelen stapte terug, bij 't zien van deze gruwelijke vorst, maar naderden onbewogen door vrees en zeiden: "Welke oproerige hellegeest ben jij, uit je gevang ontsnapt en vermomd, en zit je als vijand in een hinderlaag wakend bij het hoofd van zij die slapen?" "Hoezo, je kent me niet? "zei Satan spottend, "Eens was ik door jullie gekend, zo hoog gezeten dat jullie duchtten tot mij te rijzen! Mij niet te kennen bewijst hoe onbekend en laag je zelf bent; Weet je het wél, is dan je vraag geen overbodig begin van je missie die even zinloos zal eindigen?" Waarop Zephon hoon met hoon beantwoordde: "Waan niet, rebelse geest, je vorm en klaarheid onverminderd bekend als toen je recht en zuiver in de hemel stond; die glorie verdween van jou samen met je goedheid; En nu zie je eruit als je zonde en het duistere krocht van je doem. Maar kom, je moet nu rekenschap afleggen aan Hem die ons gezonden heeft, deze  plaats beschermt en hen behoedt voor kwaad." Zo sprak de cherubijn; zijn ernstig verwijt, streng in jeugdige schoonheid, verleende hem onovertroffen gratie. 't verstomde de duivel, die voelde hoe machtig goedheid is; Hij zag hoe lieflijk deugd was en betreurde zijn verlies; het meest nog dat zijn luister zichtbaar was verzwakt, al was hij nog onbevreesd.  "Als ik moet strijden", zei hij, "dan met de zender, niet met de bode, of met allen tegelijk ter meerdere glorie en het mijden van blaam." "Jouw vrees", zei Zephon vermetel, "bespaart ons uit te testen wat de minste van ons vermag tegen jouw slechtheid die je zwakte is." Door woede verstikt zweeg de duivel, maar ging toch voort als een trots beteugeld ros,  bijtend op zijn ijzeren bit; vechten of vluchten leek hem nu nutteloos: de hemel bedwong zijn anders zo onversaagde hart. Nu ontmoetten de twee groepen wachters van de halve ronde elkaar in 't westpunt, en wachtten in squadron bevelen af. Hun leider Gabriël stond vooraan en riep hen nu toe. "Vrienden! Ik hoor 't geluid van snelle voeten die zich hierheen haasten, en vang een glimp op van Ithuriël en Zephon in de schaduw; Met hen komt een vorstelijke gedaante met gedoofde glans, die ik herken aan gang en bruut gebaar als Prins der hel, die zonder strijd wel niet van hier zal gaan; Wees ferm, want zijn blik bedreigt ons tartend." Hij zweeg pas, of het engelenpaar trad nader en verhaalde wie ze brachten, vanwaar, wat hij deed, in welke vorm hij kroop. Met strenge blik sprak Gabriël Satan toe: "Satan, waarom heb jij de grenzen, gesteld aan jouw overtredingen, doorbroken en stoor je anderen in hun taak die weigeren  je voorbeeld te volgen, maar wel de macht en 't recht bezitten om je gedurfde entree te stuiten? Alsof je de slaap van hen wil storen in dit zalig verblijf dat God voor hen bestemde!" De Boze antwoordde met een frons: "Gabriël, jij die in de hemel het respect der wijzen genoot (ook van mij) brengt mij in twijfel door deze vraag. Niemand leeft het liefst in lijden. Wie zou niet, kreeg hij de kans, de hel ontvluchten, ofschoon daarheen verdoemd? Stellig zou je zelf alles wagen voor een plaats, ver van pijn, om daar kwelling voor gemak te ruilen en verdriet voor vreugd. Dat zocht ik hier; Geen rede voor jou die enkel 't goede kent en 't kwaad niet hebt geproefd. Is je verweer dat het Zijn Wil is ons te binden? Dat Hij zijn ijzeren poort versterkt om ons voorgoed in dat duister te houden! Zo antwoord ik. De rest van wat ze zeggen is waar: ze vingen me op die plaats, maar zonder enig geweld." Zo sprak hij honend. De strijdende engel, aangedaan, antwoordde minachtend met een lachje: "O, wat een verlies toch voor de hemel was die val van de wijze Satan, verdreven door eigen dwaasheid! Nu teruggekeerd, ontsnapt uit zijn gevang, uit hij zijn twijfel over de wijsheid van degenen die vragen wat hem bezielde om zonder vergunning de grenzen der voorbeschikte hel te doorbreken naar hier. Hij vond het wijs om pijn en straf te ontvluchten! Hou dat vol, waanwijze,  tot de woede die je tot vlieden aanzette jou en je wijsheid zevenvoudig teruggeselt naar de hel, die je  niet heeft geleerd dat geen enkele pijn volstaat om grenzeloze toorn te stillen. Maar waarom kwam je alleen en brak niet heel de hel los? Verdroeg jij het minst de pijn, moedig leider? Je zou hier niet alleen staan als je de reden van je vlucht aan je verlaten leger had meegedeeld." Daarop antwoordde de Boze even streng: "Niet dat ik minder verdraag, of terugdeins voor pijn, grievende engel! die best weet hoe ik je felste kracht weerstond tot het geschut van de donder je ter hulp snelde omdat je speer mij helemaal niet bevreesde. Je lukrake woorden bewijzen alleen je onervarenheid in wat je als leider moet doen: een plichtsbewuste hoofdman weet na harde beproevingen en verloren strijd dat hij zijn leger niet uit moet sturen op  gevaarlijke paden die hij niet zelf verkende; Daarom vloog ik alleen over de afgrond om deze nieuwe wereld te verkennen waarvan de faam weerklinkt tot in de hel, op zoek naar betere woonst op aarde of in de lucht, waar mijn strijdmacht kan herstellen. Al zien we eerst of jij en je elegante legioenen mijn verovering durven betwisten; 't Viel jullie zeker lichter om de Heer met hymnen op zijn hemeltroon te dienen, op veilige afstand te kruipen en niet te vechten." De aartsengel gaf meteen repliek: "Je zegt iets en herroept het dan meteen; Je vlucht voor pijn en gaat dan spioneren; Dit toont geen leider maar een leugenaar, Satan, wat dan over je trouw gezegd? O, naam, heilige naam van trouw bezoedeld! Trouw aan wie? Aan je rebelse bende? Je duivels leger: het lijf dat past bij 't hoofd! Bewoog deze discipline, gezworen trouw en gehoorzaamheid je tot het verbreken van je eed aan d' Oppermacht? Jij, sluwe hypocriet, die zich voordoet als patroon der vrijheid! Niemand kroop en vleide meer dan jij in slaafse aanbidding van de grote monarch! Dit met de hoop Hem te onteigenen en zelf te heersen. Maar hoor nu goed naar mijn advies: Ga heen! Vlucht naar waar je vandaan vluchtte! Want ben je na een uur nog binnen de heilige grenzen, dan sleep ik je in ketens naar je put; daar vastgeklonken, zal je voortaan de grendels van de hellepoort niet meer bespotten." Zo dreigde hij, maar Satan sloeg geen acht op dreiging, en antwoordde nog meer vertoornd: "Praat pas over ketens wanneer ik je gevangene ben, trotse cherub! Maar eer dat gebeurt, wees bereid 't zwaarder gewicht te voelen van mijn winnaarsarm, ook al berijdt de hemelkoning uw wieken en jullie bende, aan 't juk gewend, zijn zegekar trekt langs sterren-geplaveide hemelbanen." Terwijl hij sprak, werd 't schitterend engeleskadron vuurrood; In een falanx gevormd als scherpe maanhorens begonnen zij hem te omsingelen met gevelde lansen, zo dicht geschaard als Ceres' veld, rijp voor de oogst, zijn baardige aren buigt naar waar de wind ze zwaait; de zorgelijke ploeger vrezend dat op de dorsvloer zijn hopeloze schoven meer kaf zullen zijn. Aan d' andere zijde stond Satan waaks zijn kracht verzamelend, wijd als Atlas of Teneriffe, onwrikbaar:<ref>Atlas of Teneriffe - Teneriffe: een berg op de Canarische Eilanden, ooit beschouwd als de hoogste ter wereld. Atlas: een berg in Marokko, waarvan ooit werd gedacht dat hij de hemel steunde.</ref> Zijn gestalte reikte tot de wolken, op zijn hoofd zat de gevederde schrikhelm, in zijn vuist blonk schild en speer als één; Vreselijke strijd werd zo voorspeld, die Eden en misschien het hele sterrengewelf en alle elementen had vernietigd, tot gruis vergaan, ware het niet dat God snel ingreep om dit onheil te voorkomen. Vanuit de hemel liet hij Zijn gouden schalen<ref>Gouden schalen: Milton herinnert zich uit de Ilias de gouden schalen waarin Zeus het lot van de Grieken en Trojanen, en van Hector tegen Achilles woog en vergeleek, of de weging van het lot van Aeneas tegen die van Turnus uit de Aeneis. Hij geeft deze conceptie echter kosmische reikwijdte door de schalen te identificeren met het sterrenbeeld Weegschaal dat tussen de Maagd en de Schorpioen in de dierenriem staat.</ref> dalen, nog steeds te zien tussen Maagd en Schorpioen, waarin al het geschapene  eerst door Hem gewogen wordt, de ronde aarde met de gewogen lucht in evenwicht. Ook nu weegt Hij gebeurtenissen, veldslagen en koninkrijken met twee gewichten: de uitkomst van Satans aftocht of van zijn strijd: de laatste vloog te licht bevonden snel omhoog; Toen hij dit zag, sprak Gabriël tot de vijand. "Satan, ik ken je kracht en jij de mijne; zij is niet van onszelf, maar ons gegeven:  Hoe dwaas is het dan niet dat wij met wapens pralen die God van kracht voorziet (schoon Hij de mijne verdubbelde om jou in modder te drukken); Kijk voor bewijs omhoog en lees je lot uit je hemelteken: Je werd gewogen en te licht, te zwak bevonden." Satan zag zijn schaal omhoog gevoerd, en vluchtte morrend met de schaduw van de nacht. </poem> | Kolom2= <big>PARADISE LOST</big> John Milton (1674) BOOK IV <poem> O, for that warning voice, which he, who saw The Apocalypse, heard cry in Heaven aloud, Then when the Dragon, put to second rout, Came furious down to be revenged on men, Woe to the inhabitants on earth! that now, While time was, our first parents had been warned The coming of their secret foe, and 'scaped, Haply so 'scaped his mortal snare: For now Satan, now first inflamed with rage, came down, 10 The tempter ere the accuser of mankind, To wreak on innocent frail Man his loss Of that first battle, and his flight to Hell: Yet, not rejoicing in his speed, though bold Far off and fearless, nor with cause to boast, Begins his dire attempt; which nigh the birth Now rolling boils in his tumultuous breast, And like a devilish engine back recoils Upon himself; horrour and doubt distract His troubled thoughts, and from the bottom stir 20 The Hell within him; for within him Hell He brings, and round about him, nor from Hell One step, no more than from himself, can fly By change of place: Now conscience wakes despair, That slumbered; wakes the bitter memory Of what he was, what is, and what must be Worse; of worse deeds worse sufferings must ensue. Sometimes towards Eden, which now in his view Lay pleasant, his grieved look he fixes sad; Sometimes towards Heaven, and the full-blazing sun, 30 Which now sat high in his meridian tower: Then, much revolving, thus in sighs began. "O thou, that, with surpassing glory crowned, Lookest from thy sole dominion like the God Of this new world; at whose sight all the stars Hide their diminished heads; to thee I call, But with no friendly voice, and add thy name, Of Sun! to tell thee how I hate thy beams, That bring to my remembrance from what state I fell, how glorious once above thy sphere; 40 Till pride and worse ambition threw me down Warring in Heaven against Heaven's matchless King: Ah, wherefore! he deserved no such return From me, whom he created what I was In that bright eminence, and with his good Upbraided none; nor was his service hard. What could be less than to afford him praise, The easiest recompence, and pay him thanks, How due! yet all his good proved ill in me, And wrought but malice; lifted up so high 50 I sdeined subjection, and thought one step higher Would set me highest, and in a moment quit The debt immense of endless gratitude, So burdensome still paying, still to owe, Forgetful what from him I still received, And understood not that a grateful mind By owing owes not, but still pays, at once Indebted and discharged; what burden then O, had his powerful destiny ordained Me some inferiour Angel, I had stood 60 Then happy; no unbounded hope had raised Ambition! Yet why not some other Power As great might have aspired, and me, though mean, Drawn to his part; but other Powers as great Fell not, but stand unshaken, from within Or from without, to all temptations armed. Hadst thou the same free will and power to stand? Thou hadst: whom hast thou then or what to accuse, But Heaven's free love dealt equally to all? Be then his love accursed, since love or hate, 70 To me alike, it deals eternal woe. Nay, cursed be thou; since against his thy will Chose freely what it now so justly rues. Me miserable! which way shall I fly Infinite wrath, and infinite despair? Which way I fly is Hell; myself am Hell; And, in the lowest deep, a lower deep Still threatening to devour me opens wide, To which the Hell I suffer seems a Heaven. O, then, at last relent: Is there no place 80 Left for repentance, none for pardon left? None left but by submission; and that word Disdain forbids me, and my dread of shame Among the Spirits beneath, whom I seduced With other promises and other vaunts Than to submit, boasting I could subdue The Omnipotent. Ay me! they little know How dearly I abide that boast so vain, Under what torments inwardly I groan, While they adore me on the throne of Hell. 90 With diadem and scepter high advanced, The lower still I fall, only supreme In misery: Such joy ambition finds. But say I could repent, and could obtain, By act of grace, my former state; how soon Would highth recall high thoughts, how soon unsay What feigned submission swore? Ease would recant Vows made in pain, as violent and void. For never can true reconcilement grow, Where wounds of deadly hate have pierced so deep: 100 Which would but lead me to a worse relapse And heavier fall: so should I purchase dear Short intermission bought with double smart. This knows my Punisher; therefore as far From granting he, as I from begging, peace; All hope excluded thus, behold, in stead Mankind created, and for him this world. So farewell, hope; and with hope farewell, fear; Farewell, remorse! all good to me is lost; Evil, be thou my good; by thee at least 110 Divided empire with Heaven's King I hold, By thee, and more than half perhaps will reign; As Man ere long, and this new world, shall know." Thus while he spake, each passion dimmed his face Thrice changed with pale, ire, envy, and despair; Which marred his borrowed visage, and betrayed Him counterfeit, if any eye beheld. For heavenly minds from such distempers foul Are ever clear. Whereof he soon aware, Each perturbation smoothed with outward calm, 120 Artificer of fraud; and was the first That practised falsehood under saintly show, Deep malice to conceal, couched with revenge: Yet not enough had practised to deceive Uriel once warned; whose eye pursued him down The way he went, and on the Assyrian mount Saw him disfigured, more than could befall Spirit of happy sort; his gestures fierce He marked and mad demeanour, then alone, As he supposed, all unobserved, unseen. 130 So on he fares, and to the border comes Of Eden, where delicious Paradise, Now nearer, crowns with her enclosure green, As with a rural mound, the champaign head Of a steep wilderness, whose hairy sides Access denied; and overhead upgrew Insuperable height of loftiest shade, Cedar, and pine, and fir, and branching palm, A sylvan scene, and, as the ranks ascend, Shade above shade, a woody theatre 140 Of stateliest view. Yet higher than their tops The verdurous wall of Paradise upsprung; Which to our general sire gave prospect large Into his nether empire neighbouring round. And higher than that wall a circling row Of goodliest trees, loaden with fairest fruit, Blossoms and fruits at once of golden hue, Appeared, with gay enamelled colours mixed: On which the sun more glad impressed his beams Than in fair evening cloud, or humid bow, 150 When God hath showered the earth; so lovely seemed That landskip: And of pure now purer air Meets his approach, and to the heart inspires Vernal delight and joy, able to drive All sadness but despair: Now gentle gales, Fanning their odoriferous wings, dispense Native perfumes, and whisper whence they stole Those balmy spoils. As when to them who fail Beyond the Cape of Hope, and now are past Mozambick, off at sea north-east winds blow 160 Sabean odours from the spicy shore Of Araby the blest; with such delay Well pleased they slack their course, and many a league Cheered with the grateful smell old Ocean smiles: So entertained those odorous sweets the Fiend, Who came their bane; though with them better pleased Than Asmodeus with the fishy fume That drove him, though enamoured, from the spouse Of Tobit's son, and with a vengeance sent From Media post to Egypt, there fast bound. 170 Now to the ascent of that steep savage hill Satan had journeyed on, pensive and slow; But further way found none, so thick entwined, As one continued brake, the undergrowth Of shrubs and tangling bushes had perplexed All path of man or beast that passed that way. One gate there only was, and that looked east On the other side: which when the arch-felon saw, Due entrance he disdained; and, in contempt, At one flight bound high over-leaped all bound 180 Of hill or highest wall, and sheer within Lights on his feet. As when a prowling wolf, Whom hunger drives to seek new haunt for prey, Watching where shepherds pen their flocks at eve In hurdled cotes amid the field secure, Leaps o'er the fence with ease into the fold: Or as a thief, bent to unhoard the cash Of some rich burgher, whose substantial doors, Cross-barred and bolted fast, fear no assault, In at the window climbs, or o'er the tiles: 190 So clomb this first grand thief into God's fold; So since into his church lewd hirelings climb. Thence up he flew, and on the tree of life, The middle tree and highest there that grew, Sat like a cormorant; yet not true life Thereby regained, but sat devising death To them who lived; nor on the virtue thought Of that life-giving plant, but only used For prospect, what well used had been the pledge Of immortality. So little knows 200 Any, but God alone, to value right The good before him, but perverts best things To worst abuse, or to their meanest use. Beneath him with new wonder now he views, To all delight of human sense exposed, In narrow room, Nature's whole wealth, yea more, A Heaven on Earth: For blissful Paradise Of God the garden was, by him in the east Of Eden planted; Eden stretched her line From Auran eastward to the royal towers 210 Of great Seleucia, built by Grecian kings, Of where the sons of Eden long before Dwelt in Telassar: In this pleasant soil His far more pleasant garden God ordained; Out of the fertile ground he caused to grow All trees of noblest kind for sight, smell, taste; And all amid them stood the tree of life, High eminent, blooming ambrosial fruit Of vegetable gold; and next to life, Our death, the tree of knowledge, grew fast by, 220 Knowledge of good bought dear by knowing ill. Southward through Eden went a river large, Nor changed his course, but through the shaggy hill Passed underneath ingulfed; for God had thrown That mountain as his garden-mould high raised Upon the rapid current, which, through veins Of porous earth with kindly thirst up-drawn, Rose a fresh fountain, and with many a rill Watered the garden; thence united fell Down the steep glade, and met the nether flood, 230 Which from his darksome passage now appears, And now, divided into four main streams, Runs diverse, wandering many a famous realm And country, whereof here needs no account; But rather to tell how, if Art could tell, How from that sapphire fount the crisped brooks, Rolling on orient pearl and sands of gold, With mazy errour under pendant shades Ran nectar, visiting each plant, and fed Flowers worthy of Paradise, which not nice Art 240 In beds and curious knots, but Nature boon Poured forth profuse on hill, and dale, and plain, Both where the morning sun first warmly smote The open field, and where the unpierced shade Imbrowned the noontide bowers: Thus was this place A happy rural seat of various view; Groves whose rich trees wept odorous gums and balm, Others whose fruit, burnished with golden rind, Hung amiable, Hesperian fables true, If true, here only, and of delicious taste: 250 Betwixt them lawns, or level downs, and flocks Grazing the tender herb, were interposed, Or palmy hillock; or the flowery lap Of some irriguous valley spread her store, Flowers of all hue, and without thorn the rose: Another side, umbrageous grots and caves Of cool recess, o'er which the mantling vine Lays forth her purple grape, and gently creeps Luxuriant; mean while murmuring waters fall Down the slope hills, dispersed, or in a lake, 260 That to the fringed bank with myrtle crowned Her crystal mirrour holds, unite their streams. The birds their quire apply; airs, vernal airs, Breathing the smell of field and grove, attune The trembling leaves, while universal Pan, Knit with the Graces and the Hours in dance, Led on the eternal Spring. Not that fair field Of Enna, where Proserpine gathering flowers, Herself a fairer flower by gloomy Dis Was gathered, which cost Ceres all that pain 270 To seek her through the world; nor that sweet grove Of Daphne by Orontes, and the inspired Castalian spring, might with this Paradise Of Eden strive; nor that Nyseian isle Girt with the river Triton, where old Cham, Whom Gentiles Ammon call and Libyan Jove, Hid Amalthea, and her florid son Young Bacchus, from his stepdame Rhea's eye; Nor where Abassin kings their issue guard, Mount Amara, though this by some supposed 280 True Paradise under the Ethiop line By Nilus' head, enclosed with shining rock, A whole day's journey high, but wide remote From this Assyrian garden, where the Fiend Saw, undelighted, all delight, all kind Of living creatures, new to sight, and strange: Two of far nobler shape, erect and tall, Godlike erect, with native honour clad In naked majesty seemed lords of all: And worthy seemed; for in their looks divine 290 The image of their glorious Maker shone, Truth, wisdom, sanctitude severe and pure, (Severe, but in true filial freedom placed,) Whence true authority in men; though both Not equal, as their sex not equal seemed; For contemplation he and valour formed; For softness she and sweet attractive grace; He for God only, she for God in him: His fair large front and eye sublime declared Absolute rule; and hyacinthine locks 300 Round from his parted forelock manly hung Clustering, but not beneath his shoulders broad: She, as a veil, down to the slender waist Her unadorned golden tresses wore Dishevelled, but in wanton ringlets waved As the vine curls her tendrils, which implied Subjection, but required with gentle sway, And by her yielded, by him best received, Yielded with coy submission, modest pride, And sweet, reluctant, amorous delay. 310 Nor those mysterious parts were then concealed; Then was not guilty shame, dishonest shame Of nature's works, honour dishonourable, Sin-bred, how have ye troubled all mankind With shows instead, mere shows of seeming pure, And banished from man's life his happiest life, Simplicity and spotless innocence! So passed they naked on, nor shunned the sight Of God or Angel; for they thought no ill: So hand in hand they passed, the loveliest pair, 320 That ever since in love's embraces met; Adam the goodliest man of men since born His sons, the fairest of her daughters Eve. Under a tuft of shade that on a green Stood whispering soft, by a fresh fountain side They sat them down; and, after no more toil Of their sweet gardening labour than sufficed To recommend cool Zephyr, and made ease More easy, wholesome thirst and appetite More grateful, to their supper-fruits they fell, 330 Nectarine fruits which the compliant boughs Yielded them, side-long as they sat recline On the soft downy bank damasked with flowers: The savoury pulp they chew, and in the rind, Still as they thirsted, scoop the brimming stream; Nor gentle purpose, nor endearing smiles Wanted, nor youthful dalliance, as beseems Fair couple, linked in happy nuptial league, Alone as they. About them frisking played All beasts of the earth, since wild, and of all chase 340 In wood or wilderness, forest or den; Sporting the lion ramped, and in his paw Dandled the kid; bears, tigers, ounces, pards, Gambolled before them; the unwieldy elephant, To make them mirth, used all his might, and wreathed His lithe proboscis; close the serpent sly, Insinuating, wove with Gordian twine His braided train, and of his fatal guile Gave proof unheeded; others on the grass Couched, and now filled with pasture gazing sat, 350 Or bedward ruminating; for the sun, Declined, was hasting now with prone career To the ocean isles, and in the ascending scale Of Heaven the stars that usher evening rose: When Satan still in gaze, as first he stood, Scarce thus at length failed speech recovered sad. "O Hell! what do mine eyes with grief behold! Into our room of bliss thus high advanced Creatures of other mould, earth-born perhaps, Not Spirits, yet to heavenly Spirits bright 360 Little inferiour; whom my thoughts pursue With wonder, and could love, so lively shines In them divine resemblance, and such grace The hand that formed them on their shape hath poured. Ah! gentle pair, ye little think how nigh Your change approaches, when all these delights Will vanish, and deliver ye to woe; More woe, the more your taste is now of joy; Happy, but for so happy ill secured Long to continue, and this high seat your Heaven 370 Ill fenced for Heaven to keep out such a foe As now is entered; yet no purposed foe To you, whom I could pity thus forlorn, Though I unpitied: League with you I seek, And mutual amity, so strait, so close, That I with you must dwell, or you with me Henceforth; my dwelling haply may not please, Like this fair Paradise, your sense; yet such Accept your Maker's work; he gave it me, Which I as freely give: Hell shall unfold, 380 To entertain you two, her widest gates, And send forth all her kings; there will be room, Not like these narrow limits, to receive Your numerous offspring; if no better place, Thank him who puts me loth to this revenge On you who wrong me not for him who wronged. And should I at your harmless innocence Melt, as I do, yet publick reason just, Honour and empire with revenge enlarged, By conquering this new world, compels me now 390To do what else, though damned, I should abhor." So spake the Fiend, and with necessity, The tyrant's plea, excused his devilish deeds. Then from his lofty stand on that high tree Down he alights among the sportful herd Of those four-footed kinds, himself now one, Now other, as their shape served best his end Nearer to view his prey, and, unespied, To mark what of their state he more might learn, By word or action marked. About them round 400 A lion now he stalks with fiery glare; Then as a tiger, who by chance hath spied In some purlieu two gentle fawns at play, Straight couches close, then, rising, changes oft His couchant watch, as one who chose his ground, Whence rushing, he might surest seize them both, Griped in each paw: when, Adam first of men To first of women Eve thus moving speech, Turned him, all ear to hear new utterance flow. "Sole partner, and sole part, of all these joys, 410 Dearer thyself than all; needs must the Power That made us, and for us this ample world, Be infinitely good, and of his good As liberal and free as infinite; That raised us from the dust, and placed us here In all this happiness, who at his hand Have nothing merited, nor can perform Aught whereof he hath need; he who requires From us no other service than to keep This one, this easy charge, of all the trees 420 In Paradise that bear delicious fruit So various, not to taste that only tree Of knowledge, planted by the tree of life; So near grows death to life, whate'er death is, Some dreadful thing no doubt; for well thou knowest God hath pronounced it death to taste that tree, The only sign of our obedience left, Among so many signs of power and rule Conferred upon us, and dominion given Over all other creatures that possess 430 Earth, air, and sea. Then let us not think hard One easy prohibition, who enjoy Free leave so large to all things else, and choice Unlimited of manifold delights: But let us ever praise him, and extol His bounty, following our delightful task, To prune these growing plants, and tend these flowers, Which were it toilsome, yet with thee were sweet." To whom thus Eve replied. O thou for whom And from whom I was formed, flesh of thy flesh, 440 And without whom am to no end, my guide And head! what thou hast said is just and right. For we to him indeed all praises owe, And daily thanks; I chiefly, who enjoy So far the happier lot, enjoying thee Pre-eminent by so much odds, while thou Like consort to thyself canst no where find. That day I oft remember, when from sleep I first awaked, and found myself reposed Under a shade on flowers, much wondering where 450 And what I was, whence thither brought, and how. Not distant far from thence a murmuring sound Of waters issued from a cave, and spread Into a liquid plain, then stood unmoved Pure as the expanse of Heaven; I thither went With unexperienced thought, and laid me down On the green bank, to look into the clear Smooth lake, that to me seemed another sky. As I bent down to look, just opposite A shape within the watery gleam appeared, 460 Bending to look on me: I started back, It started back; but pleased I soon returned, Pleased it returned as soon with answering looks Of sympathy and love: There I had fixed Mine eyes till now, and pined with vain desire, Had not a voice thus warned me; 'What thou seest, 'What there thou seest, fair Creature, is thyself; 'With thee it came and goes: but follow me, 'And I will bring thee where no shadow stays 'Thy coming, and thy soft embraces, he 470 'Whose image thou art; him thou shalt enjoy 'Inseparably thine, to him shalt bear 'Multitudes like thyself, and thence be called 'Mother of human race.' What could I do, But follow straight, invisibly thus led? Till I espied thee, fair indeed and tall, Under a platane; yet methought less fair, Less winning soft, less amiably mild, Than that smooth watery image: Back I turned; Thou following cryedst aloud, 'Return, fair Eve; 480 'Whom flyest thou? whom thou flyest, of him thou art, 'His flesh, his bone; to give thee being I lent 'Out of my side to thee, nearest my heart, 'Substantial life, to have thee by my side 'Henceforth an individual solace dear; 'Part of my soul I seek thee, and thee claim 'My other half:' With that thy gentle hand Seised mine: I yielded; and from that time see How beauty is excelled by manly grace, And wisdom, which alone is truly fair. 490 So spake our general mother, and with eyes Of conjugal attraction unreproved, And meek surrender, half-embracing leaned On our first father; half her swelling breast Naked met his, under the flowing gold Of her loose tresses hid: he in delight Both of her beauty, and submissive charms, Smiled with superiour love, as Jupiter On Juno smiles, when he impregns the clouds That shed Mayflowers; and pressed her matron lip 500 With kisses pure: Aside the Devil turned For envy; yet with jealous leer malign Eyed them askance, and to himself thus plained. "Sight hateful, sight tormenting! thus these two, Imparadised in one another's arms, The happier Eden, shall enjoy their fill Of bliss on bliss; while I to Hell am thrust, Where neither joy nor love, but fierce desire, Among our other torments not the least, Still unfulfilled with pain of longing pines. 510 Yet let me not forget what I have gained From their own mouths: All is not theirs, it seems; One fatal tree there stands, of knowledge called, Forbidden them to taste: Knowledge forbidden Suspicious, reasonless. Why should their Lord Envy them that? Can it be sin to know? Can it be death? And do they only stand By ignorance? Is that their happy state, The proof of their obedience and their faith? O fair foundation laid whereon to build 520 Their ruin! hence I will excite their minds With more desire to know, and to reject Envious commands, invented with design To keep them low, whom knowledge might exalt Equal with Gods: aspiring to be such, They taste and die: What likelier can ensue But first with narrow search I must walk round This garden, and no corner leave unspied; A chance but chance may lead where I may meet Some wandering Spirit of Heaven by fountain side, 530 Or in thick shade retired, from him to draw What further would be learned. Live while ye may, Yet happy pair; enjoy, till I return, Short pleasures, for long woes are to succeed!" So saying, his proud step he scornful turned, But with sly circumspection, and began Through wood, through waste, o'er hill, o'er dale, his roam Mean while in utmost longitude, where Heaven With earth and ocean meets, the setting sun Slowly descended, and with right aspect 540 Against the eastern gate of Paradise Levelled his evening rays: It was a rock Of alabaster, piled up to the clouds, Conspicuous far, winding with one ascent Accessible from earth, one entrance high; The rest was craggy cliff, that overhung Still as it rose, impossible to climb. Betwixt these rocky pillars Gabriel sat, Chief of the angelick guards, awaiting night; About him exercised heroick games 550 The unarmed youth of Heaven, but nigh at hand Celestial armoury, shields, helms, and spears, Hung high with diamond flaming, and with gold. Thither came Uriel, gliding through the even On a sun-beam, swift as a shooting star In autumn thwarts the night, when vapours fired Impress the air, and shows the mariner From what point of his compass to beware Impetuous winds: He thus began in haste. "Gabriel, to thee thy course by lot hath given 560 Charge and strict watch, that to this happy place No evil thing approach or enter in. This day at highth of noon came to my sphere A Spirit, zealous, as he seemed, to know More of the Almighty's works, and chiefly Man, God's latest image: I described his way Bent all on speed, and marked his aery gait; But in the mount that lies from Eden north, Where he first lighted, soon discerned his looks Alien from Heaven, with passions foul obscured: 570 Mine eye pursued him still, but under shade Lost sight of him: One of the banished crew, I fear, hath ventured from the deep, to raise New troubles; him thy care must be to find." To whom the winged warriour thus returned. Uriel, no wonder if thy perfect sight, Amid the sun's bright circle where thou sitst, See far and wide: In at this gate none pass The vigilance here placed, but such as come Well known from Heaven; and since meridian hour 580 No creature thence: If Spirit of other sort, So minded, have o'er-leaped these earthly bounds On purpose, hard thou knowest it to exclude Spiritual substance with corporeal bar. But if within the circuit of these walks, In whatsoever shape he lurk, of whom Thou tellest, by morrow dawning I shall know. So promised he; and Uriel to his charge Returned on that bright beam, whose point now raised Bore him slope downward to the sun now fallen 590 Beneath the Azores; whether the prime orb, Incredible how swift, had thither rolled Diurnal, or this less volubil earth, By shorter flight to the east, had left him there Arraying with reflected purple and gold The clouds that on his western throne attend. Now came still Evening on, and Twilight gray Had in her sober livery all things clad; Silence accompanied; for beast and bird, They to their grassy couch, these to their nests 600 Were slunk, all but the wakeful nightingale; She all night long her amorous descant sung; Silence was pleased: Now glowed the firmament With living sapphires: Hesperus, that led The starry host, rode brightest, till the moon, Rising in clouded majesty, at length Apparent queen unveiled her peerless light, And o'er the dark her silver mantle threw. When Adam thus to Eve: Fair Consort, the hour Of night, and all things now retired to rest, 610 Mind us of like repose; since God hath set Labour and rest, as day and night, to men Successive; and the timely dew of sleep, Now falling with soft slumbrous weight, inclines Our eye-lids: Other creatures all day long Rove idle, unemployed, and less need rest; Man hath his daily work of body or mind Appointed, which declares his dignity, And the regard of Heaven on all his ways; While other animals unactive range, 620 And of their doings God takes no account. To-morrow, ere fresh morning streak the east With first approach of light, we must be risen, And at our pleasant labour, to reform Yon flowery arbours, yonder alleys green, Our walk at noon, with branches overgrown, That mock our scant manuring, and require More hands than ours to lop their wanton growth: Those blossoms also, and those dropping gums, That lie bestrown, unsightly and unsmooth, 630 Ask riddance, if we mean to tread with ease; Mean while, as Nature wills, night bids us rest. To whom thus Eve, with perfect beauty adorned My Author and Disposer, what thou bidst Unargued I obey: So God ordains; God is thy law, thou mine: To know no more Is woman's happiest knowledge, and her praise. With thee conversing I forget all time; All seasons, and their change, all please alike. Sweet is the breath of Morn, her rising sweet, 640 With charm of earliest birds: pleasant the sun, When first on this delightful land he spreads His orient beams, on herb, tree, fruit, and flower, Glistering with dew; fragrant the fertile earth After soft showers; and sweet the coming on Of grateful Evening mild; then silent Night, With this her solemn bird, and this fair moon, And these the gems of Heaven, her starry train: But neither breath of Morn, when she ascends With charm of earliest birds; nor rising sun 650 On this delightful land; nor herb, fruit, flower, Glistering with dew; nor fragrance after showers; Nor grateful Evening mild; nor silent Night, With this her solemn bird, nor walk by moon, Or glittering star-light, without thee is sweet. But wherefore all night long shine these? for whom This glorious sight, when sleep hath shut all eyes? To whom our general ancestor replied. Daughter of God and Man, accomplished Eve, These have their course to finish round the earth, 660 By morrow evening, and from land to land In order, though to nations yet unborn, Ministring light prepared, they set and rise; Lest total Darkness should by night regain Her old possession, and extinguish life In Nature and all things; which these soft fires Not only enlighten, but with kindly heat Of various influence foment and warm, Temper or nourish, or in part shed down Their stellar virtue on all kinds that grow 670 On earth, made hereby apter to receive Perfection from the sun's more potent ray. These then, though unbeheld in deep of night, Shine not in vain; nor think, though men were none, That Heaven would want spectators, God want praise: Millions of spiritual creatures walk the earth Unseen, both when we wake, and when we sleep: All these with ceaseless praise his works behold Both day and night: How often from the steep Of echoing hill or thicket have we heard 680 Celestial voices to the midnight air, Sole, or responsive each to others note, Singing their great Creator? oft in bands While they keep watch, or nightly rounding walk, With heavenly touch of instrumental sounds In full harmonick number joined, their songs Divide the night, and lift our thoughts to Heaven. Thus talking, hand in hand alone they passed On to their blissful bower: it was a place Chosen by the sovran Planter, when he framed 690 All things to Man's delightful use; the roof Of thickest covert was inwoven shade Laurel and myrtle, and what higher grew Of firm and fragrant leaf; on either side Acanthus, and each odorous bushy shrub, Fenced up the verdant wall; each beauteous flower, Iris all hues, roses, and jessamin, Reared high their flourished heads between, and wrought Mosaick; underfoot the violet, Crocus, and hyacinth, with rich inlay 700 Broidered the ground, more coloured than with stone Of costliest emblem: Other creature here, Bird, beast, insect, or worm, durst enter none, Such was their awe of Man. In shadier bower More sacred and sequestered, though but feigned, Pan or Sylvanus never slept, nor Nymph Nor Faunus haunted. Here, in close recess, With flowers, garlands, and sweet-smelling herbs, Espoused Eve decked first her nuptial bed; And heavenly quires the hymenaean sung, 710 What day the genial Angel to our sire Brought her in naked beauty more adorned, More lovely, than Pandora, whom the Gods Endowed with all their gifts, and O! too like In sad event, when to the unwiser son Of Japhet brought by Hermes, she ensnared Mankind with her fair looks, to be avenged On him who had stole Jove's authentick fire. Thus, at their shady lodge arrived, both stood, Both turned, and under open sky adored 720 The God that made both sky, air, earth, and heaven, Which they beheld, the moon's resplendent globe, And starry pole: Thou also madest the night, Maker Omnipotent, and thou the day, Which we, in our appointed work employed, Have finished, happy in our mutual help And mutual love, the crown of all our bliss Ordained by thee; and this delicious place For us too large, where thy abundance wants Partakers, and uncropt falls to the ground. 730 But thou hast promised from us two a race To fill the earth, who shall with us extol Thy goodness infinite, both when we wake, And when we seek, as now, thy gift of sleep. This said unanimous, and other rites Observing none, but adoration pure Which God likes best, into their inmost bower Handed they went; and, eased the putting off These troublesome disguises which we wear, Straight side by side were laid; nor turned, I ween, 740 Adam from his fair spouse, nor Eve the rites Mysterious of connubial love refused: Whatever hypocrites austerely talk Of purity, and place, and innocence, Defaming as impure what God declares Pure, and commands to some, leaves free to all. Our Maker bids encrease; who bids abstain But our Destroyer, foe to God and Man? Hail, wedded Love, mysterious law, true source Of human offspring, sole propriety 750 In Paradise of all things common else! By thee adulterous Lust was driven from men Among the bestial herds to range; by thee Founded in reason, loyal, just, and pure, Relations dear, and all the charities Of father, son, and brother, first were known. Far be it, that I should write thee sin or blame, Or think thee unbefitting holiest place, Perpetual fountain of domestick sweets, Whose bed is undefiled and chaste pronounced, 760 Present, or past, as saints and patriarchs used. Here Love his golden shafts employs, here lights His constant lamp, and waves his purple wings, Reigns here and revels; not in the bought smile Of harlots, loveless, joyless, unendeared, Casual fruition; nor in court-amours, Mixed dance, or wanton mask, or midnight ball, Or serenate, which the starved lover sings To his proud fair, best quitted with disdain. These, lulled by nightingales, embracing slept, 770 And on their naked limbs the flowery roof Showered roses, which the morn repaired. Sleep on, Blest pair; and O! yet happiest, if ye seek No happier state, and know to know no more. Now had night measured with her shadowy cone Half way up hill this vast sublunar vault, And from their ivory port the Cherubim, Forth issuing at the accustomed hour, stood armed To their night watches in warlike parade; When Gabriel to his next in power thus spake. 780 Uzziel, half these draw off, and coast the south With strictest watch; these other wheel the north; Our circuit meets full west. As flame they part, Half wheeling to the shield, half to the spear. From these, two strong and subtle Spirits he called That near him stood, and gave them thus in charge. Ithuriel and Zephon, with winged speed Search through this garden, leave unsearched no nook; But chiefly where those two fair creatures lodge, Now laid perhaps asleep, secure of harm. 790 This evening from the sun's decline arrived, Who tells of some infernal Spirit seen Hitherward bent (who could have thought?) escaped The bars of Hell, on errand bad no doubt: Such, where ye find, seise fast, and hither bring. So saying, on he led his radiant files, Dazzling the moon; these to the bower direct In search of whom they sought: Him there they found Squat like a toad, close at the ear of Eve, Assaying by his devilish art to reach 800 The organs of her fancy, and with them forge Illusions, as he list, phantasms and dreams; Or if, inspiring venom, he might taint The animal spirits, that from pure blood arise Like gentle breaths from rivers pure, thence raise At least distempered, discontented thoughts, Vain hopes, vain aims, inordinate desires, Blown up with high conceits ingendering pride. Him thus intent Ithuriel with his spear Touched lightly; for no falshood can endure 810 Touch of celestial temper, but returns Of force to its own likeness: Up he starts Discovered and surprised. As when a spark Lights on a heap of nitrous powder, laid Fit for the tun some magazine to store Against a rumoured war, the smutty grain, With sudden blaze diffused, inflames the air; So started up in his own shape the Fiend. Back stept those two fair Angels, half amazed So sudden to behold the grisly king; 820 Yet thus, unmoved with fear, accost him soon. Which of those rebel Spirits adjudged to Hell Comest thou, escaped thy prison? and, transformed, Why sat'st thou like an enemy in wait, Here watching at the head of these that sleep? Know ye not then said Satan, filled with scorn, Know ye not me? ye knew me once no mate For you, there sitting where ye durst not soar: Not to know me argues yourselves unknown, The lowest of your throng; or, if ye know, 830 Why ask ye, and superfluous begin Your message, like to end as much in vain? To whom thus Zephon, answering scorn with scorn. Think not, revolted Spirit, thy shape the same, Or undiminished brightness to be known, As when thou stoodest in Heaven upright and pure; That glory then, when thou no more wast good, Departed from thee; and thou resemblest now Thy sin and place of doom obscure and foul. But come, for thou, be sure, shalt give account 840To him who sent us, whose charge is to keep This place inviolable, and these from harm. So spake the Cherub; and his grave rebuke, Severe in youthful beauty, added grace Invincible: Abashed the Devil stood, And felt how awful goodness is, and saw Virtue in her shape how lovely; saw, and pined His loss; but chiefly to find here observed His lustre visibly impaired; yet seemed Undaunted. If I must contend, said he, 850 Best with the best, the sender, not the sent, Or all at once; more glory will be won, Or less be lost. Thy fear, said Zephon bold, Will save us trial what the least can do Single against thee wicked, and thence weak. The Fiend replied not, overcome with rage; But, like a proud steed reined, went haughty on, Champing his iron curb: To strive or fly He held it vain; awe from above had quelled His heart, not else dismayed. Now drew they nigh 860 The western point, where those half-rounding guards Just met, and closing stood in squadron joined, A waiting next command. To whom their Chief, Gabriel, from the front thus called aloud. "O friends! I hear the tread of nimble feet Hasting this way, and now by glimpse discern Ithuriel and Zephon through the shade; And with them comes a third of regal port, But faded splendour wan; who by his gait And fierce demeanour seems the Prince of Hell, 870 Not likely to part hence without contest; Stand firm, for in his look defiance lours." He scarce had ended, when those two approached, And brief related whom they brought, where found, How busied, in what form and posture couched. To whom with stern regard thus Gabriel spake. Why hast thou, Satan, broke the bounds prescribed To thy transgressions, and disturbed the charge Of others, who approve not to transgress By thy example, but have power and right 880 To question thy bold entrance on this place; Employed, it seems, to violate sleep, and those Whose dwelling God hath planted here in bliss! To whom thus Satan with contemptuous brow. Gabriel? thou hadst in Heaven the esteem of wise, And such I held thee; but this question asked Puts me in doubt. Lives there who loves his pain! Who would not, finding way, break loose from Hell, Though thither doomed! Thou wouldst thyself, no doubt And boldly venture to whatever place 890 Farthest from pain, where thou mightst hope to change Torment with ease, and soonest recompense Dole with delight, which in this place I sought; To thee no reason, who knowest only good, But evil hast not tried: and wilt object His will who bounds us! Let him surer bar His iron gates, if he intends our stay In that dark durance: Thus much what was asked. The rest is true, they found me where they say; But that implies not violence or harm. 900 Thus he in scorn. The warlike Angel moved, Disdainfully half smiling, thus replied. O loss of one in Heaven to judge of wise Since Satan fell, whom folly overthrew, And now returns him from his prison 'scaped, Gravely in doubt whether to hold them wise Or not, who ask what boldness brought him hither Unlicensed from his bounds in Hell prescribed; So wise he judges it to fly from pain However, and to 'scape his punishment! 910 So judge thou still, presumptuous! till the wrath, Which thou incurrest by flying, meet thy flight Sevenfold, and scourge that wisdom back to Hell, Which taught thee yet no better, that no pain Can equal anger infinite provoked. But wherefore thou alone? wherefore with thee Came not all hell broke loose? or thou than they Less hardy to endure? Courageous Chief! The first in flight from pain! hadst thou alleged To thy deserted host this cause of flight, 920 Thou surely hadst not come sole fugitive. To which the Fiend thus answered, frowning stern. Not that I less endure, or shrink from pain, Insulting Angel! well thou knowest I stood Thy fiercest, when in battle to thy aid The blasting vollied thunder made all speed, And seconded thy else not dreaded spear. But still thy words at random, as before, Argue thy inexperience what behoves From hard assays and ill successes past 930 A faithful leader, not to hazard all Through ways of danger by himself untried: I, therefore, I alone first undertook To wing the desolate abyss, and spy This new created world, whereof in Hell Fame is not silent, here in hope to find Better abode, and my afflicted Powers To settle here on earth, or in mid air; Though for possession put to try once more What thou and thy gay legions dare against; 940 Whose easier business were to serve their Lord High up in Heaven, with songs to hymn his throne, And practised distances to cringe, not fight, To whom the warriour Angel soon replied. To say and straight unsay, pretending first Wise to fly pain, professing next the spy, Argues no leader but a liear traced, Satan, and couldst thou faithful add? O name, O sacred name of faithfulness profaned! Faithful to whom? to thy rebellious crew? 950 Army of Fiends, fit body to fit head. Was this your discipline and faith engaged, Your military obedience, to dissolve Allegiance to the acknowledged Power supreme? And thou, sly hypocrite, who now wouldst seem Patron of liberty, who more than thou Once fawned, and cringed, and servily adored Heaven's awful Monarch? wherefore, but in hope To dispossess him, and thyself to reign? But mark what I arreed thee now, Avant; 960 Fly neither whence thou fledst! If from this hour Within these hallowed limits thou appear, Back to the infernal pit I drag thee chained, And seal thee so, as henceforth not to scorn The facile gates of Hell too slightly barred. So threatened he; but Satan to no threats Gave heed, but waxing more in rage replied. "Then when I am thy captive talk of chains, Proud limitary Cherub! but ere then Far heavier load thyself expect to feel 970 From my prevailing arm, though Heaven's King Ride on thy wings, and thou with thy compeers, Us'd to the yoke, drawest his triumphant wheels In progress through the road of Heaven star-paved." While thus he spake, the angelick squadron bright Turned fiery red, sharpening in mooned horns Their phalanx, and began to hem him round With ported spears, as thick as when a field Of Ceres ripe for harvest waving bends Her bearded grove of ears, which way the wind 980 Sways them; the careful plowman doubting stands, Left on the threshing floor his hopeless sheaves Prove chaff. On the other side, Satan, alarmed, Collecting all his might, dilated stood, Like Teneriff or Atlas, unremoved: His stature reached the sky, and on his crest Sat Horrour plumed; nor wanted in his grasp What seemed both spear and shield: Now dreadful deeds Might have ensued, nor only Paradise In this commotion, but the starry cope 990 Of Heaven perhaps, or all the elements At least had gone to wrack, disturbed and torn With violence of this conflict, had not soon The Eternal, to prevent such horrid fray, Hung forth in Heaven his golden scales, yet seen Betwixt Astrea and the Scorpion sign, Wherein all things created first he weighed, The pendulous round earth with balanced air In counterpoise, now ponders all events, Battles and realms: In these he put two weights, 1000 The sequel each of parting and of fight: The latter quick up flew, and kicked the beam, Which Gabriel spying, thus bespake the Fiend. "Satan, I know thy strength, and thou knowest mine; Neither our own, but given: What folly then To boast what arms can do? since thine no more Than Heaven permits, nor mine, though doubled now To trample thee as mire: For proof look up, And read thy lot in yon celestial sign; Where thou art weighed, and shown how light, how weak, 1010 If thou resist." The Fiend looked up, and knew His mounted scale aloft: Nor more; but fled Murmuring, and with him fled the shades of night.</poem> }} [[Het paradijs verloren: Boek V|>>> Ga verder met BOOK V]] == Noten == Bron voor de explicatieve noten: [https://milton.host.dartmouth.edu/reading%20room/pl/book%201/text.shtml The John Milton Reading Room: Paradise Lost] (onder Creative Commons licentie) {{References}} [[Categorie:Engels]] [[Categorie:John Milton]] [[Categorie:Vertaalde poëzie]] itzh07q79aa1ytlj7yiey7h0mk41l9x Occult woordenboekje/Voorbericht 0 40539 127698 127635 2022-08-24T08:04:59Z Vincent Steenberg 280 auteur wikitext text/x-wiki {{Koptekst | Titel = Voorbericht | Schrijver = |Override_schrijver = D. van Veen | Vertaler = |Override_vertaler = | Sectie = | Vorige = | Volgende = | Jaar = | Opmerkingen = Afkomstig uit D. van Veen Jzn. ([1937]) ''[[Occult woordenboekje]]'', Apeldoorn: Ned. Ver. van Spiritisten „Harmonia”, [p.&nbsp;3]. [[Wikisource:Publiek domein|Publiek domein]] in de EU. }} <pages index="Occult woordenboekje (Van Veen 1937).djvu" from="5" to="5"/> [[Categorie:Occult woordenboekje]] 0vjz0g8b4mtis6qd9rufd1qjr9wk3it Occult woordenboekje/Adept 0 40541 127694 127637 2022-08-23T22:00:56Z Vincent Steenberg 280 auteur wikitext text/x-wiki {{Koptekst | Titel = Adept | Schrijver = |Override_schrijver = D. van Veen | Vertaler = |Override_vertaler = | Sectie = | Vorige = | Volgende = [[Occult woordenboekje/Aesthesiometer|Aesthesiometer]] | Jaar = | Opmerkingen = Afkomstig uit D. van Veen Jzn. ([1937]) ''[[Occult woordenboekje]]'', Apeldoorn: Ned. Ver. van Spiritisten „Harmonia”, p.&nbsp;5. [[Wikisource:Publiek domein|Publiek domein]] in de EU. }} <pages index="Occult woordenboekje (Van Veen 1937).djvu" from="7" to="7" fromsection="adept" tosection="adept"/> [[Categorie:Occult woordenboekje]] bqp4tynvhgirdh99vmhgioipl730jqb Occult woordenboekje/Aesthesiometer 0 40542 127695 127640 2022-08-23T22:01:16Z Vincent Steenberg 280 auteur wikitext text/x-wiki {{Koptekst | Titel = Aesthesiometer | Schrijver = |Override_schrijver = D. van Veen | Vertaler = |Override_vertaler = | Sectie = | Vorige = [[Occult woordenboekje/Adept|Adept]] | Volgende = [[Occult woordenboekje/Aether|Aether]] | Jaar = | Opmerkingen = Afkomstig uit D. van Veen Jzn. ([1937]) ''[[Occult woordenboekje]]'', Apeldoorn: Ned. Ver. van Spiritisten „Harmonia”, p.&nbsp;5. [[Wikisource:Publiek domein|Publiek domein]] in de EU. }} <pages index="Occult woordenboekje (Van Veen 1937).djvu" from="7" to="7" fromsection="aesthesiometer" tosection="aesthesiometer"/> [[Categorie:Occult woordenboekje]] abtc0gi5c1m9zv8ztmybxnbkvnvpqr7 Occult woordenboekje/Aether 0 40543 127696 127641 2022-08-23T22:01:37Z Vincent Steenberg 280 auteur wikitext text/x-wiki {{Koptekst | Titel = Aether | Schrijver = |Override_schrijver = D. van Veen | Vertaler = |Override_vertaler = | Sectie = | Vorige = [[Occult woordenboekje/Aesthesiometer|Aesthesiometer]] | Volgende = [[Occult woordenboekje/Aetherisch lichaam|Aetherisch lichaam]] | Jaar = | Opmerkingen = Afkomstig uit D. van Veen Jzn. ([1937]) ''[[Occult woordenboekje]]'', Apeldoorn: Ned. Ver. van Spiritisten „Harmonia”, p.&nbsp;5. [[Wikisource:Publiek domein|Publiek domein]] in de EU. }} <pages index="Occult woordenboekje (Van Veen 1937).djvu" from="7" to="7" fromsection="aether" tosection="aether"/> [[Categorie:Occult woordenboekje]] dt5z38t9xgoiq3dctqesdyp81o9hg4g Occult woordenboekje/Aetherisch lichaam 0 40544 127699 127642 2022-08-24T08:05:36Z Vincent Steenberg 280 auteur wikitext text/x-wiki {{Koptekst | Titel = Aetherisch lichaam | Schrijver = |Override_schrijver = D. van Veen | Vertaler = |Override_vertaler = | Sectie = | Vorige = [[Occult woordenboekje/Aether|Aether]] | Volgende = [[Occult woordenboekje/Afdruk|Afdruk]] | Jaar = | Opmerkingen = Afkomstig uit D. van Veen Jzn. ([1937]) ''[[Occult woordenboekje]]'', Apeldoorn: Ned. Ver. van Spiritisten „Harmonia”, p.&nbsp;5. [[Wikisource:Publiek domein|Publiek domein]] in de EU. }} <pages index="Occult woordenboekje (Van Veen 1937).djvu" from="7" to="7" fromsection="aetherischlichaam" tosection="aetherischlichaam"/> [[Categorie:Occult woordenboekje]] 6zjabg6luu24nqo23v78v96ll2xhmmt Occult woordenboekje/Afdruk 0 40545 127700 127643 2022-08-24T08:05:55Z Vincent Steenberg 280 auteur wikitext text/x-wiki {{Koptekst | Titel = Afdruk | Schrijver = |Override_schrijver = D. van Veen | Vertaler = |Override_vertaler = | Sectie = | Vorige = [[Occult woordenboekje/Aetherisch lichaam|Aetherisch lichaam]] | Volgende = [[Occult woordenboekje/Affect|Affect]] | Jaar = | Opmerkingen = Afkomstig uit D. van Veen Jzn. ([1937]) ''[[Occult woordenboekje]]'', Apeldoorn: Ned. Ver. van Spiritisten „Harmonia”, p.&nbsp;5. [[Wikisource:Publiek domein|Publiek domein]] in de EU. }} <pages index="Occult woordenboekje (Van Veen 1937).djvu" from="7" to="7" fromsection="afdruk" tosection="afdruk"/> [[Categorie:Occult woordenboekje]] nwak0wkqm0rrd76knard8afs8s10hrq Occult woordenboekje/Affect 0 40546 127701 127645 2022-08-24T08:06:14Z Vincent Steenberg 280 auteur wikitext text/x-wiki {{Koptekst | Titel = Affect | Schrijver = |Override_schrijver = D. van Veen | Vertaler = |Override_vertaler = | Sectie = | Vorige = [[Occult woordenboekje/Afdruk|Afdruk]] | Volgende = [[Occult woordenboekje/Affiniteit|Affiniteit]] | Jaar = | Opmerkingen = Afkomstig uit D. van Veen Jzn. ([1937]) ''[[Occult woordenboekje]]'', Apeldoorn: Ned. Ver. van Spiritisten „Harmonia”, p.&nbsp;5. [[Wikisource:Publiek domein|Publiek domein]] in de EU. }} <pages index="Occult woordenboekje (Van Veen 1937).djvu" from="7" to="7" fromsection="affect" tosection="affect"/> [[Categorie:Occult woordenboekje]] tsto0w0y5qi0r0aditx8ctak8iib24h Occult woordenboekje/Affiniteit 0 40547 127702 127646 2022-08-24T08:06:35Z Vincent Steenberg 280 auteur wikitext text/x-wiki {{Koptekst | Titel = Affiniteit | Schrijver = |Override_schrijver = D. van Veen | Vertaler = |Override_vertaler = | Sectie = | Vorige = [[Occult woordenboekje/Affect|Affect]] | Volgende = [[Occult woordenboekje/Afnemen|Afnemen]] | Jaar = | Opmerkingen = Afkomstig uit D. van Veen Jzn. ([1937]) ''[[Occult woordenboekje]]'', Apeldoorn: Ned. Ver. van Spiritisten „Harmonia”, p.&nbsp;5. [[Wikisource:Publiek domein|Publiek domein]] in de EU. }} <pages index="Occult woordenboekje (Van Veen 1937).djvu" from="7" to="7" fromsection="affiniteit" tosection="affiniteit"/> [[Categorie:Occult woordenboekje]] 2nzc8iiyfp2hllc0ko0w04axaop9jlv Occult woordenboekje 0 40548 127686 127654 2022-08-23T20:03:16Z Vincent Steenberg 280 +++ wikitext text/x-wiki {{Koptekst | Titel = Occult woordenboekje | Schrijver = |Override_schrijver = [[Auteur:D. van Veen|D. van Veen Jzn.]] | Vertaler = |Override_vertaler = | Sectie = | Vorige = | Volgende = | Jaar = | Opmerkingen = Uitgegeven in Apeldoorn in 1937 door de Ned. Ver. van Spiritisten „Harmonia”. [[Wikisource:Publiek domein|Publiek domein]] in de EU. }} <pages index="Occult woordenboekje (Van Veen 1937).djvu" from="1" to="1"/> {{dhr|3}} <pages index="Occult woordenboekje (Van Veen 1937).djvu" from="3" to="3"/> *[[Occult woordenboekje/Voorbericht|Voorbericht]], [p.&nbsp;3]. === A === *[[Occult woordenboekje/Adept|Adept]], p.&nbsp;5. *[[Occult woordenboekje/Aesthesiometer|Aesthesiometer]], p.&nbsp;5. *[[Occult woordenboekje/Aether|Aether]], p.&nbsp;5. *[[Occult woordenboekje/Aetherisch lichaam|Aetherisch lichaam]], p.&nbsp;5. *[[Occult woordenboekje/Afdruk|Afdruk]], p.&nbsp;5. *[[Occult woordenboekje/Affect|Affect]], p.&nbsp;5. *[[Occult woordenboekje/Affiniteit|Affiniteit]], p.&nbsp;5. *[[Occult woordenboekje/Afnemen|Afnemen]], p.&nbsp;5. *[[Occult woordenboekje/Afreageren|Afreageren]], p.&nbsp;5. *[[Occult woordenboekje/Agent|Agent]], p.&nbsp;5. *[[Occult woordenboekje/Agnosticisme|Agnosticisme]], p.&nbsp;5. *[[Occult woordenboekje/Agrippa van Nettesheim, Cornelius|Agrippa van Nettesheim, Cornelius]], p.&nbsp;5. *[[Occult woordenboekje/Ahriman|Ahriman]], p.&nbsp;5. *[[Occult woordenboekje/Akasa|Akasa]], p.&nbsp;5. *[[Occult woordenboekje/Akkeringa-Kromme, Mevr. C.|Akkeringa-Kromme, Mevr. C.]], p.&nbsp;5-6. *[[Occult woordenboekje/Aksakow, Alexander|Aksakow, Alexander]], p.&nbsp;6. *[[Occult woordenboekje/Alaesthesie|Alaesthesie]], p.&nbsp;6. [[Categorie:Occult woordenboekje]] 172daej1oz8p4xc0g86bavp6jf5cs6y 127722 127686 2022-08-24T08:32:24Z Vincent Steenberg 280 ++ wikitext text/x-wiki {{Koptekst | Titel = Occult woordenboekje | Schrijver = |Override_schrijver = D. van Veen Jzn. | Vertaler = |Override_vertaler = | Sectie = | Vorige = | Volgende = | Jaar = | Opmerkingen = Uitgegeven in Apeldoorn in 1937 door de Ned. Ver. van Spiritisten „Harmonia”. Jaar van uitgifte onvermeld. [[Wikisource:Publiek domein|Publiek domein]] in de EU. }} <pages index="Occult woordenboekje (Van Veen 1937).djvu" from="1" to="1"/> {{dhr|3}} <pages index="Occult woordenboekje (Van Veen 1937).djvu" from="3" to="3"/> *[[Occult woordenboekje/Voorbericht|Voorbericht]], [p.&nbsp;3]. === A === *[[Occult woordenboekje/Adept|Adept]], p.&nbsp;5. *[[Occult woordenboekje/Aesthesiometer|Aesthesiometer]], p.&nbsp;5. *[[Occult woordenboekje/Aether|Aether]], p.&nbsp;5. *[[Occult woordenboekje/Aetherisch lichaam|Aetherisch lichaam]], p.&nbsp;5. *[[Occult woordenboekje/Afdruk|Afdruk]], p.&nbsp;5. *[[Occult woordenboekje/Affect|Affect]], p.&nbsp;5. *[[Occult woordenboekje/Affiniteit|Affiniteit]], p.&nbsp;5. *[[Occult woordenboekje/Afnemen|Afnemen]], p.&nbsp;5. *[[Occult woordenboekje/Afreageren|Afreageren]], p.&nbsp;5. *[[Occult woordenboekje/Agent|Agent]], p.&nbsp;5. *[[Occult woordenboekje/Agnosticisme|Agnosticisme]], p.&nbsp;5. *[[Occult woordenboekje/Agrippa van Nettesheim, Cornelius|Agrippa van Nettesheim, Cornelius]], p.&nbsp;5. *[[Occult woordenboekje/Ahriman|Ahriman]], p.&nbsp;5. *[[Occult woordenboekje/Akasa|Akasa]], p.&nbsp;5. *[[Occult woordenboekje/Akkeringa-Kromme, Mevr. C.|Akkeringa-Kromme, Mevr. C.]], p.&nbsp;5-6. *[[Occult woordenboekje/Aksakow, Alexander|Aksakow, Alexander]], p.&nbsp;6. *[[Occult woordenboekje/Alaesthesie|Alaesthesie]], p.&nbsp;6. *[[Occult woordenboekje/Albertus Magnus|Albertus Magnus]], p.&nbsp;6. *[[Occult woordenboekje/Alchemie|Alchemie]], p.&nbsp;6. *[[Occult woordenboekje/Allo-psychie|Allo-psychie]], p.&nbsp;6. *[[Occult woordenboekje/Ambivalent|Ambivalent]], p.&nbsp;6. *[[Occult woordenboekje/Amnesie|Amnesie]], p.&nbsp;6. *[[Occult woordenboekje/Amorph|Amorph]], p.&nbsp;6. *[[Occult woordenboekje/An-aesthesie|An-aesthesie]], p.&nbsp;6. *[[Occult woordenboekje/Analgesie|Analgesie]], p.&nbsp;6. *[[Occult woordenboekje/Anaxagoras|Anaxagoras]], p.&nbsp;6. [[Categorie:Occult woordenboekje]] 1mteicg6sz5tcs0gjp6m8ovr00ilnvh Architectura/Jaargang 5/Nummer 7/Door de firma Morks & Geuze te Dordrecht wordt uitgegeven 0 40550 127663 2022-08-23T18:36:38Z Vincent Steenberg 280 nieuw wikitext text/x-wiki {{Koptekst | Titel = ‘Door de firma Morks & Geuze te Dordrecht wordt uitgegeven […]’ | Schrijver = |Override_schrijver = een anonieme schrijver | Vertaler = |Override_vertaler = | Sectie = | Vorige = | Volgende = | Jaar = | Opmerkingen = Afkomstig uit ''Architectura'', jrg. 5, nr. 7 (zaterdag 13 februari 1897), p.&nbsp;45-46. [[Wikisource:Publiek domein|Publiek domein]]. }} <pages index="Architectura vol 005 no 007.djvu" from="7" to="8" fromsection="doordefirma" tosection="doordefirma"/> [[Categorie:Architectura]] kzm9qd90cpd8qmcpr5kfbh4ioqtticw Architectura/Jaargang 5/Nummer 7/Een wetsontwerp wordt aanhangig gemaakt 0 40551 127664 2022-08-23T18:40:51Z Vincent Steenberg 280 nieuw wikitext text/x-wiki {{Koptekst | Titel = ‘Een wetsontwerp wordt aanhangig gemaakt […]’ | Schrijver = |Override_schrijver = een anonieme schrijver | Vertaler = |Override_vertaler = | Sectie = | Vorige = | Volgende = | Jaar = | Opmerkingen = Afkomstig uit ''Architectura'', jrg. 5, nr. 7 (zaterdag 13 februari 1897), p.&nbsp;46. [[Wikisource:Publiek domein|Publiek domein]]. }} <pages index="Architectura vol 005 no 007.djvu" from="8" to="8" fromsection="eenwetsontwerpwordt" tosection="eenwetsontwerpwordt"/> [[Categorie:Architectura]] f4digj21qc6xcati5ujoopalnyhdmab Architectura/Jaargang 5/Nummer 7/Te Midwolde (Gr.) 0 40552 127665 2022-08-23T18:44:45Z Vincent Steenberg 280 nieuw wikitext text/x-wiki {{Koptekst | Titel = ‘Te Midwolde (Gr.) […]’ | Schrijver = |Override_schrijver = een anonieme schrijver | Vertaler = |Override_vertaler = | Sectie = | Vorige = | Volgende = | Jaar = | Opmerkingen = Afkomstig uit ''Architectura'', jrg. 5, nr. 7 (zaterdag 13 februari 1897), p.&nbsp;46. [[Wikisource:Publiek domein|Publiek domein]]. }} <pages index="Architectura vol 005 no 007.djvu" from="8" to="8" fromsection="temidwoldegr" tosection="temidwoldegr"/> [[Categorie:Architectura]] 0wglinlevlr29iw2tbq9yvcl7jspkcj Occult woordenboekje/Afnemen 0 40553 127667 2022-08-23T19:20:21Z Vincent Steenberg 280 nieuw wikitext text/x-wiki {{Koptekst | Titel = Afnemen | Schrijver = |Override_schrijver = [[Auteur:D. van Veen|D. van Veen Jzn.]] | Vertaler = |Override_vertaler = | Sectie = | Vorige = [[Occult woordenboekje/Affiniteit|Affiniteit]] | Volgende = [[Occult woordenboekje/Afreageren|Afreageren]] | Jaar = | Opmerkingen = Afkomstig uit D. van Veen Jzn. ([1937]) ''[[Occult woordenboekje]]'', Apeldoorn: Ned. Ver. van Spiritisten „Harmonia”, p.&nbsp;5. [[Wikisource:Publiek domein|Publiek domein]] in de EU. }} <pages index="Occult woordenboekje (Van Veen 1937).djvu" from="7" to="7" fromsection="afnemen" tosection="afnemen"/> [[Categorie:Occult woordenboekje]] dd18qg1uscpv4nooi0w7mblos779xph 127703 127667 2022-08-24T08:06:54Z Vincent Steenberg 280 auteur wikitext text/x-wiki {{Koptekst | Titel = Afnemen | Schrijver = |Override_schrijver = D. van Veen | Vertaler = |Override_vertaler = | Sectie = | Vorige = [[Occult woordenboekje/Affiniteit|Affiniteit]] | Volgende = [[Occult woordenboekje/Afreageren|Afreageren]] | Jaar = | Opmerkingen = Afkomstig uit D. van Veen Jzn. ([1937]) ''[[Occult woordenboekje]]'', Apeldoorn: Ned. Ver. van Spiritisten „Harmonia”, p.&nbsp;5. [[Wikisource:Publiek domein|Publiek domein]] in de EU. }} <pages index="Occult woordenboekje (Van Veen 1937).djvu" from="7" to="7" fromsection="afnemen" tosection="afnemen"/> [[Categorie:Occult woordenboekje]] 2yt1moavo0e6uk7qsg63w3g93h7sepz Occult woordenboekje/Afreageren 0 40554 127669 2022-08-23T19:23:50Z Vincent Steenberg 280 nieuw wikitext text/x-wiki {{Koptekst | Titel = Afreageren | Schrijver = |Override_schrijver = [[Auteur:D. van Veen|D. van Veen Jzn.]] | Vertaler = |Override_vertaler = | Sectie = | Vorige = [[Occult woordenboekje/Afnemen|Afnemen]] | Volgende = [[Occult woordenboekje/Agent|Agent]] | Jaar = | Opmerkingen = Afkomstig uit D. van Veen Jzn. ([1937]) ''[[Occult woordenboekje]]'', Apeldoorn: Ned. Ver. van Spiritisten „Harmonia”, p.&nbsp;5. [[Wikisource:Publiek domein|Publiek domein]] in de EU. }} <pages index="Occult woordenboekje (Van Veen 1937).djvu" from="7" to="7" fromsection="afreageren" tosection="afreageren"/> [[Categorie:Occult woordenboekje]] 6bjwjd6wvtkh973pcwnuwhlioyf33q8 127704 127669 2022-08-24T08:07:15Z Vincent Steenberg 280 auteur wikitext text/x-wiki {{Koptekst | Titel = Afreageren | Schrijver = |Override_schrijver = D. van Veen | Vertaler = |Override_vertaler = | Sectie = | Vorige = [[Occult woordenboekje/Afnemen|Afnemen]] | Volgende = [[Occult woordenboekje/Agent|Agent]] | Jaar = | Opmerkingen = Afkomstig uit D. van Veen Jzn. ([1937]) ''[[Occult woordenboekje]]'', Apeldoorn: Ned. Ver. van Spiritisten „Harmonia”, p.&nbsp;5. [[Wikisource:Publiek domein|Publiek domein]] in de EU. }} <pages index="Occult woordenboekje (Van Veen 1937).djvu" from="7" to="7" fromsection="afreageren" tosection="afreageren"/> [[Categorie:Occult woordenboekje]] be719v832l43t97pwytar2amtli8mj5 Occult woordenboekje/Agent 0 40555 127670 2022-08-23T19:25:35Z Vincent Steenberg 280 nieuw wikitext text/x-wiki {{Koptekst | Titel = Agent | Schrijver = |Override_schrijver = [[Auteur:D. van Veen|D. van Veen Jzn.]] | Vertaler = |Override_vertaler = | Sectie = | Vorige = [[Occult woordenboekje/Afreageren|Afreageren]] | Volgende = [[Occult woordenboekje/Agnosticisme|Agnosticisme]] | Jaar = | Opmerkingen = Afkomstig uit D. van Veen Jzn. ([1937]) ''[[Occult woordenboekje]]'', Apeldoorn: Ned. Ver. van Spiritisten „Harmonia”, p.&nbsp;5. [[Wikisource:Publiek domein|Publiek domein]] in de EU. }} <pages index="Occult woordenboekje (Van Veen 1937).djvu" from="7" to="7" fromsection="agent" tosection="agent"/> [[Categorie:Occult woordenboekje]] d60i8bgzx59dt9p6tn0tp3hdcljdwzi 127705 127670 2022-08-24T08:07:35Z Vincent Steenberg 280 auteur wikitext text/x-wiki {{Koptekst | Titel = Agent | Schrijver = |Override_schrijver = D. van Veen | Vertaler = |Override_vertaler = | Sectie = | Vorige = [[Occult woordenboekje/Afreageren|Afreageren]] | Volgende = [[Occult woordenboekje/Agnosticisme|Agnosticisme]] | Jaar = | Opmerkingen = Afkomstig uit D. van Veen Jzn. ([1937]) ''[[Occult woordenboekje]]'', Apeldoorn: Ned. Ver. van Spiritisten „Harmonia”, p.&nbsp;5. [[Wikisource:Publiek domein|Publiek domein]] in de EU. }} <pages index="Occult woordenboekje (Van Veen 1937).djvu" from="7" to="7" fromsection="agent" tosection="agent"/> [[Categorie:Occult woordenboekje]] pvry4iuiq4k3tgofdfo4rsts45zun2n Occult woordenboekje/Agnosticisme 0 40556 127672 2022-08-23T19:29:42Z Vincent Steenberg 280 nieuw wikitext text/x-wiki {{Koptekst | Titel = Agnosticisme | Schrijver = |Override_schrijver = [[Auteur:D. van Veen|D. van Veen Jzn.]] | Vertaler = |Override_vertaler = | Sectie = | Vorige = [[Occult woordenboekje/Agent|Agent]] | Volgende = [[Occult woordenboekje/Agrippa van Nettesheim, Cornelius|Agrippa van Nettesheim, Cornelius]] | Jaar = | Opmerkingen = Afkomstig uit D. van Veen Jzn. ([1937]) ''[[Occult woordenboekje]]'', Apeldoorn: Ned. Ver. van Spiritisten „Harmonia”, p.&nbsp;5. [[Wikisource:Publiek domein|Publiek domein]] in de EU. }} <pages index="Occult woordenboekje (Van Veen 1937).djvu" from="7" to="7" fromsection="agnosticisme" tosection="agnosticisme"/> [[Categorie:Occult woordenboekje]] 0ug1z4snnzhsuv57scz00wf6k16aeu9 127706 127672 2022-08-24T08:07:59Z Vincent Steenberg 280 auteur wikitext text/x-wiki {{Koptekst | Titel = Agnosticisme | Schrijver = |Override_schrijver = D. van Veen | Vertaler = |Override_vertaler = | Sectie = | Vorige = [[Occult woordenboekje/Agent|Agent]] | Volgende = [[Occult woordenboekje/Agrippa van Nettesheim, Cornelius|Agrippa van Nettesheim, Cornelius]] | Jaar = | Opmerkingen = Afkomstig uit D. van Veen Jzn. ([1937]) ''[[Occult woordenboekje]]'', Apeldoorn: Ned. Ver. van Spiritisten „Harmonia”, p.&nbsp;5. [[Wikisource:Publiek domein|Publiek domein]] in de EU. }} <pages index="Occult woordenboekje (Van Veen 1937).djvu" from="7" to="7" fromsection="agnosticisme" tosection="agnosticisme"/> [[Categorie:Occult woordenboekje]] 3iddo714d42tqaq9k48p4rpm7w767na Occult woordenboekje/Agrippa van Nettesheim, Cornelius 0 40557 127673 2022-08-23T19:32:38Z Vincent Steenberg 280 nieuw wikitext text/x-wiki {{Koptekst | Titel = Agrippa van Nettesheim, Cornelius | Schrijver = |Override_schrijver = [[Auteur:D. van Veen|D. van Veen Jzn.]] | Vertaler = |Override_vertaler = | Sectie = | Vorige = [[Occult woordenboekje/Agnosticisme|Agnosticisme]] | Volgende = [[Occult woordenboekje/Ahriman|Ahriman]] | Jaar = | Opmerkingen = Afkomstig uit D. van Veen Jzn. ([1937]) ''[[Occult woordenboekje]]'', Apeldoorn: Ned. Ver. van Spiritisten „Harmonia”, p.&nbsp;5. [[Wikisource:Publiek domein|Publiek domein]] in de EU. }} <pages index="Occult woordenboekje (Van Veen 1937).djvu" from="7" to="7" fromsection="agrippavannettesheim" tosection="agrippavannettesheim"/> [[Categorie:Occult woordenboekje]] 8m4wm2tplkqxhme52ogdfjkvy1pwe9n 127707 127673 2022-08-24T08:08:20Z Vincent Steenberg 280 auteur wikitext text/x-wiki {{Koptekst | Titel = Agrippa van Nettesheim, Cornelius | Schrijver = |Override_schrijver = D. van Veen | Vertaler = |Override_vertaler = | Sectie = | Vorige = [[Occult woordenboekje/Agnosticisme|Agnosticisme]] | Volgende = [[Occult woordenboekje/Ahriman|Ahriman]] | Jaar = | Opmerkingen = Afkomstig uit D. van Veen Jzn. ([1937]) ''[[Occult woordenboekje]]'', Apeldoorn: Ned. Ver. van Spiritisten „Harmonia”, p.&nbsp;5. [[Wikisource:Publiek domein|Publiek domein]] in de EU. }} <pages index="Occult woordenboekje (Van Veen 1937).djvu" from="7" to="7" fromsection="agrippavannettesheim" tosection="agrippavannettesheim"/> [[Categorie:Occult woordenboekje]] 0jfx5l4ogi8hmficgx6utzh9t9sn8ry Occult woordenboekje/Ahriman 0 40558 127674 2022-08-23T19:34:26Z Vincent Steenberg 280 nieuw wikitext text/x-wiki {{Koptekst | Titel = Ahriman | Schrijver = |Override_schrijver = [[Auteur:D. van Veen|D. van Veen Jzn.]] | Vertaler = |Override_vertaler = | Sectie = | Vorige = [[Occult woordenboekje/Agrippa van Nettesheim, Cornelius|Agrippa van Nettesheim, Cornelius]] | Volgende = [[Occult woordenboekje/Akasa|Akasa]] | Jaar = | Opmerkingen = Afkomstig uit D. van Veen Jzn. ([1937]) ''[[Occult woordenboekje]]'', Apeldoorn: Ned. Ver. van Spiritisten „Harmonia”, p.&nbsp;5. [[Wikisource:Publiek domein|Publiek domein]] in de EU. }} <pages index="Occult woordenboekje (Van Veen 1937).djvu" from="7" to="7" fromsection="ahriman" tosection="ahriman"/> [[Categorie:Occult woordenboekje]] 7jl1iehofhz11x0qfucj8yahp8zu5m3 127708 127674 2022-08-24T08:08:39Z Vincent Steenberg 280 auteur wikitext text/x-wiki {{Koptekst | Titel = Ahriman | Schrijver = |Override_schrijver = D. van Veen | Vertaler = |Override_vertaler = | Sectie = | Vorige = [[Occult woordenboekje/Agrippa van Nettesheim, Cornelius|Agrippa van Nettesheim, Cornelius]] | Volgende = [[Occult woordenboekje/Akasa|Akasa]] | Jaar = | Opmerkingen = Afkomstig uit D. van Veen Jzn. ([1937]) ''[[Occult woordenboekje]]'', Apeldoorn: Ned. Ver. van Spiritisten „Harmonia”, p.&nbsp;5. [[Wikisource:Publiek domein|Publiek domein]] in de EU. }} <pages index="Occult woordenboekje (Van Veen 1937).djvu" from="7" to="7" fromsection="ahriman" tosection="ahriman"/> [[Categorie:Occult woordenboekje]] qerzi0q5jsnmqiv4iz0l7fj680v758n Occult woordenboekje/Akasa 0 40559 127675 2022-08-23T19:36:24Z Vincent Steenberg 280 nieuw wikitext text/x-wiki {{Koptekst | Titel = Akasa | Schrijver = |Override_schrijver = [[Auteur:D. van Veen|D. van Veen Jzn.]] | Vertaler = |Override_vertaler = | Sectie = | Vorige = [[Occult woordenboekje/Ahriman|Ahriman]] | Volgende = [[Occult woordenboekje/Akkeringa-Kromme, Mevr. C.|Akkeringa-Kromme, Mevr. C.]] | Jaar = | Opmerkingen = Afkomstig uit D. van Veen Jzn. ([1937]) ''[[Occult woordenboekje]]'', Apeldoorn: Ned. Ver. van Spiritisten „Harmonia”, p.&nbsp;5. [[Wikisource:Publiek domein|Publiek domein]] in de EU. }} <pages index="Occult woordenboekje (Van Veen 1937).djvu" from="7" to="7" fromsection="akasa" tosection="akasa"/> [[Categorie:Occult woordenboekje]] p3nl2g6ltrmni32f4b5scjju6oqf3up 127709 127675 2022-08-24T08:08:59Z Vincent Steenberg 280 auteur wikitext text/x-wiki {{Koptekst | Titel = Akasa | Schrijver = |Override_schrijver = D. van Veen | Vertaler = |Override_vertaler = | Sectie = | Vorige = [[Occult woordenboekje/Ahriman|Ahriman]] | Volgende = [[Occult woordenboekje/Akkeringa-Kromme, Mevr. C.|Akkeringa-Kromme, Mevr. C.]] | Jaar = | Opmerkingen = Afkomstig uit D. van Veen Jzn. ([1937]) ''[[Occult woordenboekje]]'', Apeldoorn: Ned. Ver. van Spiritisten „Harmonia”, p.&nbsp;5. [[Wikisource:Publiek domein|Publiek domein]] in de EU. }} <pages index="Occult woordenboekje (Van Veen 1937).djvu" from="7" to="7" fromsection="akasa" tosection="akasa"/> [[Categorie:Occult woordenboekje]] khjf01yvg4t6bbg9gxdtjb42rjbz9tw Occult woordenboekje/Akkeringa-Kromme, Mevr. C. 0 40560 127681 2022-08-23T19:52:38Z Vincent Steenberg 280 nieuw wikitext text/x-wiki {{Koptekst | Titel = Akkeringa-Kromme, Mevr. C. | Schrijver = |Override_schrijver = [[Auteur:D. van Veen|D. van Veen Jzn.]] | Vertaler = |Override_vertaler = | Sectie = | Vorige = [[Occult woordenboekje/Akasa|Akasa]] | Volgende = [[Occult woordenboekje/Aksakow, Alexander|Aksakow, Alexander]] | Jaar = | Opmerkingen = Afkomstig uit D. van Veen Jzn. ([1937]) ''[[Occult woordenboekje]]'', Apeldoorn: Ned. Ver. van Spiritisten „Harmonia”, p.&nbsp;5-6. [[Wikisource:Publiek domein|Publiek domein]] in de EU. }} <pages index="Occult woordenboekje (Van Veen 1937).djvu" from="7" to="8" fromsection="akkeringakromme" tosection="akkeringakromme"/> [[Categorie:Occult woordenboekje]] gzvdarucsdl6eaqe7v213mzw0p7zstu 127693 127681 2022-08-23T22:00:11Z Vincent Steenberg 280 auteur wikitext text/x-wiki {{Koptekst | Titel = Akkeringa-Kromme, Mevr. C. | Schrijver = |Override_schrijver = D. van Veen | Vertaler = |Override_vertaler = | Sectie = | Vorige = [[Occult woordenboekje/Akasa|Akasa]] | Volgende = [[Occult woordenboekje/Aksakow, Alexander|Aksakow, Alexander]] | Jaar = | Opmerkingen = Afkomstig uit D. van Veen Jzn. ([1937]) ''[[Occult woordenboekje]]'', Apeldoorn: Ned. Ver. van Spiritisten „Harmonia”, p.&nbsp;5-6. [[Wikisource:Publiek domein|Publiek domein]] in de EU. }} <pages index="Occult woordenboekje (Van Veen 1937).djvu" from="7" to="8" fromsection="akkeringakromme" tosection="akkeringakromme"/> [[Categorie:Occult woordenboekje]] 32cb0cccdk6ksygm845gynctmutqyyv Occult woordenboekje/Aksakow, Alexander 0 40561 127682 2022-08-23T19:54:54Z Vincent Steenberg 280 nieuw wikitext text/x-wiki {{Koptekst | Titel = Aksakow, Alexander | Schrijver = |Override_schrijver = [[Auteur:D. van Veen|D. van Veen Jzn.]] | Vertaler = |Override_vertaler = | Sectie = | Vorige = [[Occult woordenboekje/Akkeringa-Kromme, Mevr. C.|Akkeringa-Kromme, Mevr. C.]] | Volgende = [[Occult woordenboekje/Alaesthesie|Alaesthesie]] | Jaar = | Opmerkingen = Afkomstig uit D. van Veen Jzn. ([1937]) ''[[Occult woordenboekje]]'', Apeldoorn: Ned. Ver. van Spiritisten „Harmonia”, p.&nbsp;6. [[Wikisource:Publiek domein|Publiek domein]] in de EU. }} <pages index="Occult woordenboekje (Van Veen 1937).djvu" from="8" to="8" fromsection="aksakow" tosection="aksakow"/> [[Categorie:Occult woordenboekje]] gl0bc1stlmzl9pl5tkvv8vkjmudpq29 127692 127682 2022-08-23T21:48:26Z Vincent Steenberg 280 auteur wikitext text/x-wiki {{Koptekst | Titel = Aksakow, Alexander | Schrijver = D. van Veen | Vertaler = |Override_vertaler = | Sectie = | Vorige = [[Occult woordenboekje/Akkeringa-Kromme, Mevr. C.|Akkeringa-Kromme, Mevr. C.]] | Volgende = [[Occult woordenboekje/Alaesthesie|Alaesthesie]] | Jaar = | Opmerkingen = Afkomstig uit D. van Veen Jzn. ([1937]) ''[[Occult woordenboekje]]'', Apeldoorn: Ned. Ver. van Spiritisten „Harmonia”, p.&nbsp;6. [[Wikisource:Publiek domein|Publiek domein]] in de EU. }} <pages index="Occult woordenboekje (Van Veen 1937).djvu" from="8" to="8" fromsection="aksakow" tosection="aksakow"/> [[Categorie:Occult woordenboekje]] 9stwsttlayk4qm5licsnr5mkz1q49mx 127710 127692 2022-08-24T08:09:43Z Vincent Steenberg 280 auteur wikitext text/x-wiki {{Koptekst | Titel = Aksakow, Alexander | Schrijver = |Override_schrijver = D. van Veen | Vertaler = |Override_vertaler = | Sectie = | Vorige = [[Occult woordenboekje/Akkeringa-Kromme, Mevr. C.|Akkeringa-Kromme, Mevr. C.]] | Volgende = [[Occult woordenboekje/Alaesthesie|Alaesthesie]] | Jaar = | Opmerkingen = Afkomstig uit D. van Veen Jzn. ([1937]) ''[[Occult woordenboekje]]'', Apeldoorn: Ned. Ver. van Spiritisten „Harmonia”, p.&nbsp;6. [[Wikisource:Publiek domein|Publiek domein]] in de EU. }} <pages index="Occult woordenboekje (Van Veen 1937).djvu" from="8" to="8" fromsection="aksakow" tosection="aksakow"/> [[Categorie:Occult woordenboekje]] 24ige3o0597arkk4wt11h62z0ey07cl Occult woordenboekje/Alaesthesie 0 40562 127683 2022-08-23T19:56:53Z Vincent Steenberg 280 nieuw wikitext text/x-wiki {{Koptekst | Titel = Alaesthesie | Schrijver = |Override_schrijver = [[Auteur:D. van Veen|D. van Veen Jzn.]] | Vertaler = |Override_vertaler = | Sectie = | Vorige = [[Occult woordenboekje/Aksakow, Alexander|Aksakow, Alexander]] | Volgende = [[Occult woordenboekje/Albertus Magnus|Albertus Magnus]] | Jaar = | Opmerkingen = Afkomstig uit D. van Veen Jzn. ([1937]) ''[[Occult woordenboekje]]'', Apeldoorn: Ned. Ver. van Spiritisten „Harmonia”, p.&nbsp;6. [[Wikisource:Publiek domein|Publiek domein]] in de EU. }} <pages index="Occult woordenboekje (Van Veen 1937).djvu" from="8" to="8" fromsection="alaesthesie" tosection="alaesthesie"/> [[Categorie:Occult woordenboekje]] so9hu9lw6r96i64ql0d8njvi220jh8n 127685 127683 2022-08-23T20:02:55Z Vincent Steenberg 280 -schrijver wikitext text/x-wiki {{Koptekst | Titel = Alaesthesie | Schrijver = | Vertaler = |Override_vertaler = | Sectie = | Vorige = [[Occult woordenboekje/Aksakow, Alexander|Aksakow, Alexander]] | Volgende = [[Occult woordenboekje/Albertus Magnus|Albertus Magnus]] | Jaar = | Opmerkingen = Afkomstig uit D. van Veen Jzn. ([1937]) ''[[Occult woordenboekje]]'', Apeldoorn: Ned. Ver. van Spiritisten „Harmonia”, p.&nbsp;6. [[Wikisource:Publiek domein|Publiek domein]] in de EU. }} <pages index="Occult woordenboekje (Van Veen 1937).djvu" from="8" to="8" fromsection="alaesthesie" tosection="alaesthesie"/> [[Categorie:Occult woordenboekje]] 9c2oy9uado6w0jamftil5alk822t5t4 127691 127685 2022-08-23T21:48:02Z Vincent Steenberg 280 auteur wikitext text/x-wiki {{Koptekst | Titel = Alaesthesie | Schrijver = D. van Veen | Vertaler = |Override_vertaler = | Sectie = | Vorige = [[Occult woordenboekje/Aksakow, Alexander|Aksakow, Alexander]] | Volgende = [[Occult woordenboekje/Albertus Magnus|Albertus Magnus]] | Jaar = | Opmerkingen = Afkomstig uit D. van Veen Jzn. ([1937]) ''[[Occult woordenboekje]]'', Apeldoorn: Ned. Ver. van Spiritisten „Harmonia”, p.&nbsp;6. [[Wikisource:Publiek domein|Publiek domein]] in de EU. }} <pages index="Occult woordenboekje (Van Veen 1937).djvu" from="8" to="8" fromsection="alaesthesie" tosection="alaesthesie"/> [[Categorie:Occult woordenboekje]] ah7sfiqgtgfnjbb8euxu5adpdeir67l 127711 127691 2022-08-24T08:10:03Z Vincent Steenberg 280 auteur wikitext text/x-wiki {{Koptekst | Titel = Alaesthesie | Schrijver = |Override_schrijver = D. van Veen | Vertaler = |Override_vertaler = | Sectie = | Vorige = [[Occult woordenboekje/Aksakow, Alexander|Aksakow, Alexander]] | Volgende = [[Occult woordenboekje/Albertus Magnus|Albertus Magnus]] | Jaar = | Opmerkingen = Afkomstig uit D. van Veen Jzn. ([1937]) ''[[Occult woordenboekje]]'', Apeldoorn: Ned. Ver. van Spiritisten „Harmonia”, p.&nbsp;6. [[Wikisource:Publiek domein|Publiek domein]] in de EU. }} <pages index="Occult woordenboekje (Van Veen 1937).djvu" from="8" to="8" fromsection="alaesthesie" tosection="alaesthesie"/> [[Categorie:Occult woordenboekje]] jkr99swvhl1i8iy6zo18lpfcp25sp3t Pagina:Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants Cesare Ripa 1644.djvu/534 104 40563 127697 2022-08-24T07:57:24Z Vincent Steenberg 280 /* Proefgelezen */ proofread-page text/x-wiki <noinclude><pagequality level="3" user="Vincent Steenberg" />{{RH|512|''Winter''.{{gap}}''Tyrannye''.{{gap}}''Toevlucht''.|{{gap|3em}}}}</noinclude><section begin="dewintervanmacrobius"/>dat de ''Granius'' of de ſluyer van Meenyverwe was, en de ''Ricinus'', dat is de korte Mantel van purper. En of de ''Ricinus'' in de begraefniſſen van ſoodanige verwe was, druckt hy niet uyt. ’t Kan weſen datſe een ander purper in de begraefniſſen gebruyckten, en dat van de ſijde der dooden, die nae haere ſtaet ter begraefniſſe wierden gedraegen, en dat nae ’t purper, ’t welck de Magiſtraten in haer leven oock plachten te draegen: En van de ſijde der levende, die ’t lijck volghden, ſoo gingen die van der Ridders ordre, met purper, alhoewel zy die oock wel droegen, op vrolijcke feeſten. Daer is nu geen twijfel aen, of die worden nu gebruyckt tot treurigheyt, gelijck in de Lijckſpeelen der Ridders, alwaer de Reedenaers verſchijnen in purper, daer komt de Muſijck by, en by de uytvaert worden ’s nachts ontallijcke lichten aengeſteecken, en die branden in openbaere feeſten van vrolijckheyt, en by daege in de catafalaen op houte Piramiden, die vol lampen zijnde ontſteken, men over ’t lijck heene ſtelde. En tegenwoordigh in ’t Hof van ''Romen'', ſoo rijden de Kamerlingen van ’t Paleys, achter de baeren van den afgeſtorvenen Prince, te paerde, met een langh purperen kleed, ’t welck, in dit geval, te gelijck droefheyt en hoogheyt aenwijſt. Maer om totte Oude te keeren, ſoo gebruyckten de Vrouwen, terwijl de doode boven d’aerde ſtont, het ''Ricinium'', dat zijn korte ſwarte Mantels, of als andere ſeggen, ſluyers, die zy op ’t hoofd droegen. Doch ''Lipſius'' laetſe alleene, tot een teycken van de rouwe, maer niet voor ’t lijck. Soo geven oock de oude Hiſtorien den bedaegden en Iongelingen, geen Hemels blaeu, maer ſwarte kleederen. ''Craſſus'' ten tijde van de Romeinſche Republique, droegh rouwe over zijne beminde ''Muræna'' of Lampreye, die in zijnen Vijver was geſtorven, waer over hy in ’t ſwart gekleet, dieſelve, als zijn Dochter betreurde. ''Apulejus'' ſeyt: ''De Moeder beſchreyde met een ſwart kleed haer kind''. En de Poëten gebruycken ''Ceruleus'' na de maniere der Griecken, veele voor ’t ſwart, gelijk met veele voorbeelden wort aengeweſen. <br>{{gap}}Deſe beſchrijvinge, gelijck oock andere, hebben wy tot vermaeck der geenen, die luſt hebben tot ſpitsſinnige onderſoeckinge der oude Schrijvers, uyt den alderlaeſten druck, van de ''Iconologia'', hier by gevoeght. <section end="dewintervanmacrobius"/> <section begin="tyrannide"/>{{center|{{sc|{{sp|Tyrannid}}e}}. ''Tyrannye''.}} {{Initiaal|E}}En gewaepende Vrouwe, een weynigh bleeck, hovaerdigh en wreed in ’t geſicht, ſtaende over einde, hebbende onder haer waepentuygh een purpere onderkleed, op ’t hoofd een yſere kroone, in de rechter hand een bloot Swaerd, in de ſlincker ſalſe een Iock houden. <br>{{gap}}Gewapent en recht op ſtaende wortſe gemaelt, om de wackerheyt uyt te drucken, die een Tyran noodigh is, om de grootsheyt van zijne overlaſtige heerſchappie uyt te drucken: Waer over een Tyran, altijd met gemoed en met geweld moet vaerdigh ſtaen, om ſich ſelve te beſchermen en een ander te beſchadigen. <br>{{gap}}Bleeck is zy, van wegen de geſtaedige vreeſe en benauwtheyt, die haer geduyrigh onruſt en verdriet aendoet. <br>{{gap}}Zy vertoont wreedheit en hovaerdie in’t geſicht, want d’eene van deſe twee Peſten, maeckt haer een opene baene tot ongerechtige grootsheyt, en d’ander doetſe daer in volherden. <br>{{gap}}Zy is met purper gekleet, en met een yſeren kroone, om haere heerſchappie, maer die Barbariſch en wreed is, te vertoonen. <br>{{gap}}In plaets van den Scepter, een teycken van de Heerſchappie en van wettige Regieringe, houdſe een bloot Swaerd, als die geene, die de Onderdaenen, door ſchrick en vreeſe tot gehoorſaemheyt brenght, haer weydende, niet tot haeren beſten, gelijck een goed Herder doet, maer om haer totten ploegh te brengen en haer te villen: even gelijck de gehuyrde Oſſedrijver, die alleen op zijn eigen voordeel ſiet, en daerom houd zy ’t Iock in der hand. <section end="tyrannide"/> <section begin="refugio"/>{{center|{{sc|{{sp|Refugi}}o}}. ''Toevlucht''.}} {{Initiaal|E}}En Man die voor ’t Autaer nederknielt, mette armen opgeſlagen. <br>{{gap}}’t Is een klaere ſaecke, dat de Autaeren by de Oude, gelijckſe oock noch heeden ten daege, als heylige en ongeſchende toevluchten zijn gehouden. En hierom is ’t dat ''Priamus'' van alle hulpe berooft zijnde, nae den Autaer vluchte. <section end="refugio"/><noinclude>{{Rechts|{{sc|D a}}-}}</noinclude> tc7wnx4fhbz53zb76l0pysma8sctdjc Occult woordenboekje/Albertus Magnus 0 40564 127712 2022-08-24T08:15:53Z Vincent Steenberg 280 nieuw wikitext text/x-wiki {{Koptekst | Titel = Albertus Magnus | Schrijver = |Override_schrijver = D. van Veen | Vertaler = |Override_vertaler = | Sectie = | Vorige = [[Occult woordenboekje/Alaesthesie|Alaesthesie]] | Volgende = [[Occult woordenboekje/Alchemie|Alchemie]] | Jaar = | Opmerkingen = Afkomstig uit D. van Veen Jzn. ([1937]) ''[[Occult woordenboekje]]'', Apeldoorn: Ned. Ver. van Spiritisten „Harmonia”, p.&nbsp;6. [[Wikisource:Publiek domein|Publiek domein]] in de EU. }} <pages index="Occult woordenboekje (Van Veen 1937).djvu" from="8" to="8" fromsection="albertusmagnus" tosection="albertusmagnus"/> [[Categorie:Occult woordenboekje]] is8fqt6dhn8d24bjeo50r3sd8koc7pq Occult woordenboekje/Alchemie 0 40565 127713 2022-08-24T08:17:46Z Vincent Steenberg 280 nieuw wikitext text/x-wiki {{Koptekst | Titel = Alchemie | Schrijver = |Override_schrijver = D. van Veen | Vertaler = |Override_vertaler = | Sectie = | Vorige = [[Occult woordenboekje/Albertus Magnus|Albertus Magnus]] | Volgende = [[Occult woordenboekje/Allo-psychie|Allo-psychie]] | Jaar = | Opmerkingen = Afkomstig uit D. van Veen Jzn. ([1937]) ''[[Occult woordenboekje]]'', Apeldoorn: Ned. Ver. van Spiritisten „Harmonia”, p.&nbsp;6. [[Wikisource:Publiek domein|Publiek domein]] in de EU. }} <pages index="Occult woordenboekje (Van Veen 1937).djvu" from="8" to="8" fromsection="alchemie" tosection="alchemie"/> [[Categorie:Occult woordenboekje]] cdmnek8x7mxebunjm4x3a2ln3ecpk3f Occult woordenboekje/Allo-psychie 0 40566 127714 2022-08-24T08:19:30Z Vincent Steenberg 280 Nieuwe pagina aangemaakt met '{{Koptekst | Titel = Allo-psychie | Schrijver = |Override_schrijver = D. van Veen | Vertaler = |Override_vertaler = | Sectie = | Vorige = [[Occult woordenboekje/Alchemie|Alchemie]] | Volgende = [[Occult woordenboekje/Ambivalent|Ambivalent]] | Jaar = | Opmerkingen = Afkomstig uit D. van Veen Jzn. ([1937]) ''[[Occult woordenboekje]]'', Apeldoorn: Ned. Ver. van Spiritisten „Harmonia”, p.&nbsp;6. Wikisource:Publiek domein|Pu...' wikitext text/x-wiki {{Koptekst | Titel = Allo-psychie | Schrijver = |Override_schrijver = D. van Veen | Vertaler = |Override_vertaler = | Sectie = | Vorige = [[Occult woordenboekje/Alchemie|Alchemie]] | Volgende = [[Occult woordenboekje/Ambivalent|Ambivalent]] | Jaar = | Opmerkingen = Afkomstig uit D. van Veen Jzn. ([1937]) ''[[Occult woordenboekje]]'', Apeldoorn: Ned. Ver. van Spiritisten „Harmonia”, p.&nbsp;6. [[Wikisource:Publiek domein|Publiek domein]] in de EU. }} <pages index="Occult woordenboekje (Van Veen 1937).djvu" from="8" to="8" fromsection="allopsychie" tosection="allopsychie"/> [[Categorie:Occult woordenboekje]] 2qee9wleoqh5vojhfnyne62ryzc45xn Occult woordenboekje/Ambivalent 0 40567 127715 2022-08-24T08:21:17Z Vincent Steenberg 280 nieuw wikitext text/x-wiki {{Koptekst | Titel = Ambivalent | Schrijver = |Override_schrijver = D. van Veen | Vertaler = |Override_vertaler = | Sectie = | Vorige = [[Occult woordenboekje/Allo-psychie|Allo-psychie]] | Volgende = [[Occult woordenboekje/Amnesie|Amnesie]] | Jaar = | Opmerkingen = Afkomstig uit D. van Veen Jzn. ([1937]) ''[[Occult woordenboekje]]'', Apeldoorn: Ned. Ver. van Spiritisten „Harmonia”, p.&nbsp;6. [[Wikisource:Publiek domein|Publiek domein]] in de EU. }} <pages index="Occult woordenboekje (Van Veen 1937).djvu" from="8" to="8" fromsection="ambivalent" tosection="ambivalent"/> [[Categorie:Occult woordenboekje]] 2i8qmez34rwknuiyvi02psumche7svh Occult woordenboekje/Amnesie 0 40568 127716 2022-08-24T08:22:55Z Vincent Steenberg 280 nieuw wikitext text/x-wiki {{Koptekst | Titel = Amnesie | Schrijver = |Override_schrijver = D. van Veen | Vertaler = |Override_vertaler = | Sectie = | Vorige = [[Occult woordenboekje/Ambivalent|Ambivalent]] | Volgende = [[Occult woordenboekje/Amorph|Amorph]] | Jaar = | Opmerkingen = Afkomstig uit D. van Veen Jzn. ([1937]) ''[[Occult woordenboekje]]'', Apeldoorn: Ned. Ver. van Spiritisten „Harmonia”, p.&nbsp;6. [[Wikisource:Publiek domein|Publiek domein]] in de EU. }} <pages index="Occult woordenboekje (Van Veen 1937).djvu" from="8" to="8" fromsection="amnesie" tosection="amnesie"/> [[Categorie:Occult woordenboekje]] tenpmlgzob3odgv0ntgyy9bc0xj4kf2 Occult woordenboekje/Amorph 0 40569 127717 2022-08-24T08:24:49Z Vincent Steenberg 280 nieuw wikitext text/x-wiki {{Koptekst | Titel = Amorph | Schrijver = |Override_schrijver = D. van Veen | Vertaler = |Override_vertaler = | Sectie = | Vorige = [[Occult woordenboekje/Amnesie|Amnesie]] | Volgende = [[Occult woordenboekje/An-aesthesie|An-aesthesie]] | Jaar = | Opmerkingen = Afkomstig uit D. van Veen Jzn. ([1937]) ''[[Occult woordenboekje]]'', Apeldoorn: Ned. Ver. van Spiritisten „Harmonia”, p.&nbsp;6. [[Wikisource:Publiek domein|Publiek domein]] in de EU. }} <pages index="Occult woordenboekje (Van Veen 1937).djvu" from="8" to="8" fromsection="amorph" tosection="amorph"/> [[Categorie:Occult woordenboekje]] hx67a3488v5yfprsentfxmexno8iesy Occult woordenboekje/An-aesthesie 0 40570 127719 2022-08-24T08:27:28Z Vincent Steenberg 280 nieuw wikitext text/x-wiki {{Koptekst | Titel = An-aesthesie | Schrijver = |Override_schrijver = D. van Veen | Vertaler = |Override_vertaler = | Sectie = | Vorige = [[Occult woordenboekje/Amorph|Amorph]] | Volgende = [[Occult woordenboekje/Analgesie|Analgesie]] | Jaar = | Opmerkingen = Afkomstig uit D. van Veen Jzn. ([1937]) ''[[Occult woordenboekje]]'', Apeldoorn: Ned. Ver. van Spiritisten „Harmonia”, p.&nbsp;6. [[Wikisource:Publiek domein|Publiek domein]] in de EU. }} <pages index="Occult woordenboekje (Van Veen 1937).djvu" from="8" to="8" fromsection="anaesthesie" tosection="anaesthesie"/> [[Categorie:Occult woordenboekje]] 3iwtn79ldkjen1qlorg01dsozva5v2j Occult woordenboekje/Analgesie 0 40571 127720 2022-08-24T08:29:21Z Vincent Steenberg 280 nieuw wikitext text/x-wiki {{Koptekst | Titel = Analgesie | Schrijver = |Override_schrijver = D. van Veen | Vertaler = |Override_vertaler = | Sectie = | Vorige = [[Occult woordenboekje/An-aesthesie|An-aesthesie]] | Volgende = [[Occult woordenboekje/Anaxagoras|Anaxagoras]] | Jaar = | Opmerkingen = Afkomstig uit D. van Veen Jzn. ([1937]) ''[[Occult woordenboekje]]'', Apeldoorn: Ned. Ver. van Spiritisten „Harmonia”, p.&nbsp;6. [[Wikisource:Publiek domein|Publiek domein]] in de EU. }} <pages index="Occult woordenboekje (Van Veen 1937).djvu" from="8" to="8" fromsection="analgesie" tosection="analgesie"/> [[Categorie:Occult woordenboekje]] mwvo2s3k72atgl1hcooygyvsyyksofk Occult woordenboekje/Anaxagoras 0 40572 127721 2022-08-24T08:30:58Z Vincent Steenberg 280 nieuw wikitext text/x-wiki {{Koptekst | Titel = Anaxagoras | Schrijver = |Override_schrijver = D. van Veen | Vertaler = |Override_vertaler = | Sectie = | Vorige = [[Occult woordenboekje/Analgesie|Analgesie]] | Volgende = [[Occult woordenboekje/Anima|Anima]] | Jaar = | Opmerkingen = Afkomstig uit D. van Veen Jzn. ([1937]) ''[[Occult woordenboekje]]'', Apeldoorn: Ned. Ver. van Spiritisten „Harmonia”, p.&nbsp;6. [[Wikisource:Publiek domein|Publiek domein]] in de EU. }} <pages index="Occult woordenboekje (Van Veen 1937).djvu" from="8" to="8" fromsection="anaxagoras" tosection="anaxagoras"/> [[Categorie:Occult woordenboekje]] 49t1xahef3mm7nzceptjshhdfmaqxgo